Plan: | Nijmegen Kern Lent - Visveld |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP19000-OH01 |
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Bro is het voorontwerp-bestemmingsplan toegezonden worden aan onder andere het Waterschap Rivierenland, de provincie Gelderland, de inspectie VROM, het Platform Waalsprong, de Wijkraad Lent, de GEM, en de Kamer van Koophandel. Hieronder zijn de reacties weergegeven inclusief de gemeentelijke reactie daarop.
Kamer van Koophandel, Postbus 9292, 6800 KZ Arnhem | ||
Samenvatting reactie |
Reactie van gemeente | |
Detailhandel. De Kamer van Koophandel kan in grote lijnen instemmen met voorgenomen regeling van detailhandel (drie winkelgebieden en een grote winkel voor dagelijkse boodschappen in Lent-Oost). Het gehanteerde principe 'oud voor nieuw' is echter te strikt toegepast. Een kleine supermarkt (een buurtsuper voor de dagelijkse boodschappen) in Lent aan de Laauwikstraat 2 moet blijven. |
Het volledig handhaven van de bestaande functie (supermarkt) op het perceel Laauwikstraat is tegenstrijdig met de uitgangspunten voor de detailhandelststructuur in Lent Oost. We gaan er vanuit dat in Lent Oost een volwaardige nieuwe fullservice supermarkt wordt gerealiseerd. Deze supermarkt krijgt een functie voor de deelgebieden van Nijmegen Noord ten oosten van de Prins Mauritssingel, maar ook voor de inwoners van het dorp Lent. Vanuit leefbaarheidsoptiek en om de sociale cohesie in Lent te waarborgen is in de visie Kern Lent de ontwikkeling van de Laauwikstraat en directe omgeving tot compacte buurtstrip neergelegd. Een compacte buurtstrip, kleinschalig van aard, waar ambachtelijke ondernemers met name voor Lentenaren een pakket dagelijkse goederen aanbieden. Naast enkele (kleine) winkels (bakker, slager, bloemist) past daarbij een kruidenierszaak met een bescheiden omvang. Voor het perceel Laauwikstraat 2 staan we daarom detailhandel toe met daarbinnen een maximum verkoopvloeroppervlak voor een mandjeswinkel van 400 m2. Een supermarkt is ook hier niet toegestaan. |
|
De Kamer verzoekt de detailhandelsbestemmingen uit het oude bestemmingsplan in stand te laten, ook al zijn panden niet als zodanig in gebruik. |
Wij hebben begrip voor de reactie van de Kamer van Koophandel om, gezien de onduidelijkheid over het programma, de planning en fasering van de Citadel, de detailhandelsbestemming niet uit het bestemmingsplan weg te laten. Voor de percelen (m.n. de strip aan de Laauwikstraat) waar in het oude bestemmingsplan detailhandel mogelijk was, zal de detailhandelsbestemming (exclusief een supermarkt) worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. |
|
Beroep en bedrijf aan huis is volgens de Kamer een goede zaak. De Kamer verzoekt om deze regeling ook van toepassing te laten zijn op bijgebouwen; de regeling in het bestemmingsplan vormt een onnodige belemmering. |
Op grond van de algemene regel “Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten” zijn in woningen alsmede in aan- en uitbouwen onder voorwaarden andere functies toegestaan in de vorm van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan in (vrijstaande) bijgebouwen. Het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit is dan immers niet meer direct gerelateerd aan de woning. Een dergelijke functieverandering kan ingevolge vaste jurisprudentie uitsluitend worden bewerkstelligd middels een wijziging of herziening van het bestemmingsplan (uitspraak ABRS 06/04/2005, 200404674/1). In de regels is onder de begrippen gedefiniëerd wat onder aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten moet worden verstaan. |
Conclusie: Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
VROM-Inspectie, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag |
||
Samenvatting reactie
|
Reactie van gemeente | |
Externe veiligheid en vervoer gevaarlijke stoffen. Ook bij een conserverend plan moet het groepsrisico i.v.m. routes vervoer gevaarlijke stoffen worden berekend en verantwoord worden; inschakelen regionale brandweer voor advisering is nodig. | De Regionale brandweer is in de gelegenheid gesteld een advies uit te brengen. Dit advies wordt met het bestemmingsplan en andere stukken ter visie gelegd. In de toelichting van het bestemmingsplan is een verantwoording gegeven van het groepsrisico. |
|
Geluid. Consequenties van geluidzones van wegen en van het spoor voor ontwikkelingen in bestemmingen Woongebied en Woongebied – 1 zijn niet aangegeven. De VROM-inspectie vraagt zich af of voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde of dat er hogere grenswaarden moeten worden vastgesteld. Dan is alsnog akoestisch onderzoek nodig. Procedure Hgw moet gelijk oplopen met de procedure van het bestemmingsplan. | Als nieuwe ontwikkelingen met geluidsgevoelige bestemmingen binnen een zone volgens de Wet geluidhinder liggen, wordt er akoestisch onderzoek verricht. Als blijkt dat de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder wordt overschreden, wordt een hogere waarde procedure doorlopen. Het ontwerpbesluit hogere waarde wordt tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Het gebied met de bestemming Woongebied is overgenomen uit het onherroepelijke bestemmingsplan Laauwik uit 2009, waarbij reeds akoestisch onderzoek is verricht. Voor dit gebied behoeft nu dus niet opnieuw onderzoek verricht te worden. Voor het gebied met de bestemming Woongebied – 1 is in het kader van onderhavig bestemmingsplan wel akoestisch onderzoek verricht. De resultaten daarvan zijn vermeld in de plantoelichting en het akoestisch onderzoek wordt met het bestemmingsplan en andere stukken ter visie gelegd. Een Hogere Waarde-procedure in verband met de bestemming Woongebied – 1 is niet nodig. |
Conclusie: Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Grondexploitatie Maatschappij Waalsprong |
||
Samenvatting reactie | Reactie van gemeente | |
Plankaart 2: Meer woningen (in totaal ongeveer 60) moeten mogelijk zijn voor locatie ID-planontwikkeling. Het bij het woongebied betrokken hoekje (inclusief bouwvlak) kan worden weggehaald: de situatie zoals die in bestemmingsplan Laauwik is opgenomen voldoet. |
Op de gronden met de bestemming Woongebied worden maximaal 59 woningen mogelijk gemaakt. Dit aantal is voldoende om het project te realiseren. Er bestaat tevens behoefte om op de hoek Acacialaan één woning te realiseren, zodat deze grond binnen het bouwvlak is gelegd. |
|
Plankaart 3: Ivm artikel 22.2.2, lid g: De oppervlakte van een woning mag niet meer bedragen dan 60% van een bouwperceel. Wat wordt bedoeld met woning? Gaat dit alleen over hoofdbebouwing of gaat het ook over bijgebouwen en/of aan- en uitbouwen. Afhankelijk van wat verstaan wordt onder woning is 60% van een bouwperceel genoeg of te gering. In het bestemmingsplan Laauwik is de maximale oppervlakte bebouwing 70% (woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen). | In artikel 1, onder 86, staat het begrip 'wonen' als volgt omschreven: 'een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één of meer personen'. Het begrip 'hoofdgebouw(en)' is in artikel 1, onder 48, omschreven als 'gebouw of gebouwen die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken. Gelet op de gebouwen die op de gronden met de bestemming Woongebied – 1 gebouwd mogen worden, zal een woning tevens het hoofdgebouw zijn. De bepaling dat de oppervlakte van een woning niet meer mag bedragen dan 60% van een bouwperceel, heeft geen betrekking op bijgebouwen, omdat in bijgebouwen niet gewoond mag worden. De bepaling heeft wel betrekking op aan- en uitbouwen, voor zover deze aan de woning zijn gebouwd en dienen voor de huisvesting van één of meer personen. Het klopt dat in het bestemmingsplan Laauwik de maximale oppervlakte bebouwing van een bouwperceel 70% is; in die regeling worden bijgebouwen echter wel meegenomen bij het bebouwingspercentage (woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen). Overigens zijn naar aanleiding van deze reactie de regels bij de bestemming Woongebied – 1 aangescherpt, zodat misverstanden worden voorkomen. |
|
In sommige situaties (bij kleine kavels langs/aan het water) kan niet voldaan worden aan de eis dat bijgebouwen op minimaal 12 meter achter de perceelsgrens moeten worden gebouwd (artikel 22.2.2, lid k). Inspreker verzoekt om deze afstand aan te passen (te verkleinen). | Deze bepaling is aangepast. Bijgebouwen mogen nu uitsluitend worden gebouwd op een afstand van tenminste 3 meter achter de voorgevel van de woning. |
