direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Bedrijventerrein 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0013-0003

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke dienstverlening, waaronder kantoren;
  • b. volumineuze detailhandel;
  • c. bedrijven, zoals opgenomen in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de bij dit bestemmingsplan behorende bedrijvenlijst;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd
  • b. het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden.
  • d. de afstand van een gebouw tot enige perceelsgrens bedraagt tenminste 5 meter.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 1 m hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen maximaal 10 m hoog zijn.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning afwijken bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2 voor:

  • a. bouwen van het bouwperceel met een hoger bebouwingspercentage tot maximaal 70%;
  • b. het bouwen van gebouwen in of dichter bij de perceelsgrens;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de verkeersveiligheid;
  • g. de sociale veiligheid.
  • h. de brandveiligheid c.q. de brand- en rampenbestrijding.
7.3.2 Omgevingsvergunning nutsvoorzieningen en rijwielstallingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2 voor gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en rijwielstallingen met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • b. een oppervlakte van mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • c. het gebouw mag tot in de perceelsgrens worden gebouwd;
  • d. er vindt geen aantasting plaats van:
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
  • f. de verkeersveiligheid;
  • g. de brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding.
7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. wonen in bedrijfswoningen;
    • 2. gebruiken van de gronden en gebouwen ten behoeve van niet-volumineuze detailhandel, met uitzondering van detailhandel in:
      • goederen, welke ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld;
      • goederen in een onderneming, waarin een nijverheids- en/of ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, mits de laatstgenoemde een wezenlijk bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening in een onderneming uitmaakt en de detailhandel in die goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf.
    • 3. geluidszoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
    • 4. risicovolle bedrijven zoals bedrijven die vallen onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven;
    • 5. inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Algemene bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

7.5.2 Bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.4 ten behoeve van bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd de categorieën 1, 2 en 3.2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, en geen blijvende, onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu door hinder en/of gevaar met dien verstande dat het geen mits het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft.