direct naar inhoud van 6.7 Genetisch gemodificeerde gewassen en gentherapie
Plan: Nijmegen Ooyse Schependom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP18000-VG01

6.7 Genetisch gemodificeerde gewassen en gentherapie

Raadsmotie

Tijdens de raadsvergadering van 29 juni 2011 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen naar aanleiding van een burgerinitiatief "Gentechvrij Nijmegen". De motie luidt als volgt:

  • 1. Te besluiten Nijmegen tot gentechvrije stad te verklaren en een persverklaring uit te geven van die strekking, om daarmee te benadrukken dat veel Nijmegenaren de voorkeur geven aan gentechvrij voedsel. Ook wordt de gemeente verzocht de bezwaren die in het burgerinitiatief zijn verwoord middels een brief over te brengen aan de regering, alsmede de beide Kamers in Den Haag (met een kopie ter informatie aan de Provinciale Staten van Gelderland). Een mogelijk formulering is opgenomen onder punt 1) van de Toelichting op de punten van het burgerinitiatief.
  • 2. De juridische faculteit van de Radboud Universiteit te vragen onderzoek te initiëren waarin zaI worden nagegaan welke mogelijkheden het raamwerk van de Europese richtlijn 2001/18/EG biedt om deze subsidiair, op lokaal niveau, uit te werken ten behoeve van de bescherming van reguliere en biologische teelten tegen niet-doelbewuste aanwezigheid van genetisch gemodificeerde gewassen. Dit om te voorzien in de lacune op nationaal niveau, waar tot op heden geen, of onvoldoende invulling aan de richtlijn wordt gegeven. Het zg. co-existentiemandaat wordt besproken in art. 26bis 1e lid, van bedoelde richtlijn. Ook zij in dit verband verwezen naar de conclusies 15 t/m 18 van de Milieu Raad van 4 december 2008, waarin het mandaat voor het instellen van genetisch gemodificeerde organismen-vrije zones langs kwetsbare (natuur)gebieden wordt onderstreept.
  • 3. De bezwaren van Nijmeegse burgers omtrent de veiligheid van genetisch gemodificeerde gewassen mee te delen aan het adres van bedrijven, in het geval dat deze kenbaar maken op Nijmeegs grondgebied teeltproeven met genetisch gemodificeerde gewassen te willen opzetten.
  • 4. Een gemeentelijke Nota Duurzaamheid op te (doen) stellen waarin wordt nagegaan hoe het begrip duurzaamheid in gemeentelijk beleid kan worden omgezet op een wijze die verder gaat dan alleen het toepassen van een aantal landelijke richtlijnen ter zake. Met name vraagt de werkgroep het begrip "gentechvrij" in de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen handen en voeten te geven, om op die wijze recht te doen aan de titel van dit burgerinitiatief. Verwezen zij verder naar hetgeen hierover in de toelichting bij punt 4 is vermeld.

Milieuregelgeving

Bij werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen buiten een laboratorium wordt gesproken van introductie in het milieu. Veldproeven met genetisch gemodificeerde gewassen en gentherapie zijn hier voorbeelden van.

Genetisch gemodificeerde gewassen kunnen risico's met zich meedragen. De techniek is relatief nieuw en kan onbedoelde effecten hebben. Als genetisch gemodificeerde organismen buiten de gecontroleerde omgeving van een laboratorium komen, bestaat er een kans dat ze zich oncontroleerbaar vermenigvuldigen of uitkruisen. Daarom zijn er strenge regels voor het uitvoeren van veldproeven.

Het is verboden om met genetisch gemodificeerde gewassen buiten een laboratorium te werken (veldproeven), tenzij men een vergunning heeft. Wie genetisch gemodificeerde gewassen wil kweken moet een vergunning aanvragen bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De aanvrager moet een milieurisicoanalyse uitvoeren om te kijken of er risico's zijn voor mens en milieu. Het ministerie controleert of de risicoanalyse goed is uitgevoerd en beoordeelt of de vergunning kan worden afgegeven. Het Besluit genetisch gemodificeerde organismen is het toetsingskader voor de vergunningaanvraag.

Het toepassen van genetisch gemodificeerde gewassen buiten een laboratorium is dus met veel waarborgen omgeven. Daar kan uit worden afgeleid dat ook de centrale overheid wil voorkomen dat deze gewassen in het milieu komen. De gemeenteraad heeft daar op haar eigen manier invulling aan gegeven door Nijmegen gentechvrij te verklaren.

