direct naar inhoud van 4.10 Externe veiligheid
Plan: Nijkerk 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0027-0004

4.10 Externe veiligheid

4.10.1 Algemeen

Door de gemeente Nijkerk is veiligheidsbeleid vastgesteld. Bij het realiseren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met de in dit veiligheidsbeleid vastgestelde uitgangspunten. De risico's, gevaarbronnen binnen, maar ook in de nabijheid, van het plangebied zijn geïnventariseerd. Beoordeelde gevaarsbronnen kunnen bedrijven zijn maar ook transportroutes over de weg, rail of vaarwater en buisleidingen. Beoordeeld is of wordt voldaan aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden (individueel) risico en de hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde. Het besluit "Externe Veiligheid inrichtingen" (Bevi), de regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), de handreiking verantwoording groepsrisico zijn bij deze beoordeling toegepast. Bedrijven zoals geregistreerd in het "Risico Register Gevaarlijke Stoffen", het RRGS, zijn in de beoordeling van het plaatsgebonden en groepsrisico voor zover aanwezig meegenomen.

Voor het beoordelen van transportrisico's is gebruik gemaakt van de circulaire "risico normering vervoer gevaarlijke stoffen" (Rnvgs) en het Besluit transport externe veiligheid (Btev).

Voor het beoordelen van de risico's van gasleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) toegepast.

Concreet houdt dit in dat in dit plangebied specifieke locaties zijn aangewezen waar risicobedrijven zich mogen vestigen en dat de hierbij behorende risicocontouren in dit plan zijn vastgelegd. Het streven is om de risicocontouren op het terrein van de risico-inrichting/bron zelf te projecteren. Dit teneinde beperking van het gebruik van terrein van derden zoveel mogelijk te voorkomen. Daar waar de plaatsgebonden risico (PR 10-6)-contouren zich uitstrekken tot terreinen van derden kan dit beperkingen opleveren voor het gebruik van deze terreinen. In dit plan zijn enkele risicobedrijven aanwezig waarvan de PR 10-6-contour zich uitstrekt tot buiten de terreingrens van het risicobedrijf. Binnen deze risicocontouren wordt de realisatie van kwetsbare objecten planologisch onmogelijk gemaakt. Door ook (grote) kantoorgebouwen in deze contouren uit te sluiten wordt een relevante toename van het groepsrisico tegengegaan. In dit plan is er voor gekozen om behalve voor de aanwezige risicobedrijven geen locaties aan te wijzen waar Bevi-bedrijven zich nieuw mogen vestigen. Op basis van een afwijking bestaat de mogelijkheid dat huidig aanwezige risicobedrijven mogen uitbreiden, indien wordt voldaan aan de hiervoor in de planregels gestelde criteria en overige wettelijke eisen. De belangrijkste eis hierbij is dat de PR 10-6-contour van deze inrichtingen zich binnen de eigen kavelgrenzen blijft bevinden. Ook het groepsrisico moet hierbij verantwoord kunnen worden. Aanwezige PR 10-6-contouren zijn op de plankaart verwerkt.

4.10.2 Risico's in het plangebied

Tankstation De Nuul

In het plangebied zelf is één bedrijf aanwezig welke conform het Bevi is te beschouwen als een risicobedrijf. Tankstation De Nuul is een tankstation voor de aflevering van brandstoffen aan het wegverkeer. Het tankstation levert ook LPG. De jaardoorzet van LPG bedraagt minder dan 500 m3 LPG. Deze jaardoorzet is in de milieuvergunning vastgelegd. Bepalende risico onderdelen bij een LPG-installatie zijn het LPG-afleverpunt, de bovengrondse aansluiting van de LPG-installatie en het vulpunt dan wel opstelplaats van de afleverende LPG-vrachtauto.