|
In artikel 22.2.2 lid l staat: 'de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij een woning mag niet meer bedragen dan 60 m2, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het bouwperceel voor zover gelegen achter de in sub j van dit artikel bedoelde afstand van 12 meter mag zijn gebouwd' (moet overigens zijn 'bebouwd'). Bij woningen van Heijmans langs het water moet deze regeling aangepast worden vanwege de kleine kavels. | Deze bepaling is aangepast. Nu is geregeld dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij een woning mag niet meer bedragen dan 60 m2. |
|
Door wijziging van de parkeernormen kunnen meer parkeerplaatsen nodig zijn. Dit kan onevenredig nadeel opleveren voor de projectontwikkelaar. Onderscheid tussen parkeernorm voor dure en middeldure woningen heeft gevolgen voor het aantal parkeerplaatsen: dit aantal kan drastisch wijzigen. Bovendien is onduidelijk wat dure en wat middeldure woningen zijn. | Nieuwe planontwikkelingen bestemmingsplannen en bouwplannen moeten voldoen aan de door B&W vastgestelde parkeervisie en de hierin aangegeven parkeerkencijfers en parkeernormen. Voor het vaststellen van de parkeernorm wordt gebruikt gemaakt van publicatie 182 Parkeerkencijfers-Basis voor parkeernormering" van het CROW. In bijlage 3 van de regels zijn de betreffende parkeerkencijfers en parkeernormen hieruit weergegeven. De prijscategorieën bedragen: Koopwoningen: (prijspeil KAN 1 juli 2007): - goedkoop tot 172.000,- - middel tot 225.000,- - duur tot 292.000,- Huurprijzen 2009: - goedkoop tot 517,64 - middel tot 652,52 - duur vanaf 652,52 Het voldoen aan de bijgestelde parkeernormen betekent inderdaad dat meer parkeerplaatsen voor een planontwikkeling noodzakelijk zijn. Dit is vooral aan de orde indien het plangebied valt binnen de Stedelijke zone Rest bebouwde kom. Indien de grenzen van Schil/overloopgebied niet zijn vastgesteld valt een plangebied binnen de stedelijke zone Rest bebouwde kom. De oude parkeernorm bedraagt 1,3 - 1,7 parkeerplaats per woning. De parkeernorm is hierbij afhankelijk of binnen het openbare gebied wordt geparkeerd (1,3 pp per woning) of met 1 parkeerplaats op eigen terrein + 0,7 parkeerplaats binnen het openbare gebied. De nieuwe parkeernorm (uitgaande van Rest bebouwde kom) bedraagt 1,45 - 1,7 - 1,85 parkeerplaats per woning. |
|
Op plankaart 3 is aan de oostzijde van het plan de bebouwingsgrens naar het westen opgeschoven. Ook de grens van het woongebied 1 is naar het westen verschoven. Gevolg daarvan is dat het appartementengebouw en de parkeerplaatsen binnen het project van Heijmans niet meer passen. Inspreker verzoekt om de grens van het bouwvlak en de bestemmingsgrens van de bestemming Woongebied – 1 weer terug leggen conform het vorige bestemmingsplan. Daarmee is tevens geregeld dat parkeerplaatsen niet langer in de bestemming 'Groen' vallen. | Het bestemmingsvlak Woongebied – 1 op verbeelding 3 is aangepast conform het verzoek van inspreker. | |
Inspreker verzoekt de plangrens 5 meter naar het noorden te verschuiven, waarmee tevens het woongebied verschuift. Dit is cruciaal voor de planontwikkeling van Heijmans. | Aan dit verzoek is voldaan, met dien verstande dat aan de vijf meterstrook de bestemming Tuin – 1 is gegeven. Op deze grond is geen bebouwing toegestaan, zodat daardoor de achtertuinen, met zicht op de waterplas van de Landschapszone, open en onbebouwd blijven. |
Conclusie: Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Platform Waalsprong, p/a Hobbemaweg 5, 6562 CP Groesbeek
|
||
Samenvatting reacties | Reactie | |
Voor de opmerkingen gemaakt in de brief van 11 april 2011 vraagt het Platform opnieuw aandacht. |
Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. |
|
Met de visie Kern Lent uit 2007 is nauwelijks iets gedaan. Bepaalde eerder uitgesproken voornemens worden in het voorontwerp-bestemmingsplan niet meer ingevuld of zelfs onmogelijk gemaakt. In plaats van met dit actualisatieplan de huidige situatie te conserveren, wordt gepoogd nieuw beleid te maken; beleid dat haaks staat op de visie. |
De visie Kern Lent 2007 hebben we zeker betrokken biji het maken van dit bestemmingsplan. Een belangrijke hoofdlijn uit de visie is dat Lent haar eigen identiteit zoveel mogelijk moet behouden in een door de Waalsprong sterk veranderende omgeving. In het bestemmingsplan is dit getracht inhoud te geven door de bestaande (legale) situatie zoveel mogelijk positief te bestemmen (dus vast te leggen) en daarnaast enkele ontwikkelingen mogelijk te maken die passen bij Lent. Het gaat dan onder andere om het mogelijk maken van drie woningen in het pand aan de Weverstraat 37, nieuwbouw van basisschool de Geldersehof op de bestaande locatie, en uitbreiding van de dierenkliniek aan de Laauwikstraat 20. Voor zover inspreker doelt op het maken van nieuw beleid met dit bestemmingsplan, doelt zij waarschijnlijk op de regeling mbt detailhandel in het bestemmingsplan. Op dit punt zal hieronder worden ingegaan. |
|
De kansen die er zijn voor de winkelstrip Laauwikstraat mogen niet actief onmogelijk worden gemaakt. Het verwijderen van de detailhandelsfunctie op panden die nu niet als zodanig in gebruik zijn is onjuist. In de visie Kern Lent is nog sprake van ontwikkelingsperspectief van een compacte buurtstrip met een pakket dagelijkse goederen. Dat is temeer belangrijk, omdat de realisering van de Citadel pas na 2016 is gepland. |
Naar aanleiding van de reactie van onder andere deze inspreker, hebben wij besloten, gelet de onduidelijkheid over het programma, de planning en fasering van de Citadel, om detailhandel (niet zijnde een supermarkt) toe te staan op alle percelen waarop ook op basis van het vorige bestemmingsplan detailhandel was toegestaan. Voor wat betreft de supermarkt aan de Laauwikstraat 2 hebben wij besloten op dit perceel detailhandel toe te staan met daarbinnen een maximum verkoopvloeroppervlak van 400 m2 voor een mandjeswinkel. Een supermarkt is ook hier niet toegestaan. |
|
Nu het pand van Jan Linders, behalve voor detailhandel, ook voor wonen, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen mag worden gebruikt, moet ook elders in de strip detailhandel (waaronder 'food') mogelijk worden gemaakt. Een norm van 200 m2 voor een supermarkt is niet levensvatbaar; dit zou op zijn minst 400 m2 moeten zijn. |
Het volledig handhaven van de bestaande supermarkt op het perceel Laauwikstraat 2 is strijdig met de uitgangspunten voor de detailhandelststructuur in Lent Oost. We gaan er vanuit dat in Lent Oost een volwaardige nieuwe fullservice supermarkt wordt gerealiseerd. Deze supermarkt krijgt een functie voor de deelgebieden van Nijmegen Noord ten oosten van de Prins Mauritssingel, maar ook voor de inwoners van het dorp Lent. Vanuit leefbaarheidsoptiek en om de sociale cohesie in Lent te waarborgen is in de visie Kern Lent de ontwikkeling tot compacte buurtstrip neergelegd. Een compacte buurtstrip, kleinschalig van aard, waar ambachtelijke ondernemers met name voor Lentenaren een pakket dagelijkse goederen aanbieden. Naast enkele (kleine) winkels (bakker, slager, bloemist) past daarbij een kruidenierszaak met een bescheiden omvang. Voor het perceel Laauwikstraat 2 staan we daarom detailhandel toe met daarbinnen een maximum verkoopvloeroppervlak voor een mandjeswinkel van 400 m2. Een supermarkt is hier niet toegestaan. |
|
Nu niet alle bestaande gebouwen op de verbeelding van het plan zijn opgenomen, kan dat voor toekomstige bewoners en bij uitbreidingen/aanpassingen tot problemen leiden. Een goede regeling in het plan zou dit kunnen voorkomen. |
De ondergrond op de kaartbladen van de verbeelding, is gebaseerd op de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Het klopt dat niet alle bestaande gebouwen binnen het bouwvlak van bijvoorbeeld de bestemming Wonen zijn opgenomen. Dit doet zich vooral voor in het dorp Lent, in de later gebouwde wijken zoals Visveld speelt dit nauwelijks. Dit komt omdat in het dorp Lent voormalige agrarische bebouwing staat die in de loop der jaren voor bijvoorbeeld woondoeleinden in gebruik genomen is. |
|
