direct naar inhoud van 4.12 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0001-0006

4.12 Externe veiligheid

4.12.1 Algemeen

Door de gemeente Nijkerk is veiligheidsbeleid vastgesteld. Bij het realiseren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met de in dit veiligheidsbeleid vastgestelde uitgangspunten.

De risico's, gevaarbronnen binnen, maar ook in de nabijheid van, het plangebied zijn geïnventariseerd. Beoordeelde gevaarbronnen kunnen bedrijven zijn maar ook transportroutes over de weg, rail of vaarwater en buisleidingen.

Beoordeeld is of wordt voldaan aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden (individueel) risico en de hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), de handreiking verantwoording groepsrisico zijn bij deze beoordeling toegepast. Bedrijven zoals geregistreerd in het "Risico Register Gevaarlijke Stoffen", het RRGS, zijn in de beoordeling van het plaatsgebonden en groepsrisico voor zover aanwezig meegenomen.

Voor het beoordelen van transportrisico's is gebruik gemaakt van de circulaire "risico normering vervoer gevaarlijke stoffen" (Rnvgs). Voor het beoordelen van de risico's van de gasleiding is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) als uitgangspunt gehanteerd.

Concreet houdt dit in dat in dit plangebied specifieke locaties zijn aangewezen waar risicobedrijven zich mogen vestigen en dat de hierbij behorende risicocontouren in dit plan zijn vastgelegd. Het streven is om de risicocontouren zoveel mogelijk op het terrein van de risico-inrichting/bron zelf te projecteren. Dit teneinde beperking van het gebruik van terrein van derden zoveel mogelijk te voorkomen. Daar waar veiligheidscontouren zich uitstrekken tot terreinen van derden kan dit beperkingen opleveren voor het gebruik van deze terreinen. In dit plan zijn enkele risicobedrijven aanwezig waarvan de plaatsgebonden risicocontour zich uitstrekt tot buiten de terreingrens van het risicobedrijf. Binnen deze risicocontouren wordt de realisatie van kwetsbare objecten planologisch onmogelijk gemaakt. Door ook (grote) kantoorgebouwen in deze contouren uit te sluiten wordt een relevante toename van het groepsrisico tegengegaan.

In dit plan is er voor gekozen om behalve voor de aanwezige risicobedrijven een specifiek deel van het plangebied aan te wijzen waar Bevi-inrichtingen zich mogen vestigen.

Dit specifieke deel ligt ten noorden van de Ambachtsstraat en hier wil de gemeente een eventuele uitbreiding van de huidig aanwezige Bevi-bedrijven specifiek toestaan en dat geldt ook voor mogelijke aanvragen voor nieuwvestiging van Bevi bedrijven. Uiteraard zal er in beide gevallen via een kwantitatieve risico analyse (QRA) aangetoond moeten worden dat dit mogelijk is. Deze specifieke aanwijzing van een bepaald Bevi-gebied is een wens van de raad  en is daarom ook opgenomen in de Nota Externe Veiligheid en in de structuurvisie. Dit betekent dat nieuwvestiging van Bevi-bedrijven niet meer mogelijk is in het resterende plangebied ten zuiden van de Ambachtsstraat. De reeds aanwezige Bevi bedrijven in het plangebied ten zuiden van de Ambachtsstraat mogen alleen uitbreiden, mits via een QRA kan worden aangetoond dat hun nieuwe PR-contour te allen tijde binnen de inrichtingsgrenzen blijft.

Aanwezige risicocontouren zijn op de plankaart verwerkt.

4.12.2 Omgeving

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen risicobedrijven aanwezig die met de effectafstanden tot in het plangebied reiken.

In de directe omgeving van dit plangebied, ten noorden van het plangebied, is een transportroute voor het wegverkeer gelegen waarover gevaarlijke stoffen mogen worden getransporteerd. Het betreft de A28. In de directe omgeving van het plangebied, ten oosten van het plangebied, is een transportroute voor het wegverkeer gelegen waarover gevaarlijke stoffen mogen worden getransporteerd. Het betreft de N301 en N798.

In de directe omgeving van dit plangebied zijn geen transportroutes voor het railverkeer gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

In de directe omgeving van dit plangebied zijn geen transportroutes over het water gelegen waarover significatie hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen gastransportleidingen gelegen behalve de hogedruk aardgastransportleiding die in het plangebied loopt. Deze gastransportleiding wordt in paragraaf 4.12.3 verwoord.

