Plan: | Het Spaanse Leger |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0062-0002 |
het bestemmingsplan Het Spaanse Leger van de gemeente Nijkerk ;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0267.BP0062- 0002 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
artikelen die niet tot het tuincentrumassortiment behoren, maar daarmee wel een relatie hebben, zoals cadeau en sfeer/interieurdecoratie, seizoensartikelen (kerst, pasen etc), dierenbenodigdheden en levende dieren, verlichting en elektra, tuinkleding en accessoires, vuurwerkverkoop;
gebruik van gronden voor het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een wormenkwekerij;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon die functioneel verbonden is met het bedrijf en wiens huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ter plekke noodzakelijk is;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
omgevingsvergunningplichtige activiteit, voor zover het betreft het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
iedere bovenbeeïndiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en spijzen voor het gebruik ter plaatse;
detailhandel waarbij het te koop aanbieden van goederen plaatsvindt via het internet;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
alle beroeps- en bedrijfsactiviteiten in een woning of een bijbehorend bouwwerk, die passen in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten milieucategorie 1, dan wel daarmee gelijk te stellen zijn, gelet op de aard van die activiteiten en de invloed ervan op de omgeving;
een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;
detailhandel die wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het bedrijf dan wel de betreffende instelling;
horeca die wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het betreffende bedrijf dan wel de betreffende instelling;
de grens van een bouwperceel;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorziening gericht op het bieden van vrij en openbaar toegankelijke sport- en spelmogelijkheden voor met name kinderen en/of jeugd;
artikelen die onderdeel zijn van het assortiment van een tuincentrum, waaronder in ieder geval begrepen: zaden, eenjarige planten, vaste planten, bomen en heesters, coniferen, kamerplanten, snijbloemen, bloembollen, droog-/zijdenbloemen, potterie, beelden en ornamenten, vijvermaterialen (incl. vijvervissen), tuingereedscap (motorisch en niet-motorisch), tuinverlichting, grondproducten, tuinmeubelen inclusief kussens en parasols, tuinhout, meststoffen, gewasbescherming, bestrating, blokhutten/kasjes/ serres, bbq en accesssoires, tuinspeelgoed;
het voor publiek toegankelijke deel van de winkelvloeroppervlakte (binnen of buiten) waar artikelen voor de verkoop worden aangeboden, inclusief etalageruimte en de ruimte achter de toonbank dan wel kassaruimte;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;
voorzieningen ter regulering en ondersteuning van de waterhuishouding, daaronder mede begrepen al dan niet ondergrondse bergbezinkbassins;
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
de bovenste ruimte in een gebouw onmiddellijk onder de kap.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en andere uitstekende delen van ondergeschikte aard buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan en kunnen schuilstallen voor landbouwhuisdieren worden toegestaan, mits:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Overtreding van het bepaalde in 3.4.1 is een strafbaar feit.
De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | bedrijfsactiviteit |
Jan Plassensteeg 26 | garagebedrijf, waaronder begrepen de handel in auto's, niet zijnde een autoplaatwerkerij of -spuiterij |
Jan Plassensteeg 18, 18a, 18b | werkplaatsen ten behoeve van handel, nijverheid en opslagruimten, waarbij onder handel niet wordt verstaan de uitoefening van detailhandel |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Op de voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
bestemmingsvlak op adres | maximale oppervlakte in m2 |
Jan Plassensteeg 16 | 250 |
Jan Plassensteeg 18, 18a, 18b | 2.785, met dien verstande dat deze oppervlakte na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 18.1 onder d maximaal 2.648 m2 bedraagt; |
Jan Plassensteeg 26 | 335 |
Jan Tymensteeg 20 | 225 |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij (bestaande) bedrijfswoningen gelden in aanvulling op dan wel in afwijking van het bepaalde in 4.2.1 de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Een in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend de
bewoning van bedrijfsruimten.
Overtreding van het bepaalde in 4.5.1 is een strafbaar feit.
De voor ' Detailhandel ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Detailhandel ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Groen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Tuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Tuin ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Verkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Verkeer ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 8,50 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres |
bedrijfsactiviteit |
Amersfoortseweg 84 | schoonmaakbedrijf |
met daarbij behorende:
Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 19.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Een in 11.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Overtreding van het bepaalde in 11.5.1 is een strafbaar feit.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.1 ten behoeve van het gebruik voor niet-woonactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Een in 11.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de leiding, alsmede voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2 en worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
Een in 12.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de gasleiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 12.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning hoort het bevoegd gezag de betreffende leidingbeheerder(s).
De voor ' Waarde - Archeologie ’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 13.2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels en de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de in 13.1 genoemde gronden is het verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van 13.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek en/of naar het oordeel van een archeologisch deskundige namens de gemeente is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
Het in 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Afwijkingen in maten en afmetingen zoals die legaal bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden.
Bouwen ten behoeve van de in dit bestemmingsplan aangewezen bestemmingen dient uitsluitend plaats te vinden met inachtneming van de gemeentelijke parkeernormen zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag van de omgevingsvergunning.
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
Overtreding van het bepaalde in 16.1 is een strafbaar feit.
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
tenzij deze in het plan zijn bestemd.
Inrichting van gronden ten behoeve van de in dit bestemmingsplan aangewezen bestemmingen dient uitsluitend plaats te vinden met inachtneming van de gemeentelijke parkeernormen zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag van de omgevingsvergunning.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;
Een in 17.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 18.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 18.2.1 onevenredig worden geschaad en/of de uitvoerbaarheid niet is aangetoond vinden de genoemde wijzigingsbevoegd- heden geen toepassing.
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Het Spaanse Leger .
oktober 2013.