Plan: | Nijmegen Brakkenstein |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP16000-OH01 |
Het ruimtelijke grondwaterbeschermingsbeleid is opgenomen in het Streekplan. Dit moet vestiging of uitbreiding van risicovolle functies in waterwingebieden voorkomen. Nieuwe bestemmingen met grotere grondwaterrisico's dan bestaande zijn niet acceptabel. Uitbreiding van bestaande activiteiten mag ook geen hoger risico opleveren (stand still). Er wordt gestreefd naar vermindering van risico's (step forward). Afwegingen over vestiging en/of uitbreiding van risicodragende functies zoals woningbouw en bedrijvigheid in beschermingsgebieden worden steeds in het kader van het ruimtelijk toelatingsbeleid gemaakt. De Provinciale milieuverordening Gelderland bevat een lijst van activiteiten die nimmer als een "stap vooruit" kunnen worden beschouwd en derhalve zonder meer uitgesloten zijn (zie PmG, bijlage 10 d en c).
In het overige deel van de grondwaterbeschermingsgebieden (de 25-jaarszones) zijn nieuwe bestemmingen met grotere grondwaterrisico's dan bestaande niet acceptabel. Uitbreiding van bestaande activiteiten mag ook geen hoger risico opleveren (stand still). Er wordt gestreefd naar vermindering van risico's (step forward).
Bij de beoordeling van bestemmingswijzigingen in deze gebieden wordt uitgegaan van het 'stand still / step forward'-principe. Dat wil zeggen dat toekomstige ontwikkelingen geen groter risico mogen opleveren voor de grondwaterwinning dan in de huidige situatie het geval is en dat naar vermindering van het risico wordt gestreefd. Bij deze beoordeling is voor landbouwkundige functies de door de Europese en nationale wetgeving beoogde eindsituatie het uitgangspunt. Duurzame landbouw wordt derhalve als referentie gebruikt.
Voor de overige functies is de reeds aanwezige of goedgekeurde bestemmingssituatie de referentie. Het gaat hierbij ook om de beoordeling van de risico's dat emissies in de bodem en in het grondwater kunnen geraken in onvoorziene omstandigheden (ongelukken en calamiteiten). De planologische beoordeling is gericht op het verkleinen van het risico van dergelijke emissies met schadelijke stoffen. Alleen met een terughoudend beleid inzake het (doen) toekennen van nieuwe bouwmogelijkheden kunnen deze risico's in grondwaterbeschermingsgebieden worden beheerst.
Toename van risico's kunnen aan de orde zijn bij grootschalige nieuwe woonlocaties, bedrijventerreinen, verblijfsrecreatieterreinen, concentraties van dagrecreatie, hervestiging van glastuinbouw en intensieve verblijfsrecreatie. Functieverandering in de richting van o.a. grondgebonden landbouw, extensieve dag- en verblijfsrecreatie, natuur(ontwikkeling) en nieuwe landgoederen verkleinen veelal het risico.
Het Stand still/step forward-principe wordt getoetst aan de planologische mogelijkheden en niet aan de daadwerkelijke situatie. Compensatie van risico's (door op de ene plaats meer toe te staan en op een andere plaats minder) wordt niet als 'stand still' gezien en is bij dit principe niet aan de orde. Het principe wordt derhalve bij een planwijziging of -herziening per locatie beoordeeld. Uiteraard wegen het saldo over het gehele plangebied en de daadwerkelijke situatie een rol in de afweging van het resultaat. Het wegnemen van ongewenste bestemmingen en/of toelaatbare functies daarbinnen is een positieve bijdrage aan het principe. Als er echter geen reden (meer) is om aan te nemen dat de bestemmingen en/of de functies ook daadwerkelijk gerealiseerd zouden worden, is de positieve bijdrage van het wegnemen van de bestemming slechts zeer gering.
Nu zijn er binnen het plangebied van Brakkenstein een aantal ontwikkelingen gaande die voorzien in het vermeerderen van het bebouwde oppervlak en het vergroten van het aantal woningen. In dat kader moet derhalve een toetsing aan het genoemde principe plaatsvinden en aan de Provinciale milieuverordening Gelderland.
Ook in het kader van de actualisering van het bestemmingsplan ontstaat meer bouwruimte om te kunnen voldoen aan de hedendaagse woonwensen en de voorwaarden uit de bouwverordening en het Bouwbesluit. Gemiddeld komt deze uitbreiding neer op ongeveer 10% van de oppervlakte van de bestaande bouwmogelijkheden.