De volgende plaatsgebonden 10-6 risico afstanden worden in acht genomen:

  • 15 meter vanaf de afleverzuil LPG;
  • 25 meter vanaf het ondergrondse LPG-reservoir;
  • 25 meter vanaf het LPG-vulpunt.

De plaatsgebonden 10-5- en 10-6-risicocontouren grenzen tot aan het plangebied maar zijn zodanig gelegen dat er binnen deze contour geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of kunnen worden gerealiseerd. Zie voor de ligging van de risicocontouren Bijlage 3.

Het invloedsgebied voor deze inrichting zoals verwoord in bijlage II van de regeling externe veiligheid inrichtingen bedraagt 150 meter. Binnen deze afstand zijn (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Om deze reden is in de verantwoording van het groepsrisico aan dit bedrijf nadere aandacht geschonken in paragraaf 4.10.4.

Samenvattend

De wettelijke normstelling voor het plaatsgebonden 10-6- en 10-5-risico wordt in het plangebied niet overschreden, zie Bijlage 5.

Wegverkeer

Ten behoeve van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is binnen de gemeentelijke grenzen van Nijkerk geen route gevaarlijke stoffen vastgesteld. Nijkerk is zodanig langs snelwegen en provinciale wegen gelegen dat een route gevaarlijke stoffen niet noodzakelijk is. Voor het lokale transport van gevaarlijke stoffen dient de transporteur de bepalingen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen te allen tijde in acht te nemen. Binnen het plangebied zijn geen routes aanwezig ten behoeve van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg.

Railverkeer

Het plangebied wordt doorkruist door de spoorlijn Amersfoort-Zwolle. De meest actuele prognose van het vervoer van gevaarlijke stoffen langs het plangebied gaat voor gevaarlijke stoffen uit van een reductie van het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze spoorlijn. (bron: Marktverwachting Vervoer Gevaarlijke Stoffen per spoor, ProRail, 2007). Opgenomen is dat er 29 baanvakken in de "standaard"-routering met Routgoed zijn uitgesloten voor goederenvervoer. Dit is een uitgangspunt. Het baanvak Amersfoort - Zwolle maakt hier onderdeel van uit. Vanwege de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de NaNOV rijden goederentreinen naar noord Nederland via de Hanzelijn en niet via de spoorlijn welke dit plangebied doorkruist (vanaf 2013). De gemaakte afspraken zullen ook worden verwerkt in het basisnet spoor wat dan de wettelijke basis zal vormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Onderhavig plan betreft een actualiserend plan. Het plan biedt geen mogelijkheden tot een toename van de personendichtheden. Vanaf 2013 zullen er per spoor geen gevaarlijke goederen door het plangebied worden vervoerd maar vanaf dan over de nieuwe Hanzelijn worden vervoerd, die via Lelystad, Dronten en Kampen naar Zwolle loopt. Momenteel is er wel wat onzekerheid over de uitvoering van deze afspraak en wordt er een lobby gevoerd door enkele gemeenten op de Veluwe, waaronder Nijkerk, Harderwijk, Ermelo, Putten, Heerde en Hattem. Zij willen dat hun Veluwelijn conform de eerder gemaakte afspraken na 2013 niet meer gebruikt wordt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Een nadere onderbouwing van het optredende groepsrisico achten wij om deze redenen nu niet noodzakelijk.

Waterwegen

In het plangebied is geen vaarweg gelegen.

Hogedrukgastransportleiding

In het kader van het nieuwe Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) dat per 1 januari 2011 van kracht is geworden, is in Bijlage 4 de kwantitatieve risicoanalyse (QRA) voor de in het plangebied aanwezige (hoofd)aardgastransportleidingen uitgevoerd. Deze QRA dateert van 2 november 2011 en is uitgevoerd door Save (Oranjewoud).