Niet alle bedrijvigheid is correct of soms zelfs helemaal niet opgenomen. Graag goede regeling om problemen in de toekomst te voorkomen. |
In de plantoelichting zijn in de paragraaf Bedrijvigheid alleen die bedrijven opgenomen die als inrichting onder de Wet milieubeheer vallen, met uitzondering van de categorieën horeca, sportvoorzieningen, kantoren, woongebouwen, opleidingsinstituten, detailhandel en medische praktijken. Deze inrichtingen worden in de regels als aparte categorieën benoemd. Het betreft inrichtingen die bij de afdeling Milieu bekend zijn omdat zij een (wettelijk verplichte) melding hebben ingediend, dan wel over een milieuvergunning beschikken. Verder zijn alle mogelijke bedrijven in het plangebied geïnventariseerd aan de hand van digitale gegevensbestanden en een site van de Kamer van Koophandel. Daaruit is gebleken dat de meeste bedrijven in het plangebied vallen onder de categorie “aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten”. Deze activiteiten zijn in het plan toegelaten. |
|
Hoofdstuk 5, onder 5.3 gaat mede over water; hoofdstuk 8 gaat compleet over water (waarbij exact de tekst van hoofdstuk 5 is gebruikt). |
Dit is inderdaad dubbelop. In het bestemmingsplan is het gedeelte in (het oude) hoofdstuk 5 dat over water gaat verwijderd. |
|
Niet alle verleende ontheffingen zijn genoemd in paragraaf 1.4 van de plantoelichting. Inspreker vraagt zich af of daarvoor straks wel 'bestaande rechten' gelden? |
De verleende ontheffingen worden in het bestemmingsplan meegenomen. |
|
In hoofdstuk 2.6.6 (hoofdbomenstructuur) zijn straten opgenomen die niet meer bestaan of een andere naam hebben gekregen. | De tekst is aangepast aan de thans bestaande situatie. |
Conclusie: Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Wijkraad Lent, p/a Turennesingel 52, 6663 GZ Lent
|
||
Samenvatting reacties | Reactie | |
De reactie van Platform Lent is tevens namens de wijkraad Lent opgesteld. De wijkraad steunt de reactie van het Platform volledig. Op 6 januari 2011 heeft de wijkraad uitgebreid gesproken met wethouder Van der Meer over de afnemende aandacht van het college van B & W en over het uitblijven van de vertaling van de visie Kern Lent in het bestemmingsplan. Ondanks de uitspraak van de wethouder dat het voor de leefbaarheid van belang is dat er winkels en o.a. een bibliotheekdependance gehandhaafd blijven, geeft het voorontwerpplan een ander beeld te zien. Dit is pijnlijk en doet de relatie tussen gemeente en wijk geen goed. Daarom het verzoek om de bestemming detailhandel in de winkelstrip in stand te laten en om de gemaakte afspraken na te komen. | Naar aanleiding van de reacties, hebben wij besloten, gelet de onduidelijkheid over het programma, de planning en fasering van de Citadel, om detailhandel (niet zijnde een supermarkt) toe te staan op alle percelen waarop ook op basis van het vorige bestemmingsplan detailhandel was toegestaan. Voor wat betreft de supermarkt aan de Laauwikstraat 2 hebben wij besloten op dit perceel detailhandel toe te staan met daarbinnen een maximum verkoopvloeroppervlak voor een mandjeswinkel van 400 m2. Een supermarkt is hier niet toegestaan. Het bestemmingsplan voorziet tevens in het mogelijk handhaven van de bibliotheek aan de Steltsestraat 1 door middel van de bestemming Maatschappelijk. |
Conclusie: Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel
|
||
Samenvatting reacties | Reactie | |
Het bestemmingsvlak met de bestemming Woongebied-1 aan de noordzijde van het plangebied grenst aan de toekomstige Lentse Plas, waar een natuurvriendelijke oever is voorzien. Het Waterschap heeft onvoldoende inzicht binnen welk plan de ruimte voor het onderhoud van deze natuurvriendelijke oever is opgenomen. Het Waterschap verzoekt om hierover meer duidelijkheid te verschaffen. | Het onderhavige bestemmingsplan gaat ervan uit dat het onderhoud van de oever plaatsvindt vanaf het water. De gronden die direct aan het water grenzen, betreffen namelijk de toekomstige particuliere achtertuinen van de nieuwe woningen van het project Groene Oever. |
Conclusie: Deze inspraak heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.