Plan: | Nijmegen Ooyse Schependom |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP18000-VG01 |
Het overgangsgebied van de binnenstad naar het onbebouwde buitengebied van de Ooijpolder is de afgelopen jaren vaak onderwerp van discussie geweest. Discussies variërend van kleine bestemmingswijzigingen tot initiatieven voor een groot restaurant dat werkgelegenheid zou moeten bieden aan onder andere cliënten van de Groesbeekse tehuizen. Hieronder volgt een beschrijving van de bij de gemeente Nijmegen bekende ontwikkelingen en initiatieven. Met het opnemen van deze initiatieven en ontwikkelingen in de ruimtelijke analyse wordt hieraan nadrukkelijk geen juridische status toegekend.
Staatsbosbeheer heeft een landschapsvisie en inrichtingsplan ontwikkeld voor de Stadswaard (het gebied ten noorden en noordoosten van de Ooysedijk). In het inrichtingsplan 'Buiten Ooij en Stadswaard bij Nijmegen' wordt de Stadswaard als volgt beschreven: speeluiterwaard voor stedelingen met een etalagefunctie voor natuur elders in de Gelderse Poort. Het plan is gericht op natuurontwikkeling in de uiterwaarden, onder andere door natuurlijke begrazing. Een meestromende nevengeul moet de dynamiek van de rivier weer terugbrengen in de Stadswaard. Zo ontstaan er geulen en eilanden waardoor het gebied avontuurlijker wordt als speeluiterwaard. Er is vrije toegang voor wandelaars in het gehele terrein.
Door een zonering aan te brengen voor het gebruik wordt voorkomen dat kwetsbare natuurplekken verloren gaan. Dicht bij de stad wordt struinnatuur ontwikkeld en rond de Oude Waal een rustgebied met weinig mogelijkheden voor recreatie. Met de ontwikkeling van de Stadswaard, de omgeving van de Oude Wael en De Vlietberg is nu vanaf Nijmegen tot aan de Duitse grens bij Millingen/Bimmen het volledige uiterwaardengebied inzetbaar voor natuurontwikkeling.
Het is de wens van de gemeente en Staatsbosbeheer om een voetgangersbrug te realiseren over 't Meertje. Met deze voetgangersbrug wordt bijgedragen aan de realisatie van een lang wandelpad langs de Waal van Gorinchem tot aan de Duitse grens. De voetgangersbrug is bedoeld om wandelaars vanuit het centrum snel de Stadswaard/Ooijpolder te laten bereiken. Rijkswaterstaat heeft inmiddels te kennen gegeven akkoord te kunnen gaan met het realiseren van deze voetgangersbrug.
Indicatieve ligging van de voetgangersbrug
Aanleiding voor deze voetgangersbrug is de wens om de verbinding tussen de binnenstad en met name de Waalkade en de Ooijpolder te verbeteren voor wandelaars. De toekomstige realisatie van het nieuwe Natuurmuseum in de Stratemakerstoren aan de Waalkade versterkt deze wens. Vanuit dit nieuwe natuurmuseum zal er een directe looproute over 't Meertje naar het aangrenzende natuurgebied komen. De voetgangersbrug is onderdeel van deze route en zal niet alleen door bezoekers van het museum gebruikt gaan worden, maar is openbaar toegankelijk.
De voetgangersbrug is gesitueerd op de grens tussen de binnenstad van Nijmegen en het Ooijpoldergebied aan de voet van de Waalbrug. De brug moet passen in het natuurlijke karakter van het gebied en bevindt zich ten opzichte van de Waalbrug vrij laag in het landschap. Doordat de brug zich in haar geheel in de uiterwaarde bevindt, is de brug bij elke waterstand steeds anders zichtbaar in het landschap. Ook bij een laag-watersituatie torent zij niet boven de uiterwaarde uit.
De directe omgeving van de voetgangersbrug is een uiterwaarde, de brug loopt dus van uiterwaarde naar uiterwaarde. Bij hoog water zal de voetgangersbrug deels onder water komen te staan. Het peil van het omringende terrein is gemiddeld 10,1 m +NAP, 't Meertje zelf ligt lager en heeft een gemiddelde waterstand tussen de 7 à 8 m + NAP. Daarbij is de hoogte van de bovenkant van de bodem van 't Meertje de niet gebaggerde hoogte.
In 't Meertje zijn momenteel 14 woonboten gelegen. Om de doorvaartmogelijkheden voor de woonboten en andere boten van het Meertje naar de Waal en vice versa te behouden, is in de regels van het bestemmingsplan bepaald dat de voetgangersbrug een doorvaarbreedte moet hebben van 16 meter, waarbij de brugconstructie mechanisch te openen is.
