direct naar inhoud van Bijlagen Toelichting
Plan: Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2017, Veegplan 2
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0212-0001

Bijlagen Toelichting

Bijlage 1 GLMC 9 - Verbod omzetten en ploegen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland en andere gebieden en omzetverplichting

  • 1. Ecologisch kwetsbaar blijvend grasland wordt niet geploegd of omgezet.
  • 2. Als blijvend grasland dat ecologisch kwetsbaar is wordt aangemerkt door de minister aangewezen blijvend grasland gelegen in gebieden die op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming zijn aangewezen ter uitvoering van Externe link:Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 206).
  • 3. Op blijvend grasland als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend een lichte grondbewerking toegestaan. 4.
  • 4. Op blijvend grasland, gelegen in gebieden die op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming door de minister zijn aangewezen ter uitvoering van Externe link:Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEu 2010, L 20), geldt een ploegverbod overeenkomstig de voor die gebieden ingevolge artikel 2.3 van de Wet natuurbescherming vastgestelde beheerplannen.
  • 5. Een landbouwer die beschikt over areaal dat van aangewezen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland is omgezet in land voor andere vormen van grondgebruik wordt verplicht dit areaal om te zetten in grasland dat niet mag worden omgeploegd of omgezet en voor de toepassing van deze bepaling na de omzetting direct aangemerkt als blijvend grasland.
  • 6. De omzetverplichting wordt opgelegd aan de landbouwer die een perceel in gebruik heeft dat is omgezet van aangewezen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland in land voor andere vormen van grondgebruik.
  • 7. De minister stelt de betrokken landbouwer zo snel mogelijk, maar uiterlijk voor 1 maart van het kalenderjaar volgend op het aanvraagjaar, in kennis van de oppervlakte waarop deze omzetverplichting betrekking heeft.
  • 8. De landbouwer die de omzetverplichting krijgt opgelegd zet de vereiste oppervlakte om in grasland overeenkomstig de voorwaarden die in de kennisgeving zijn geformuleerd.