In het kader van dit bestemmingsplan worden hierna de algemene stappen voorwaarts in beeld gebracht. In de navolgende paragrafen volgt per ontwikkeling de balans van de stappen voorwaarts en achterwaarts. Hierbij is een negatief getal nadelig t.o.v. het grondwaterbeschermingsgebied en een positief getal voordelig.
Stap 1
De vigerende bestemmingsplannen kennen geen planologische bescherming voor het grondwaterbeschermingsgebied. Het vigerende bestemmingsplan Brakkenstein 1985 kent wel een bestemming voor het waterwingebied. Het toevoegen van een planologische bescherming van het grondwater middels de nieuwe aanduiding Milieuzone-Grondwaterbeschermingsgebied met een oppervlakte van ruim 159 ha (zijnde het gehele plangebied minus het waterwingebied) met de daarbij behorende specifieke gebruiksvoorschriften en een aanlegvergunningenstelsel neemt een zeer grote planologische bedreiging weg.
Stap 2
De bestemming Waterwingebied wordt aangepast aan de daadwerkelijke aangewezen begrenzing. Hierbij wordt met name de Heemraadstraat binnen het waterwingebied opgenomen (± 7.500 m2).
Stap 3
Binnen enkele van de hierna te behandelen ontwikkelingslocaties wordt nog een aantal grote stappen voorwaarts gezet. Dit betreft met name het herbestemmen van bestaand bos- en natuurgebied van de locaties Landgoed De Driehuizen, de GGz en het Neboklooster. Hierbij wordt ongeveer 28,9 hectare bos positief bestemd en met name het aanleggen van verhardingen uitgesloten. Hierbij komt ook nog ± 17,5 ha van het bos van het waterwingebied waarvan nu de natuurwaarden positief bestemd worden. Voor de GGz en het Neboklooster worden zelfstandige bestemmingsplannen opgesteld.
De vigerende bestemming van het landgoed laat zowel in het bos als op de akkers het gebruik als sportvelden, speelterreinen en moestuinen toe. De voor het doel benodigde bebouwing is toegelaten. Er vind nog intensieve akkerbouw plaats in de vorm van maïsteelt.
Deze bestemming wordt, daar waar die nog niet is gerealiseerd, omgezet naar Bos en Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden. Uitzondering hierop is de uitbreiding van de hockeyvelden met een 6e veld. Hiervoor is planologisch ruimte gereserveerd. De planologische bedreiging van het grondwaterbeschermingsgebied, met een oppervlakte van ruim 30 hectare, wordt met deze herbestemming weggenomen. Hiervan is ± 18 ha bos. Het huidige intensieve akkerbouwgebruik wordt uitgesloten.
De bestaande bestemming (van het bestemmingsplan Brakkenstein 1985) "BD-A", "Bijzondere doeleinden en/of bijzondere woondoeleinden" is gericht op de bouw van bijzondere gebouwen en/of bijzondere woongebouwen zoals bejaardencentra, kloosters en dergelijke met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken. Specifieke gebruiksdoeleinden voor de onbebouwde gronden zijn er verder niet.
Het huidige gebruik bestaat uit kerk, klooster, begraafplaats en kloostertuin.
Bestaande bouwmogelijkheden: (bebouwd)
Kerk en klooster 20% van 27.485 m2 = 5.497 m2 (6.605 m2)
Bijgebouwen extra 1 x 100 m2 = 100 m2 (80 m2)
Totaal = 5.597 m2 (6.685 m2)
Het plan voorziet in de realisering van ruim 90 woningen met ondergrondse parkeervoorzieningen voor de bewoners en bovengrondse parkeervoorzieningen voor bezoekers.
Bebouwing bestaande situatie = 6.685 m2
Bebouwing nieuwe situatie = 7.690 m2
Saldo t.o.v. bestaande bebouwing = 1.005 m2
Saldo t.o.v. planologische mogelijkheden = 2.093 m2
Al met al kan geconcludeerd worden dat, ondanks dat de vergroting van de planologische en daadwerkelijke bouwmogelijkheden binnen het plangebied, er sprake is van een stap voorwaarts en dat daarmee aan het provinciale beleid wordt voldaan.
Die stap voorwaarts komt voort uit: