Hoevelaken-Noord

5.9 Geur

Sinds januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) van kracht. De Wgv vormt het exclusieve toetsingskader voor de beoordeling van geur afkomstig van veehouderijbedrijven. Voor het aspect geur wordt op grond van deze Wet, middels een wettelijk vastgelegd berekeningsprogramma, de geurbelasting van een veehouderijbedrijf op zijn omgeving berekend. Dit geldt voor bedrijven die dieren houden waarvoor een geurnorm is vastgesteld. Er zijn ook bedrijven waar extensieve diersoorten worden gehouden zoals bijvoorbeeld paarden en melkkoeien, voor dergelijke bedrijven gelden vaste afstandsnormen op grond van de Wgv.

Voor het opstellen van de Geurverordening Nijkerk is destijds een bebouwde kom grens vastgesteld , deze geldt enkel voor de uitwerking van de geurverordening en hoeft niet overeen te komen met de bebouwde kom grens op basis van andere regelgeving. Een deel van het plangebied, de uiterste noordwestelijke hoek valt onder het buitengebied. Daar geld derhalve een andere geurnorm, namelijk de wettelijke norm voor het buitengebied van 14 Odeur Units (OU)/m³. Voor het overige geldt in het gehele plangebied de wettelijke geurnorm voor de bebouwde kom van 3 OU/m³.

Er zit één agrarisch bedrijf in het plangebied. Dit ene agrarische bedrijf ligt binnen de bebouwde kom voor de bepaling van de geurnorm. Het betreft echter een extensief bedrijf waarvoor geen geurnorm geldt maar een vaste afstand op basis van de Wgv. Verder grenst het plangebied aan het buitengebied van de gemeente Nijkerk. In dit buitengebied, rondom het plangebied heen, liggen diverse agrarische bedrijven. Deze bedrijven kunnen, vanwege de aard van hun agrarische activiteiten, een geurhindercontour hebben of er kan een vaste afstandscontour gelden.

Uit de inventarisatie die is gedaan voor het opstellen van de Geurverordening Nijkerk is gebleken dat er in het gehele plangebied sprake is van een zeer goed tot goed leefklimaat ten aanzien van geurhinder afkomstig van agrarische bedrijven binnen en buiten het plangebied. De agrarische bedrijven die momenteel in en om het plangebied liggen voldoen aan de gestelde normen, hierdoor was en is er geen aangepaste norm nodig voor het plangebied.

Er worden in het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij gevoelige functies worden toegevoegd.