direct naar inhoud van Artikel 17 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP21000-OH01

Artikel 17 Leiding - Hoogspanningsverbinding

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van bovengrondse hoofdtransportleidingen, met een strook van 25 m ter weerszijden van de aangeduide leiding, welke is aangeduid met de figuur 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding'.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor deze gronden aangewezen bestemming(en) mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals hoogspanningsmasten, ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd. Voor de hoogspanningsmasten geldt dat de maximale hoogte niet meer dan 30 m dan wel de bestaande hoogte mag bedragen.

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de in artikel 17.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
  • b. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
  • c. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld -en weghoogte.

17.3.2 Uitzonderingen

Het onder 17.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

  • a. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de hoogspanningsverbinding;
  • b. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.

17.3.3 Toepassingsvoorwaarden

De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 17.3.1 onder a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoogspanningsverbinding en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.

17.3.4 Adviesprocedure

Alvorens omtrent het verlenen van de in artikel 17.3.1 bedoelde omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.