Plan: | Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2017, Veegplan 2 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0212-0001 |
Op 30 mei 2022 heeft de gemeenteraad de motie ‘Scheurverbod vogelrichtlijngebieden binnen Natura 2000-gebieden’ aangenomen.
De motie roept het college op te bekijken of het noodzakelijk is het scheurverbod van blijvend grasland uit het geldende bestemmingsplan voor het buitengebied aan te passen aan een motie uit de Tweede Kamer. Aanleiding tot deze motie van de gemeenteraad is een motie van het Tweede Kamerlid Boswijk c.s. Het kamerlid riep daarin het kabinet op om voor Vogelrichtlijngebieden een uitzondering te maken voor het scheurverbod. Het kamerlid is van oordeel dat het mogelijk moet zijn om eens per tien jaar noodzakelijk onderhoud aan grasland uit te voeren zonder dat het beschermde dieren en hun leefgebied schaadt. Een scheurverbod is daarbij een onnodige beperking om dit onderhoud uit te kunnen voeren.
Is het aanpassen van de regeling uit het bestemmingsplan voor het buitengebied noodzakelijk?
In artikel 36, lid 1 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' zijn regels over het scheuren van grasland opgenomen. De gemeenteraad heeft aangegeven de regeling uit het bestemmingsplan aan te willen passen als de wijziging van het rijksbeleid daartoe aanleiding geeft. Inmiddels is de motie van de Tweede Kamer vertaald in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, te weten het document GLMC 9 – Verbod omzetten en ploegen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland en andere gebieden en omzetverplichting (zie Bijlage 1 GLMC 9 - Verbod omzetten en ploegen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland en andere gebieden en omzetverplichting).
Vervolgens zijn de mogelijkheden om artikel 36, lid 1 aan te passen aan het nieuwe rijksbeleid onderzocht. Het resultaat van het onderzoek is dat het bestemmingsplan op dit onderdeel is herzien. Artikel 36, lid 1 is gewijzigd door het scheurverbod voor blijvend grasland in de agrarische bestemmingen in Polder Arkemheen te schrappen.
In hoofdstuk 2 is toegelicht op basis van welke overwegingen tot deze keuze is gekomen.
Het plangebied betreft het buitengebied van de gemeente Nijkerk en is gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2'. Er zijn na vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' binnen het plangebied vier nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld. In die bestemmingsplannen is geen aanlegvergunningstelsel opgenomen dat op basis van voorliggende herziening een aanpassing behoeft. Die bestemmingsplannen maken geen deel uit van het plangebied.
Het betreft de volgende bestemmingsplannen:
Naam bestemmingsplan | IMRO-code | Datum |
Herziening Slichtenhorsterweg 24, 24a | NL.IMRO.0267.BP0194-0002 | 21-09-2023 |
Buitengebied Nijkerk 2017, 8e herziening Bunschoterweg 39, Nijkerk | NL.IMRO.0267.BP0197-0002 | 22-06-2023 |
Buitengebied Nijkerk 2017, herziening Amersfoortseweg 53 | NL.IMRO.0267.BP0179-0002 | 30-03-2023 |
Buitengebied Nijkerk 2017, 7e herziening Domstraat 60-60a | NL.IMRO.0267.BP0186-0002 | 20-10-2022 |
Voor het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:
Naam bestemmingsplan | IMRO-code | Datum |
Buitengebied Nijkerk 2017 | NL.IMRO.0267.BP0057-0003 | 30 mei 2017 (vastgesteld) |
Buitengebied 2017, eerste herziening | NL.IMRO.0267.BP0148-0002 | 27 mei 2019 (vastgesteld) |
Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 1 | Nl.IMRO.0267.BP0135-0004 | 13 mei 2020 (onherroepelijk) |
Parapluherziening (on)zelfstandige woonruimte en voorgevelrooilijn | NL.IMRO.0267.BP0149-0002 | 24 september 2020 (vastgesteld) |
Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2 | NL.IMRO.0267.BP0172-0002 | 30 mei 2022 (vastgesteld |
De aanpassingen die in voorliggende herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' worden meegenomen, worden in hoofdstuk 2 beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de onderzoeksaspecten. Hoofdstuk 4 bevat een beknopte toelichting op de juridische aspecten en in hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Vogelrichtlijn- en Natura 2000-gebied
Grote delen van Polder Arkemheen liggen binnen het begrensde Natura 2000- en Vogelrichtlijngebied. Het Vogelrichtlijngebied (EU-Richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979) heeft tot doel om alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het grondgebied van de Europese Unie te beschermen, inclusief en in het bijzonder de leefgebieden van bedreigde en kwetsbare soorten.