Wegverkeer

Rijkswegen en provinciale wegen zijn aangewezen voor de transport van gevaarlijke stoffen. Zo ook de A28, de N301 en de N798.

Het formele beleidskader rond het vervoer van gevaarlijke stoffen is vastgelegd in de "Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (4 aug 2004) en de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke stoffen. Op basis van deze beleidsstukken gelden er normen voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico.

Op 17 februari 2009 is door de Basisnet-werkgroep Weg de eindrapportage "voorstel basisnet weg"gepresenteerd. In deze stukken is per relevant wegvak het berekende, huidige en toekomstige, risico weergegeven.

Het blijkt dat de A28, de N301 en de N798 geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour hebben en deze ook niet is te verwacht op basis van de geprognosticeerde toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het optredende groepsrisico voor de huidige en geprognosticeerde situatie blijf ruimschoots onder de oriënterende waarde. Het plasbrandaandachtsgebied van de A28, het gebied waarbij aandacht dient te worden aan de effecten van een plasbrand door vloeistofuitstroom, is zodanig gelegen dat deze buiten de bebouwingsgrenzen van dit plangebied blijft. Nadere aandacht voor de risico's van wegverkeer is dan ook niet noodzakelijk.

4.12.3 Transportroutes voor gevaarlijke stoffen in het plangebied

Wegverkeer

Ten behoeve van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is binnen de gemeentelijke grenzen van Nijkerk geen route gevaarlijke stoffen vastgesteld. Nijkerk is zodanig langs snelwegen en provinciale wegen gelegen dat een route gevaarlijke stoffen niet noodzakelijk is. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vervoer van goederen naar het bedrijventerrein van dit plangebied, dat gunstig aan de A28 is gelegen. Hierdoor hoeft dit goederenvervoer niet door de bebouwde kom plaats te vinden. Ook de bevoorrading van de lpg-tankstations vindt voor het overgrote deel plaats via doorgaande wegen. De tankstations zijn veelal aan de rand van de bebouwde kom gelegen, waardoor het risico van explosie tijdens het lpg-transport in woonwijken tot een minimum wordt beperkt.

Voor het lokale transport van gevaarlijke stoffen dient de transporteur de bepalingen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen te allen tijde in acht te nemen. Het lokale transport betreft slechts een beperkt aantal vervoersbewegingen die niet leiden tot risicokansen. Nadere aandacht aan lokaaltransport in het plangebied is om deze reden niet noodzakelijk.

Waterwegen

In het plangebied is een aftakking van het Nijkerkernauw/Nuldernauw gelegen. Deze aftakking maakt het voor beroepsscheepvaart mogelijk tot in het centrum van Nijkerk en dus ook tot in het plangebied te varen. Doorgaande vaart is echter niet mogelijk. Bevoorrading van bedrijven via kades kan plaatsvinden. Enkele bedrijven maken hier ook gebruik van. Laden en lossen van gevaarlijke stoffen vindt aan deze kade niet plaats. Gesteld kan worden dat de transportintensiteit van gevaarlijke stoffen over deze waterweg als zeer gering cq. nul is te beschouwen. Naar de omgeving toe behoeven geen veiligheidsafstanden en toetsingsafstanden in acht te worden genomen.

Hogedruk aardgastransportleiding

Vanuit de Ampèrestraat doorsnijdt een lokale hogedruk aardgastransportleiding (de N-570-42) het gebied van west naar oost. Deze leiding eindigt in het gasverdeelstation gelegen aan de Westkadijk. Voor het beoordelen van de risico's van gasleiding is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) als uitgangspunt gehanteerd. Het betreft een 6" 40 bar transportleiding. In het plangebied is rond deze transportleiding een veiligheidscontour aan weerszijden geprojecteerd van 5 meter waarin bebouwing niet is toegestaan. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het plaatsgebonden risico niet wordt overschreden.

Uit hantering van het Bevb blijkt dat de te hanteren toetsingsafstand voor deze gastransportleiding 20 meter bedraagt. Buiten deze afstand, zo geeft de circulaire weer, mag de invloed van deze leiding op de omgeving als verwaarloosbaar worden geacht. Binnen deze zone dient te worden getoetst of de oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt overschreden.

