direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer
Plan: Nijmegen Brakkenstein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP16000-OH01

Artikel 18 Verkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, paden en pleinen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen);
  • b. verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden) en openbaar vervoer;
  • c. (ongebouwde) parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding (p),
  • d. kunstwerken in de vorm van bruggen en viaducten ter plaatse van de aanduiding (br),
  • e. overige kunstwerken,
  • f. railverkeer ter plaatse van de aanduiding (rv), inclusief de daarbij behorende halteplaatsen, perrons en emplacementen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer;
  • h. bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, waterpartijen taluds, parkeergelegenheden, fietsenstallingen, verkeersborden en verhardingen,
  • i. geluidwerende voorzieningen,
  • j. (bouw)werken ten algemene nutte ingevolge het bepaalde in artikel 24.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. civieltechnische kunstwerken in algemene zin;
  • b. bruggen en viaducten ter plaatse van de aanduiding (br)
  • c. gebouwde parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding (p);
  • d. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde;
  • e. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemene nutte als bedoeld in artikel 24.

18.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 20.2.1 genoemde bouwwerken voor zover wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding bouwvlak, met dien verstande dat:

1. het bouwperceel binnen de aanduiding bouwvlak tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage mag wordne bebouwd, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding bouwvlak geheel worden bebouwd;

2. de goot- en nokhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding bouwvlak niet meer mogen bedragen dan ter plaatse is aangegeven;

  • b. de bouwhoogte van bruggen en viaducten mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen, (licht)masten en beeldende kunst alsmede voorzieningen voor verkeersgeleiding hoger mogen zijn;
  • d. de bouwhoogte van fietsenstallingen mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • e. voor de inhoud en hoogte van gebouwen en overkappingen ten algemene nutte is het bepaalde in artikel 24 van toepassing.
18.3 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 18.2 voor de bouw van een kiosk ten behoeve van een detailhandelsbedrijf of een horecabedrijf met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwde oppervlakte per kiosk maximaal 50 m² mag bedragen;
    • 2. de maximale goothoogte 3 meter en de maximale bouwhoogte 5 meter mag bedragen;
    • 3. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  • b. lid 18.2 voor de bouw van een gebouwd terras, met dien verstande dat:
    • 1. het gebouwde terras aan een bestaand gebouw gebouwd dient te zijn, dat ingevolge deze regels gebruikt mag worden voor een horecabedrijf;
    • 2. de hoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan de hoogte van de bouwlaag op de begane grond van het gebouw waaraan het gebouw wordt toegevoegd;
    • 3. het terras geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.