In het agrarisch gebied ten zuiden van de Ooysedijk en ten oosten van de Dijkgraaf van Wijckweg bestaat een particuliere ontwikkelingswens voor de vestiging van een buitenschoolse opvang (BSO Struin), inclusief kleinschalige bebouwing. Struin is gespecialiseerd in natuuractiviteiten voor kinderen. Kenmerkend voor Struin is: spelen en leren in en met de natuur, milieubewust, gezond en veel bewegen. De BSO biedt speelmogelijkheden in de natuur voor de kinderen die na schooltijd en in vakanties de BSO bezoeken.
Ten (noord)oosten van de locatie van de buitenschoolse opvang Struin heeft de Stichting Landwaard een initiatief voor de realisatie van schooltuinen. De schooltuinen zijn enerzijds gericht op de verbouw van groenten en fruit, anderzijds op de exploitatie van een weiland door begrazing met schapen. Doel is om de leerlingen van het Nijmeegse basisonderwijs te betrekken bij de natuur en de herkomst van voedsel uit eigen land. Voor basisscholen uit Nijmegen wordt het mogelijk om zelf groenten en fruit te verbouwen. De Stichting Landwaard wil de consumptie van gezond en duurzaam geproduceerd voedsel bevorderen en gezonde eet- en leefgewoonten stimuleren. Bij het ontwikkelen van het initiatief zal aandacht worden besteed aan de versterking van de landschappelijke kwaliteit. Het initiatief bestaat verder uit het plaatsen van een schuilonderkomen van maximaal 50 m2, het aanleggen van oppervlakteverharding en het aanleggen van een waterpomp.
Een initiatief betreft een deel van het perceel gelegen aan de Ooysedijk (ongenummerd) en de Dijkgraaf van Wijckweg (ongenummerd). Van dit perceel is de zuidwestelijke strook van 80 bij 80 meter afgesplitst om biologische bloemen, kleinfruit en fruitbomen en een biologische proeftuin voor groenten te beginnen. Het is de bedoeling dat hier op termijn een belevingstuin ontstaat, waarin niet alleen groenten en fruit worden verbouwd, maar waar consumenten kunnen worden ontvangen en rondgeleid voor educatie en voorlichting. De initiatiefnemer wilde hiervoor een aantal activiteiten uitvoeren: aanbrengen afrastering, aanleggen en inzaaien paden, plaatsen tijdelijke container, aanleggen waterbassin, plaatsen van drie koepelkassen, en een puls slaan voor de watervoorziening. Inmiddels richt het initiatief zich voor wat betreft de gebouwen op de bouw van een schuilgelegenheid van 25 m2 en een koepelkas van 43 m2.
Een tweede initiatief betreft eveneens een deel van het perceel aan de Ooysedijk (ongenummerd) en de Dijkgraaf van Wijckweg (ongenummerd). Van dit perceel is de noordoostelijke strook van 80 bij 80 meter afgesplitst. Hier wordt een biologische fruittuin aangelegd. Het is de bedoeling dat de proeftuin voor fruitbomen en kleinfruit in de toekomst als zelfpluktuin gaat functioneren. De initiatiefnemer wil een landbouwschuur bouwen van maximaal 50 m2 voor de opslag van landbouwwerktuigen. In de schuur komt ook een sanitaire voorziening.
Het college heeft in het coalitieakkoord opgenomen dat ze door een impuls te geven aan het toerisme de aantrekkelijkheid van de stad wil versterken. Daarvoor wil het College een stadscamping en/of camperplaats realiseren om toeristen langer en vaker aan de stad te binden. Op dit moment wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een camping en/of camperplaats in Nijmegen. Het gebied van de Ooyse Schependom is daarbij in beeld als één van de te onderzoeken locaties. Inmiddels is duidelijk dat de camperplaats niet in de Ooyse Schependom gerealiseerd zal worden. Een camperplaats wordt daarom in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt.
Voor de Ooysedijk 7-11-13 is in 2004 een verzoek ingediend om de bestemming te wijzigen van de voormalige bedrijfsgebouwen (oude smederij) en bijbehorende terreinen. Er bestaan al jaren plannen om hier een smederijmuseum/restaurant te realiseren. In de bebouwing achter de Ooysedijk 21/23 waren circa 20 gastenkamers (polderlogies) gedacht. Daarnaast is een bouwaanvraag ingediend voor een Havenhuis met zicht op 't Meertje en polderlogies en een poortgebouw voor het smederijcomplex. Bij besluit van 5 december 2011 heeft het college geweigerd de benodigde vrijstellingsprocedure ten behoeve van de bouwaanvragen voor een Havenhuis en een Poortgebouw (met daarin opgenomen 2 bedrijfswoningen) te doorlopen.
Voor de tussenliggende eengezinswoningen zijn geen plannen voor herontwikkeling en/of herbestemming bekend. Het pand genaamd “De Polderkamer” heeft van oudsher een horecabestemming. Deze voormalige horecagelegenheid staat sinds de jaren 80 van de vorige eeuw leeg. Op de eerste en tweede verdieping van het pand wordt gewoond.