Plan: | Nijkerk 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0027-0004 |
Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ruimtelijk plan mag namelijk geen significante gevolgen hebben voor een te beschermen gebied en/of soort.
Gebiedsbescherming
Voor de gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale beschermingszones aangewezen met een hoge wettelijke bescherming. Hiervoor zijn Natura 2000-gebieden en gebieden onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgenomen.
Natura 2000
Het Natura 2000 netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en aangemeld onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle Vogel- of Habitatrichtlijngebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben. De overkoepelende naam voor deze gebieden is "Natura 2000-gebied".
Het plangebied bevindt zich op minder dan 3 km van een Natura 2000-gebied. Dit gebied heeft de naam “Arkemheen” en ligt ten noorden van de kern Nijkerk. Het gebied is ruim 1.400 hectare groot en bestaat uit twee laaggelegen, lege, open polders langs de Randmeren. Dit zijn de Putterpolder en de Nijkerkerpolder. De polders bestaan tegenwoordig uit, deels zilte, graslanden en enkele rietlandjes.
Gezien de relatief grote afstand van het plangebied tot het Natura 2000 gebied en het feit dat het hier om een actualisatie van een bestemmingsplan gaat, kan worden gesteld dat er geen effecten op kwalificerende soorten, habitats en (niet-) broedvogels zullen zijn. Van mogelijk latere ontwikkelingen die gaan plaatsvinden moet uiteraard wel de eventuele invloed op het Natura 2000 gebied worden getoetst.
Ecologische Hoofdstructuur
De EHS is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.
De EHS bestaat uit:
Ten noordoosten van het plangebied zijn 2 EHS gebieden gelegen. Het gebied ten noorden van het plangebied (globaal gelegen tussen de Putterstraatweg, Nijkerkerstraat, Meskampersteeg en de spoorlijn Nijkerk-Putten) bestaat voornamelijk uit bossen. Het gebied ten oosten van het plangebied (globaal gelegen tussen de Beulekampersteeg en het Kokkeveld, met doorkruisend de Bloemendaalseweg) bestaat uit landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer. Beide gebieden zijn dus onderdeel van het netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft.
Ook in de Ruimtelijke Verordening van de provincie is de Ecologische Hoofdstructuur opgenomen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen Natuur, Verweven en Ecologische verbindingszone. Het plangebied is niet gelegen binnen één van genoemde gebieden.
Aangezien het hier actualiserend plan betreft, is er geen sprake van (ruimtelijke) ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op deze natuurgebieden. Hierdoor hoeft er in het kader van dit bestemmingsplan op dit moment bij gelijkblijvende omstandigheden geen nader onderzoek plaats te vinden.
Soortbescherming
Op basis van de Flora- en faunawet zijn gebieden aangewezen voor de bescherming van dier- en plantensoorten. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.
Omdat dit bestemmingsplan actualiserend van aard is en geen ontwikkelingen mogelijk maakt met een relevante planologische uitstraling, zijn geen significante gevolgen te verwachten.
Naast het aanwijzen van gebieden zijn ook aangewezen dier- en plantensoorten beschermd op basis van de Flora- en faunawet. Ook hierbij geldt dat omdat het bestemmingsplan een actualiserend karakter heeft, geen ontheffing op basis van deze wet is vereist.