Het gebied is tevens aangewezen als gebied dat tot het Natura 2000-netwerk behoort. Deze gebieden zijn in Nederland beschermd gebied.
Waarom is Polder Arkemheem aangewezen als Vogelrichtlijngebied?
Polder Arkemheen is aangewezen als Vogelrichtlijngebied vanwege de aanwezigheid van open vochtige graslanden die als geheel het leefgebied vormen van een groot aantal vogelsoorten. Voor minstens twee vogelsoorten is hierbij sprake van internationale betekenis, namelijk Kleine Zwaan en Smient. Het doel is het behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van beide soorten met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 190 Kleine Zwanen en 850 Smienten (gemiddeld per seizoen). Polder Arkemheen fungeert tevens als overwinteringsgebied en rustplaats voor vele andere vogelsoorten. Naast deze soorten is de polder aanvullend beschermd voor Bittervoorn.
Voor beide vogelsoorten en tevens voor de weidevogels zijn gras, rust en water belangrijke te beschermen waarden in de polder. Het beschermen van deze waarden staat gangbaar agrarisch graslandbeheer niet in de weg. Er moet dan wel sprake zijn van blijvend grasland en relatief hoge waterstanden. Een regelmatige afwisseling met gewassen, zoals mais, komt de kwaliteit van het leefgebied niet ten goede. Voor weidevogels is een aangepast beheer zoals onder meer uitgestelde maaidata noodzakelijk.
Het leefgebied voor Kleine Zwaan en Smient is niet gevoelig voor depositie van stikstof.
Beheerplan Natura 2000-gebied Arkemheen
Provincie Gelderland heeft voor het Natura 2000-gebied Arkemheen een beheerplan opgesteld (januari 2016). Het doel van het beheerplan is te zorgen voor een gunstige staat van instandhouding ten behoeve van Kleine Zwaan en Smient. In beide gevallen gaat het om behoud van omvang en kwaliteit van hun leefgebied.
De in het beheerplan opgenomen weidevogels vallen onder de bescherming van de Wet natuurbescherming. Het beheerplan bevat geen uitwerking van maatregelen voor deze soorten.
Nieuw beheerplan Polder Arkemheen i.o.
Op het moment dat dit voorstel tot herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' voorligt werkt de provincie aan een nieuw beheerplan voor de polder. In het conceptbeheerplan overweegt de provincie richtlijnen (aanbevelingen) op te nemen voor de doelsoorten Kleine Zwaan en Smient en voor de weidevogels.
Voor weidevogels ligt er het voorstel het graslandgebruik verder te extensiveren, bijvoorbeeld met behulp van zware beheerpakketten als maaidatumbeheer of kruidenrijk weidevogelgrasland. Door meer structuurrijk grasland wordt het aantrekkelijker voor de weidevogels (Grutto’s) om zich hier, net als in de periode vóór 1998, weer te vestigen. Later maaien geeft een hoger broedsucces waarna als gevolg van broedplaatstrouw de vogels er de volgende jaren weer terugkomen om te broeden.
Tevens ligt er het voorstel voor meer beweiding gedurende het broedseizoen. Dit geldt vooral voor het boerenland en het particulier reservaat.
Wet natuurbescherming
Naast het beleid voor Natura 2000-gebieden dient er rekening te worden gehouden met de bescherming van de weidevogels. De bescherming van weidevogels valt onder de Wet natuurbescherming. Deze wet beschermt Nederlandse natuurgebieden en planten- en diersoorten. De wet moet ervoor zorgen dat de verschillende planten- en diersoorten in de natuur blijven bestaan. Ook kwetsbare soorten mogen niet verdwijnen. Uit de wet vloeit de plicht voort (artikel 1.11) dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor beschermde gebieden, in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving.