Daarnaast zijn er genetisch gemodificeerde gewassen die via Europese produktregelgeving op de markt zijn toegelaten. Indien een agrariër op zijn perceel tot de Europese markt toegelaten gemodificeerde gewassen wil telen, moet hij dit melden bij de Dienst Regelingen. Dit landelijk registratiesysteem van het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie houdt bij waar in Nederland welk gewas wordt geteeld. In 2007 waren er 6 locaties in Nederland waar genetisch gemodificeerd maïs werd geteeld. Na 2007 zijn er geen locaties meer geregistreerd waar genetisch gemodificeerde gewassen worden geteeld.

Het bestemmingsplan

Hoewel de hierboven aangehaalde raadsmotie niet spreekt over bestemmingsplannen, gaat er indirect een appèl van uit om de toepassing en teelt van genetisch gemodificeerde gewassen in het bestemmingsplan uit te sluiten.

In beginsel bestaat de mogelijkheid om in een bestemmingsplan te bepalen dat in (delen van) het plangebied bepaalde vormen van agrarische bedrijvigheid dan wel agrarisch grondgebruik niet zijn toegestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het uitsluiten van intensieve veehouderijen en/of glastuinbouwbedrijven. Hieraan dienen dan wel ruimtelijke overwegingen ten grondslag gelegd te worden. In het geval van de intensieve veehouderij kan dit bijvoorbeeld zijn de aanwezigheid van een voor verzuring gevoelig gebied in of in de nabijheid van het plangebied. In het geval van de glastuinbouw kan het gaan om de bescherming en instandhouding van de openheid van het landschap.

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening kan in het bestemmingsplan een gentechvrije zone worden opgenomen dan wel worden bepaald dat in een bepaald gebied het toepassen en de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen is uitgesloten. Het instellen van deze gentechvrije zone is erop gericht de telers van niet genetisch gemodificeerde gewassen te beschermen tegen de mogelijke verstoring van de biodiversiteit bij accidentele vermenging met genetisch gemodificeerde gewassen. Besmetting van gewassen en producten kan leiden tot aanzienlijke economische schade bij agrariërs, aangezien besmetting van producten tot onverkoopbaarheid van de producten kan leiden. De ruimtelijke relevantie hierbij betreft de gevolgen die doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen/gewassen in het milieu kunnen hebben voor zowel reguliere/biologische landbouw als voor het beschermd natuurgebied 'de Gelderse Poort', beide in het licht van de biodiversiteit. De genetisch gemodificeerde gewassen zijn veelal resistent gemaakt tegen herbiciden of scheiden zelf insecticiden af, zodat er bij de teelt van of proeven met genetisch gemodificeerde gewassen altijd een vorm van bestrijdingsmiddelen is betrokken. De Ooyse Schependom grenst aan het Natura 2000-gebied 'de Gelderse poort'. De Gelderse poort is als 'Natura 2000'-gebied aangewezen omdat het een omvangrijk rivierenlandschap kent met onder andere slikkige rivieroevers, stroomdalgraslanden, en ruigten en zomen. Het is tevens een belangrijk broedgebied voor zowel moerasvogels als voor vogels van waterrijke gebieden en natte graslanden, en tevens een belangrijk rust- en foerageergebied voor eenden en ganzen. Het beschermingsregime van het Natura 2000-gebied heeft externe werking. Het zogeheten buffergebied rondom het natuurgebied, waarin landbouw wordt uitgeoefend, vraagt ook daarom bescherming tegen de eventuele gevolgen van de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen in het milieu. Het telen van genetisch gemodificeerde gewassen en de reguliere/biologisch landbouw zijn met elkaar strijdige functies, die niet naast of op korte afstand van elkaar kunnen bestaan. Daarom is in de doeleindenomschrijving van de bestemming Agrarisch met waarden – Landschap en van de bestemming Agrarisch met waarden – Landschap 1 de teelt en het toepassen van genetisch gemodificeerde gewassen op deze gronden uitgesloten. Dit is toereikend om de onbedoelde aanwezigheid van genetisch gemodificeerde organismen in landbouwproducten of de natuur te voorkomen en dient tevens om vervuiling van dit unieke natuurgebied met bestrijdingsmiddelen op en geproduceerd door genetisch gemodificeerde gewassen via bodem en water te voorkomen en de huidige biodiversiteit te waarborgen.