In het plangebied liggen twee gastransportleidingen. Het betreft een 12'' 40 bar regionale gastransportleiding (W-502-02) en een 18'' 66 bar hoofdgastransportleiding (A-510-01). De conclusie van deze QRA is dat er bij voor de gasleiding W-502-02 in het geheel geen PR 10-6-contour aanwezig is. Voor leiding A-510-01 is er wel een PR 10-6-contour berekend, maar dat deel van deze leiding ligt buiten het plangebied. Het plaatsgebonden risico vormt derhalve geen belemmering voor de actualisatie en vaststelling van het bestemmingsplan Nijkerk 2.

In het plangebied is rond deze transportleiding een veiligheidscontour geprojecteerd waarbinnen bebouwing niet is toegestaan, de zogenaamde bebouwingsvrije zone van 5 meter aan weerszijden van de leiding. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het plaatsgebonden risico (PR 10-6) niet wordt overschreden.

4.10.3 Risico's in de omgeving van het plangebied

Autobedrijf Schueler

In de directe omgeving van het plangebied is één risicobedrijf aanwezig dat met de effectafstanden tot in het plangebied reikt. Het betreft Autobedrijf Schueler, van Middachtenstraat 2, met een reservoir en met de aflevering van LPG. Schueler is een tankstation voor de aflevering van brandstoffen aan het wegverkeer.

Het tankstation levert ook LPG. De jaardoorzet van LPG is in de milieuvergunning gemaximaliseerd tot 500 m3 LPG. Bepalende risico onderdelen bij een LPG-installatie zijn het LPG-afleverpunt, de bovengrondse aansluiting van de LPG-installatie en het vulpunt dan wel opstelplaats van de afleverende LPG-vrachtauto.

De volgende plaatsgebonden 10-6 risico afstanden worden in acht genomen:

  • 15 meter vanaf de afleverzuil LPG;
  • 25 meter vanaf het ondergrondse LPG-reservoir;
  • 25 meter vanaf het LPG-vulpunt.

De plaatsgebonden 10-5- en 10-6-risicocontouren zijn zodanig geleden dat er binnen deze contour geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn. Zie voor de ligging van de risicocontouren Bijlage 6.

De planregels zullen zodanig worden opgesteld dat binnen de 10-6-risicocontour geen kwetsbare objecten zijn toegestaan en binnen de 10-5-risicocontour geen beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.

Het invloedsgebied voor deze inrichting zoals verwoord in bijlage II van de regeling externe veiligheid inrichtingen bedraagt 150 meter. Binnen deze afstand zijn (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Om deze reden is aan de verantwoording van het groepsrisico van dit bedrijf nadere aandacht geschonken in paragraaf 4.10.4.

Samenvattend

De wettelijke normstelling voor het plaatsgebonden 10-6- en 10-5-risico wordt in het plangebied niet overschreden, zie Bijlage 7.

Wegverkeer

Rijkswegen en provinciale wegen zijn aangewezen voor de transport van gevaarlijke stoffen. Zo ook de A28, de N301 en de N798.

Het formele beleidskader rond het vervoer van gevaarlijke stoffen is vastgelegd in de "Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (4 aug 2004) en de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke stoffen. Op basis van deze beleidsstukken gleden er normen voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico.

Op 17 februari 2009 is door de Basisnet-werkgroep Weg de eindrapportage "voorstel basisnet weg"gepresenteerd. In deze stukken is per relevant wegvak het berekende, huidige en toekomstige, risico weergegeven. Uit het ontwerp Basisnet Weg blijkt dat de A28, de N301 en de N798 geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour heeft en deze ook niet is te verwacht op basis van de geprognosticeerde toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het optredende groepsrisico voor de huidige en geprognosticeerde situatie blijft ruimschoots onder de oriënterende waarde. Het plasbrand aandachtsgebied van de A28, het gebied waarbij aandacht dient te worden aan de effecten van een plasbrand door vloeistofuitstroom, is zodanig gelegen dat deze buiten de bebouwingsgrenzen van dit plangebied blijft.

Nadere aandacht voor de risico's van wegverkeer is dan ook niet noodzakelijk.