In het kader van de Bevb is dan ook een berekening gemaakt door SAVE (Oranjewoud) om zowel de PR-contour te berekenen als het groepsrisico. Zie voor het rapport Bijlage 2 EV-berekeningen aardgasleidingen. Uit deze QRA blijkt dat er geen 10-6 PR contour aanwezig is rond de gasleiding. Ook het groepsrisico blijft ruim onder de toegestane norm.

Risicobronnen, maatgevend scenario en effectafstanden bij wegen, spoor en gasleidingen

Binnen en in de omgeving van het bestemmingsplan liggen diverse risicobronnen met gevaarlijke stoffen, zoals bedrijven (inrichtingen), transportroutes (A28, N301, N798) en een buisleiding voor aardgas. De toelichting op het bestemmingsplan beschrijft deze risicobronnen overduidelijk.

Op enkele risicobronnen zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) of de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crvgs) van toepassing.

De risicobronnen kennen de volgende scenario's:

  • 1. Explosief (BLEVE) voor de inrichtingen met lpg en propaan en de wegen A28, N301 en N798.
    Het worstcasescenario voor de inrichtingen met lpg en propaan en het transport van gevaarlijke stoffen is de BLEVE van een tankwagen met lpg. Als effectafstanden hanteert de gemeente 150 en 310 meter voor respectievelijk de 100%- en 1%-letaalafstand. De noordelijke en oostelijke rand van het plangebied liggen daarmee gedeeltelijk binnen de effectafstanden.
  • 2. Plasbrand voor onder andere de wegen A28, N301 en N798.
    Het realistisch scenario voor transport van gevaarlijke stoffen is een plasbrand als gevolg van een incident met een tankwagen met benzine. Als de effectafstanden hanteert de gemeente 35 en 60 meter voor respectievelijk 100%- en 1%-letaalafstand. Het plangebied ligt aan weerszijden deze wegen binnen de effectafstanden.
  • 3. Fakkelbrand voor de aardgastransportleiding.
    Voor de effectafstanden bij een fakkelbrand is aangesloten op de 'Handreiking voor optreden tijdens buisleidingincidenten' (BZK, 2006), deze zijn voor de buisleiding N-570-42 resp. 35 meter voor 1% letaalafstand en 128 meter 1e graad brandwonden.
  • 4. Toxisch voor onder andere de ammoniak-koelinstallaties.
    Het scenario hiervoor is een lekkage van de installatie. Gezien de aanwezige hoeveelheden ammoniak is het zeer aannemelijk dat de effecten van een ammoniaklekkage beperkt blijven tot binnen de inrichting.

Mogelijkheden rampenbestrijding

In het plangebied zijn de risicobronnen tweezijdig bereikbaar. Er ligt een dicht netwerk aan brandkranen met verschillende capaciteiten/debieten. In het gebied is een Waarschuwings- en Alarmeringsysteem aanwezig dat (theoretisch gezien) niet het noordoostelijke deel van het plangebied dekt. Een onderzoek naar het werkelijke bereik is gewenst om te bepalen of, en waar, er sirenes bijgeplaatst kunnen worden.

Bij een dreigende BLEVE van een tankwagen geldt 180 m3/uur als optimale capaciteit voor een effectieve koeling. Een dergelijke grote bluswatercapaciteit is gewenst om twee waterkanonnen voor koeling in te kunnen zetten. De aanwezige capaciteiten zijn daarvoor echter beperkt. Het verdient de aanbeveling om nabij de wegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd (A28, N301 en N398) de bluswatercapaciteit te vergroten.

Navraag bij de lokale brandweer leert dat uitgangspunt in bovenstaand regionaal advies van de VGGM ten aanzien van de bluswatercapaciteit is geweest dat een tank van twee zijden wordt gekoeld met behulp van waterkanonnen. Dit is een praktisch gekozen aanpak.

Voor een effectieve koeling wordt als vuistregel gehanteerd: 10 liter water per m2oppervlak per minuut. Voor een tank van 40 m3 komt dit neer op circa 70 m3 per uur. Uitgaande van deze 'minimale' capaciteit kan worden geconcludeerd dat de huidig aanwezige bluswatervoorziening in de regel voldoet. Alleen langs de snelwegen zijn knelpunten denkbaar. De lokale brandweer zal dit gaan inventariseren en hiervoor een aanvalsplan opstellen. Dit geldt ook voor de situatie rond bluswatercapaciteit bij het spoor: ook hiervoor wordt een aanvalsplan opgesteld door de lokale brandweer.

