direct naar inhoud van 11.1 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Nijmegen Kern Lent - Visveld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP19000-OH01

11.1 Economische uitvoerbaarheid

Met het plan beoogt de gemeente Nijmegen een actueel planologisch-juridisch kader voor kern Lent en Visveld te creƫren. Dit bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Dat houdt in dat de bestaande situatie wordt vastgelegd en dat de vigerende bestemmingen (zoveel mogelijk) gehandhaafd blijven, met uitzondering van de volgende locaties:

  • Laauwikstraat 2

Het is niet langer toegestaan op dit perceel een supermarkt te exploiteren. Wel is het toegestaan op dit perceel een mandjeswinkel te exploiteren met een maximum verkoopvloeroppervlak van 400 m2;

  • Weverstraat 37

Op deze locatie wordt een bestemming gelegd waardoor het mogelijk wordt in het bestaande pand drie woningen te realiseren;

  • Pavialaan/Acacialaan

De aanwezige groenstrook is nu daadwerkelijk als groenvoorziening bestemd. Met de ontwikkelaar van het aangrenzende bouwplan, waarvan het bouwvlak is verruimd, is een separate overeenkomst gesloten;

  • Locatie Steltsestraat 46

Op deze locatie wordt de mogelijkheid om ter plaatse een winkel te exploiteren weggenomen.

Aan de ontwikkelingen ter plaatse van de Groene Oever, voorzieningenhart de Ster en de Lentse Tuinstraat zijn voor de gemeente geen financiƫle consequenties verbonden.

De productie-uren van de bestemmingsplanwijziging worden door middel van leges afgedekt. Uit de herziening van het bestemmingsplan kan schade voortvloeien als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Er dient voorkomen te worden dat de gemeente voor particuliere initiatieven planschade moet betalen. Om die reden wordt de onderhavige bestemmingsplanherziening verder in procedure gebracht onder de voorwaarde dat de initiatiefnemer zich ten behoeve van de economische uitvoerbaarheid van de planologische maatregel bereid verklaart de daaruit voortvloeiende voor vergoeding in aanmerking komende planschade volledig aan de gemeente te compenseren. De gemeente gaat met de initiatiefnemer een verhaalsovereenkomst planschade aan. Voor zover het plan leidt tot planschade als gevolg van gewijzigde bestemmingen die door de gemeente zijn ingezet, komt de planschade ten laste van de gemeente.

Vaststelling van een exploitatieplan op grond van artikel 6.12 Wro is niet noodzakelijk. Voor zover er sprake is van bouwplannen ex art. 6.2.1. Bro, worden de kosten daarvan door middel van een exploitatieovereenkomst verhaald op de initiatiefnemer/grondeigenaar.

Op grond van het vorenstaande kan gesteld worden dat het bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is.