Railverkeer

De zuidzijde van het plangebied wordt doorsneden door de spoorlijn Amersfoort-Zwolle, welke nader omschreven is in paragraaf 4.10.2.

Waterwegen

In de directe omgeving van dit plangebied zijn geen transportroutes over het water gelegen waarover significante hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

Hogedrukgastransportleiding

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen gastransportleidingen gelegen anders dan de hogedrukaardgastransportleiding die door het plangebied loopt. Deze gastransportleiding wordt in paragraaf 4.10.2 verwoord.

4.10.4 Verantwoording groepsrisico

Algemeen

Het groepsrisico GR kent geen vaste norm waaraan dient te worden voldaan maar een oriënterende waarde die dient te worden getoetst. Bij het vaststellen van bestemmingsplannen dient elke (mogelijke) toename van het groepsrisico verantwoord te worden (de verantwoordingsplicht). Deze verantwoordingsplicht geldt ook als het groepsrisico wijzigt maar wel onder de oriënterende waarde blijft.

De verantwoordingsplicht omvat een aantal onderdelen waarop beoordeeld dient te worden.

  • 1. Aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de betrokken risicobronnen:
    • a. Functie-indeling.
    • b. Gemiddelde personendichtheid.
    • c. Verblijfsduur.
    • d. Verschil bestaande en toekomstige situatie.
  • 2. De omvang van het groepsrisico:
    • a. De omvang voor het van kracht worden van dit plan.
    • b. De omvang na het van kracht worden van dit plan.
    • c. De verandering van het groepsrisico ten gevolge van dit plan.
    • d. De ligging van de groepsrisicocurve ten opzichte van de oriënterende waarde.
  • 3. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen en/of transportroutes.
  • 4. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit.
  • 5. De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval:
    • a. Pro-actie.
    • b. Preventie.
    • c. Preparatie.
    • d. Repressie/zelfredzaamheid.
  • 6. De mogelijkheden van personen die zich binnen de het invloedsgebied van de risicobron bevinden om zichzelf in veiligheid te brengen.
  • 7. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico.
  • 8. De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst.

Risicobronnen, maatgevend scenario en effectafstanden

Binnen, en in de omgeving van, het plangebied liggen diverse risicobronnen met gevaarlijke stoffen, zoals bedrijven (inrichtingen), transportroutes (snelweg A28, spoor Amersfoort - Zwolle, provinciale / gemeentelijke wegen naar de tankstations) en buisleidingen voor aardgas. Op de risicobronnen zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) of de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crvgs) van toepassing en het Besluit transport externe veiligheid (Btev).

.

De risicobronnen kennen de volgende scenario's:

  • 1. Explosief (BLEVE) voor o.a. de inrichtingen met LPG, het spoor Amersfoort – Zwolle, de rijksweg A28 en provinciale / gemeentelijke wegen vanaf de A28 naar de inrichtingen met LPG. Het worstcase scenario voor het transport van gevaarlijke stoffen en de inrichtingen met LPG is de BLEVE van een ketelwagon / tankwagen met LPG. Als effectafstanden hanteren wij 190 en 410 meter op het spoor en 150 en 310 meter op de weg voor respectievelijk de 100%- en 1%-letaalafstand. Delen van het plangebied liggen binnen de effectafstanden.
  • 2. Plasbrand voor o.a. het spoor, de rijksweg A28 en de provinciale / gemeentelijke wegen vanaf de A28 naar de inrichtingen (tankstations).
    Het realistisch scenario voor transport van gevaarlijke stoffen is een plasbrand als gevolg van een incident met een ketelwagon / tankwagen met benzine. Als effectafstanden hanteren wij 25 en 45 meter op het spoor en 35 en 60 meter op de weg voor resp. 100%- en 1%-letaalafstand. Delen van het plangebied liggen binnen de effectafstanden.
  • 3. Fakkelbrand voor de aardgastransportleiding.
    Voor de effectafstanden bij een fakkelbrand is aangesloten op de 'Handreiking voor optreden tijdens buisleidingincidenten' (BZK, 2006). Voor de aardgasleiding W-502-02 zijn deze 80 meter voor de 1% letaalafstand en 152 meter 1e graad brandwonden. Voor de aardgasleiding A-510-01 zijn deze 131 meter voor de 1% letaalafstand en 285 meter voor de 1e graad brandwonden. Delen van het zuidelijk plangebied liggen binnen deze effectafstanden.

