Plan: | De Flier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0042-0003 |
In 1992 heeft Nederland het Verdrag van Malta ondertekend, waarmee ons land zich verplichte tot het beter beschermen van archeologische waarden. Ten behoeve van de implementatie werd in 2006 de Monumentenwet gewijzigd en werd het Verdrag van Malta in 2007 geïmplementeerd waardoor een aantal wetten werden gewijzigd inclusief de Monumentenwet (1988).
De uitgangspunten van het verdrag zijn:
De zorgplicht voor het archeologisch bodemarchief is primair bij de gemeenten gelegd.
De provincie heeft in het Provinciale Streekplan (2005) gesteld: "Wij hebben geconstateerd dat de regio voor de aspecten cultuurhistorie en archeologie geen ruimtelijke afwegingen heeft gemaakt. Dat betekent dat de gemeenten bij uitwerking van plannen binnen zoekzones in alle gevallen deze waarden alsnog zullen moeten onderzoeken en bij hun afwegingen moeten betrekken. Zij moeten er rekening mee houden dat na het van kracht worden van de archeologiewet bestemmingsplannen "Malta-proof" moeten zijn" (5.7.2 Cultuurhistorie en Archeologie). Een en ander is uitgewerkt in de nota Belvoir 3 (2009-2012) waarin de omgeving van Nijkerk is aangeduid als parelgebied. |
Om het archeologiebeleid gestalte te geven heeft de gemeente Nijkerk een archeologische waarden- en verwachtingenkaart laten maken op basis waarvan een beleidskaart is gemaakt (vastgesteld in 2011). Deze kaart met het bijbehorend rapport vormt de basis voor het gemeentelijke archeologiebeleid. Uitgangspunt is dat archeologisch waardevolle terreinen worden behouden voor de toekomst. Alleen wanneer dat niet mogelijk is, dient door middel van een opgraving de archeologische informatie te worden veiliggesteld.
Onderstaand is een uitsnede van het plangebied van de archeologische waarden- en verwachtingskaart voor de gemeente opgenomen.
afbeelding - uitsnede Archeologische Beleidskaart Nijkerk
Als voorbereiding op het bestemmingsplan De Flier is in 2010 door RAAP een onderzoek uitgevoerd in het plangebied (zie Bijlage 10). Daarbij was de opdracht breed gesteld waardoor niet alleen archeologische waarden in kaart zijn gebracht maar ook cultuurhistorische waarden om op basis daarvan een gespecificeerde verwachting op te stellen. De belangrijkste conclusies zijn:
Gezien de lage verwachting en de verstoringsgraad van het gebied wordt het niet zinvol geacht om verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Ten aanzien van het oude Rijnkanaal geldt dat het de voorkeur heeft deze resten te behouden en te visualiseren. Indien behoud niet mogelijk is dan dient archeologisch onderzoek plaats te vinden om informatie te verzamelen over de aanleg en het uiterlijk van dit historische element. Delen van het kanaal zijn aangewezen als gemeentelijk monument. Deze liggen overigens buiten het plangebied van De Flier. Om inzicht te krijgen in de ontginningsgeschiedenis van het gebied zal een oostwest ontsluiting archeologisch worden begeleid om eventuele oudere verkavelingsstructuren in kaart te brengen.
Ondanks het zorgvuldige archeologiebeleid, waarbij indien nodig archeologisch onderzoek plaatsvindt, kunnen altijd toevalsvondsten worden gedaan. Hiervoor geldt de verplichting om hier direct melding van te maken bij de gemeente Nijkerk.