Regeling in het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2'
Ter bescherming van de aanwezige landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden op agrarische gronden en in de natuur- en bosgebieden is in het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' artikel 36 ‘Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden’ (voorheen aanlegvergunningstelsel genoemd) opgenomen. Een aantal werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden moet eerst worden getoetst op hun mogelijke nadelige effecten op de aanwezige natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in het gebied, alvorens een omgevingsvergunning kan worden verleend. Het gaat om het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden zoals: het scheuren van gronden, het kappen van houtopstanden (bomen), het bebossen of beplanten met houtopstanden, het diepploegen en diepspitten, het egaliseren van gronden, het ophogen en afgraven van gronden, het dempen van sloten en het aanleggen van drainage.
Voor de polder, het Natura 2000-gebied, het weidevogelgebied en het Gelders natuurnetwerk is in het bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' een verbod op genomen voor:
Deze verboden beogen te voorkomen dat grasland verdwijnt of in de huidige staat te intensief gebruikt en bewerkt wordt.
Voorstel tot aanpassing van de regels
De motie van Tweede Kamerlid Boswijk c.s. heeft aanleiding gegeven de regels over het scheuren en/of frezen van grasland in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2' te herzien. Aan deze herziening liggende volgende overwegingen ten grondslag:
Aanbeveling in ontwerpbeheerplan polder Arkemheen
Het schrappen van het scheurverbod ontslaat ondernemers niet van de zorgplicht die voortvloeit uit de Wet natuurbescherming. Het voorstel is in het nieuwe beheerplan aanbevelingen op te nemen die voorzien in de zorgplicht en in een goed beheer van het blijvende grasland. In het ontwerp worden mogelijk enkele aanbevelingen opgenomen die erin voorzien dat het areaal blijvend grasland ongewijzigd blijft en dat er geen scheurverbod gaat gelden voor blijvend grasland.
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.
De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De voorliggende herziening van het bestemmingsplan betreft het aanpassen van de regels over het scheuren en/of frezen van grasland in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2'. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Een nadere onderbouwing met onderzoek is niet nodig.
Het voorliggende bestemmingsplan 'Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2017, Veegplan 2' is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2.
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de juridische regeling van het bestemmingsplan. De juridische regeling bestaat uit een verbeelding en de regels. De onderdelen verbeelding en regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen dan ook altijd gezamenlijk geraadpleegd en gelezen te worden. De plantoelichting heeft geen rechtskracht.
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit drie hoofdstukken:
De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaarden (SVBP 2012).
Hierna worden de drie hoofdstukken kort toegelicht.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
In dit hoofdstuk, in hoofdstuk ‘begrippen’, zijn alleen de begrippen ‘plan’ en ‘bestemmingsplan’ opgenomen, waarmee de herziening wordt geduid. Daarnaast is in hoofdstuk 1 het artikel ‘van toepassing verklaring’ opgenomen waarin de onderliggende geldende bestemmingsplannen van toepassing zijn verklaard, met de wijzigingen zoals in voorliggende herziening zijn doorgevoerd. De verbeelding wordt niet gewijzigd.
Hoofdstuk 2 Algemene regels
In hoofdstuk 2 wordt de wettelijk verplicht op te nemen anti-dubbeltelregel opgenomen. In deze regel is vastgelegd dat grond die in aanmerking moest worden genomen bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarvan de uitvoering heeft plaatsgevonden of alsnog kan plaatsvinden, bij de beoordeling van een andere aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen niet opnieuw in beschouwing mag worden genomen.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
In het overgangsrecht is een verplicht op te nemen regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.
In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.
De gemeente informeert de eigenaren in het plangebied met een brief over de wijziging in de regels van het bestemmingsplan. In de brief zal ook gewezen worden op de zorgplicht die onder de Wet natuurbescherming onverminderd van kracht blijft.
In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt dit bestemmingsplan kortgesloten met de gebruikelijke partners. Het gaat om Provincie Gelderland, Waterschap Vallei en Veluwe en de buurgemeenten Amersfoort, Bunschoten, Putten en Zeewolde. Gemeenten Amersfoort en Bunschoten hebben gereageerd en laten weten geen bedenkingen te hebben tegen het ontwerp van de herziening. Van de overige instanties heeft de gemeente geen tijdige reactie ontvangen.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2017, Veegplan 2' wordt voor een periode van zes weken voor een ieder ter inzage gelegd.