Mogelijkheden rampenbestrijding

In het plangebied zijn de meeste risicobronnen tweezijdig bereikbaar. Er ligt een dicht netwerk aan brandkranen met verschillende capaciteiten/debieten. In het gebied is een Waarschuwings- en Alarmeringsysteem dat (theoretisch gezien) niet het gehele plangebied dekt. Een onderzoek naar het werkelijke bereik is gewenst om te bepalen of, en waar, er sirenes bijgeplaatst kunnen worden.

Bij een dreigende BLEVE van een ketelwagon of tankwagen geldt respectievelijk 360 m3/uur en 180 m3/uur als optimale capaciteit voor een effectieve koeling. De bluswatercapaciteit is gewenst om vier respectievelijk twee waterkanonnen voor koeling in te kunnen zetten. De aanwezige capaciteiten zijn echter beperkt en de optimale capaciteiten zijn mogelijk niet reëel.

Voor het effectief bestrijden van een plasbrand volstaat de aanwezige bluswatercapaciteit in combinatie met de dichtheid van de brandkranen.

Ingeval van een fakkelbrand en/of explosie als gevolg van een breuk in de aardgastransportleiding, is het een belangrijk aandachtspunt dat de brandweer de lekkage niet kan verhelpen maar alleen de Gasunie. De inzet richt zich dan ook op de effectbestrijding. Door de hittestraling ontstaan in de omgeving secundaire branden en op grotere afstand de dreiging hiervan. De aangestraalde objecten moeten gekoeld worden.

Bij de hiervoor genoemde scenario's verdient het de aanbeveling om langs transportroutes met gevaarlijke stoffen en buisleidingen de bluswatercapaciteit te optimaliseren tot het gewenste en haalbare niveau.

Over de (on)mogelijkheden voor de hulpverlening merk ik op dat een scenario BLEVE niet beheersbaar is gelet op het te verwachten slachtoffer- en schadebeeld. Afhankelijk van de bezettingsgraad en/of lostijden van LPG kunnen de mogelijkheden voor de hulpverlening worden overstegen, mede omdat in de eerste uren na het incident er sprake is van schaarste aan beschikbare mensen en middelen voor de hulpverlening.

Een plasbrand leidt zeer waarschijnlijk niet tot het overstijgen van de mogelijkheden van de hulpverlening.

Mogelijkheden zelfredzaamheid

Het ligt in de verwachting dat de aanwezige personen binnen het plangebied een afspiegeling vormen van de maatschappij zodat ook minder zelfredzame (kwetsbare) groepen bewoners aanwezig zijn.

Aandacht voor risicocommunicatie is nadrukkelijk gewenst om bewoners en werknemers te informeren over de risico's en wat te doen bij een incident met gevaarlijke stoffen om zo de zelfredzaamheid te verhogen.

Verantwoording groepsrisico De Nuul (in het plangebied)

LPG-tankstation De Nuul worden beschouwd als categoriale inrichting ingevolge het Bevi. Dit houdt in dat in de "regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi)" vaste plaatsgebonden risicoafstanden zijn weergegeven. Ook voor wat betreft de beoordeling van het groepsrisico zijn vaste toetsingsafstanden zijn weergegeven.

Voor standaardsituaties kan het groepsrisico bij LPG-tankstations worden berekend met behulp van de rekentool LPG (www.groepsrisico.nl). Voor de Nuul is er sprake van een standaard situatie. Uit de uitgevoerde risicoberekening geeft aan dat er geen sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico (zie ook Bijlage 5).

Functie-indeling

Het plangebied is te omschrijven als een woongebied welke is ingevuld. Er is sprake van een stationaire situatie. Het gebied is niet zeer intensief bebouwd. Er is sprake van vrijstaande en geschakelde woningen.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsitutatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planvoorschriften toestaan.

In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 150 meter, zoals ook ingevoerd in de rekenmodellen circa 115 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er in hoofdzaak sprake van woonfuncties. Conform de handleiding verantwoording groepsrisico kan voor deze activiteiten worden uitgegaan van een verblijfsduur voor de dag- en nachtperiode.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Onderliggend plan betreft een actualiserend bestemmingplan. Het plangebied is ingevuld. Grote wijzigingen zijn er binnen het invloedsgebied niet te verwachten.

Planvoorschriften zijn ook zodanig geredigeerd dat een significante wijziging van het groepsrisico niet kan plaatsvinden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Aanvullende bronmaatregelen bij LPG-tankstation De Nuul zijn inmiddels uitgevoerd. Het convenant van 22 juni 2005 tussen overheid en branche voorziet in de realisering van:

  • een verbeterde vulslang;
  • het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen.

Genoemde maatregelen zijn voor 1 juli 2010 getroffen en zullen leiden tot een verdere reductie van de risico's. Overige maatregelen leiden niet tot een relevante reductie van het groepsrisico.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Door binnen de toetsingsafstand van 150 meter van het vulpunt en tankreservoir geen significante uitbreidingen in personendichtheden toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.

De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening welke voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen. Door ons is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid van de aanwezige personen.

Ad A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Het LPG-tankstation De Nuul is voor de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

Ad B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation De Nuul geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in een aanvalsplan van de brandweer.

Ad C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij het LPG-tankstation De Nuul kan gesteld worden dat er een leiding ligt met een diameter van 100 millimeter. Deze leiding heeft een capaciteit van 60 m³/uur. Voor koeling van een aangestraalde tankwagen is dit voldoende. Hiernaast bevindt zich op een afstand van circa 75 meter nog een bruikbare brandkraan met een diameter van 100 mm met ook een capaciteit van nog eens 60 m3 per uur. In totaal is dus een bluswatercapaciteit van 120 m3 per uur beschikbaar.

Ad D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation De Nuul en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie varieert tussen de 15 en 30 minuten. Door realisatie van de maatregelen uit het convenant LPG, waaronder de maatregel van het thermisch isoleren (coaten) van de tankauto neemt deze tijd toe tot een uur. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende.

De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een bestemmingsplan actualisatie waarbij wordt aangesloten bij de bestaande situatie. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke invulling zijn in deze situatie niet relevant. Mede gezien het feit dat er sprake is van een bestaande situatie, het groepsrisico de oriënterende waarde niet overschrijdt en aanvullende technische maatregelen zoals afgesproken uit het convenant LPG zullen leiden tot een reductie van het groepsrisico, wij er een voorkeur aan hechten waar mogelijk intensief gebruik te maken van de ruimte om zodoende geen bovenmatig beslag te leggen op open ruimten, zien wij ook geen gegronde reden om deze situatie actief te wijzigen.

De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen tot, mogelijk, over de oriënterende waarde zijn in het bestemmingsplan regels gesteld die voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen de effectcontour van LPG-tankstation De Nuul.

Verantwoording groepsrisico Schueler (in de omgeving van het plangebied)

LPG-tankstation Schueler wordt beschouwd als categoriale inrichting ingevolge het Bevi. Dit houdt in dat in de "regeling externe veiligheid inrichtingen" vaste plaatsgebonden risico afstanden zijn weergegeven. Ook voor wat betreft de beoordeling van het groepsrisico zijn vaste toetsingsafstanden zijn weergegeven.

Voor standaard situaties kan het groepsrisico bij LPG-tankstations worden berekend met behulp van de rekentool LPG (www.groepsrisico.nl). Voor Schueler is er sprake van een standaardsituatie. Uit de uitgevoerde risicoberekening geeft aan dat er geen sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico (zie ook Bijlage 7).

Functie-indeling

Het plangebied is te omschrijven als een gemengd gebied gelegen aan een hoofdontsluitingsweg. Binnen het invloedsgebied zijn kantoren, woningen en winkelvoorzieningen gelegen. Het plangebied is ingevuld. Er is sprake van een stationaire situatie.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsituatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planvoorschriften toestaan. In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 150 meter, zoals ook ingevoerd in de rekenmodellen circa 450 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er in hoofdzaak sprake van gemengde bestemmingen. Voor de kantoor en winkelbestemmingen is in de risico berekening uitgegaan van een verblijf in de dagperiode. Dit conform de handleiding verantwoording groepsrisico. Voor wonen is uitgegaan van een verblijfsduur voor de dag- en nachtperiode.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Onderliggend plan betreft een actualiserend bestemmingplan. Het plangebied is ingevuld. Grote wijzigingen zijn er binnen het invloedsgebied niet te verwachten. Planvoorschriften zijn ook zodanig geredigeerd dat een significante wijziging van het groepsrisico niet kan plaatsvinden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Aanvullende bronmaatregelen bij LPG-tankstation Schueler zijn inmiddels uitgevoerd. Het convenant van 22 juni 2005 tussen overheid en branche voorziet in de realisering van:

  • een verbeterde vulslang;
  • het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen.

Genoemde maatregelen zijn voor 1 juli 2010 getroffen en zullen leiden tot een verdere reductie van de risico's. Overige maatregelen leiden niet tot een relevante reductie van het groepsrisico.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Door binnen de toetsingsafstand van 150 meter van het vulpunt en tankreservoir geen significante uitbreidingen in personendichtheden toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.

De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening welke voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen.

Door ons is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid van de aanwezige personen.

Ad A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Het LPG-tankstation Schueler is voor de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

Ad B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation Schueler geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in een aanvalsplan van de brandweer.

Ad C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij het LPG-tankstation Schueler kan gesteld worden dat er een leiding ligt met een diameter van 315 millimeter en op een afstand van circa 100 meter bevindt zich nog een brandkraan met een diameter van 160 millimeter.

Deze leidingen hebben voldoende capaciteit. In de directe omgeving kan ook gebruik worden gemaakt van secundaire waterwinning. Voor koeling van een aangestraalde tankwagen is dit voldoende.

Ad D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation Schueler en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie varieert tussen de 15 en 30 minuten. Door realisatie van de maatregelen uit het convenant LGP, waaronder de maatregel van het thermisch isoleren (coaten) van de tankauto neemt deze tijd toe tot een uur. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende. Er is een sprake van de aanwezigheid van een concentratie aan mindervalide.

De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een bestemmingsplan actualisatie waarbij wordt aangesloten bij de bestaande situatie. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke invulling zijn in deze situatie niet relevant. Mede gezien het feit dat er sprake is van een bestaande situatie, het groepsrisico de oriënterende waarde niet overschrijdt en aanvullende technische maatregelen zoals afgesproken uit het convenant LPG zullen leiden tot een reductie van het groepsrisico, wij er een voorkeur aan hechten waar mogelijk intensief gebruik te maken van de ruimte om zodoende geen bovenmatig beslag te leggen op open ruimten, zien wij ook geen gegronde reden om deze situatie actief te wijzigen.

De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen tot, mogelijk, over de oriënterende waarde zijn in het bestemmingsplan voorschriften gesteld welke voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen de effectcontour van LPG-tankstation Van Schueler.