Ander punt is dat de Nederlandse (lpg-)tankwagens momenteel voldoen aan de nieuwste veiligheidseisen: het materiaal van de tankwagen is beter en langer bestand tegen brand. In het verleden was deze tijdsduur 12 minuten en dat is nu opgeschroefd tot 75 minuten. Hierdoor ontstaat ook beduidend meer tijd om voldoende bluswatercapaciteit op te bouwen.

Voor het effectief bestrijden van een plasbrand volstaat de aanwezige bluswatercapaciteit in combinatie met de dichtheid van de brandkranen.

Ingeval van een fakkelbrand en/of explosie als gevolg van breuk van de aardgastransportleiding, is het een belangrijk aandachtspunt dat de brandweer de lekkage niet kan verhelpen, maar alleen de Gasunie. De inzet richt zich dan ook op de effectbestrijding. Door de hittestraling ontstaan in de omgeving secundaire branden en op grotere afstand de dreiging hiervan. De aangestraalde objecten moeten gekoeld worden.

Over de (on)mogelijkheden voor de hulpverlening wordt opgemerkt dat een scenario BLEVE niet beheersbaar is voor de hulpverlening gelet op het te verwachten slachtoffer- en schadebeeld. Afhankelijk van de bezettingsgraad van de bedrijfsgebouwen en/of lostijden van lpg kunnen de mogelijkheden voor hulpverlening worden overstegen, mede omdat in de eerste uren na het incident er sprake is van schaarste aan beschikbare mensen en middelen voor de hulpverlening.

Een plasbrand leidt zeer waarschijnlijk niet tot het overstijgen van de mogelijkheden van de hulpverlening.

Mogelijkheden zelfredzaamheid

Het betreft hier een bedrijventerrein, waardoor het in de verwachting ligt dat de aanwezige personen, mits tijdig gewaarschuwd, zichzelf zelfstandig in veiligheid kunnen brengen. De infrastructuur is dusdanig dat het bedrijventerrein goed van de risicobron af te ontvluchten is. Aandacht voor risicocommunicatie is mogelijk wel gewenst om uw bewoners en de werknemers in het plangebied te informeren over de risico's en wat te doen ingeval van een incident, om zo de zelfredzaamheid te verhogen.

4.12.4 Risicobedrijven in het plangebied

In het plangebied zelf zijn negen bedrijven aanwezig die conform het Bevi zijn te beschouwen als risicobedrijven. Het betreft de volgende bedrijven:

  • TankS, Ambachtstraat 17,een tankstation voor het wegverkeer met lpg;
  • Robo gascentrale, Gildenstraat 20, een groothandel in gassen;
  • Rootselaar Tankbouw, Nijverheidsstraat 8 en 33 een producent en onderhoudsbedrijf van gastanks;
  • Arla foods, Gildenstraat 30, een zuivelbedrijf met een ammoniakkoelinstallatie;
  • Storteboom, Galvanistraat 26, een pluimveeverwerkingsbedrijf met een ammoniakkoelinstallatie.
  • Technochroom, Gildenstraat 10, een galvanisch bedrijf met chroombaden.
  • Kuyer metaalwerken B.V., Gildenstraat 35, met opslag van giftige gassen.
  • H. Langman, Beurtschipper 26, met een gasflessendepot.
  • Een gasdrukregel- en meetstation aan de Westkadijk.

Tank S

TankS is een tankstation voor de aflevering van brandstoffen aan het wegverkeer. Het tankstation levert ook lpg. De jaardoorzet van lpg bedraagt minder dan 500 m3 lpg. Door DHV is een QRA (kwantitatieve risico-analyse) uitgevoerd dd juni 2007. Zie Bijlage 3 QRA Tank S (oude situatie).

Bepalende risicoonderdelen bij een lpg-installatie zijn het lpg-afleverpunt, de bovengrondse aansluiting van de lpg-installatie en het vulpunt in relatie met de opstelplaats van de afleverende lpg-tankauto.

De volgende plaatsgebonden 10-6-risico-afstanden worden thans in acht genomen:

  • 15 meter vanaf de afleverzuil lpg;
  • 25 meter vanaf het ondergrondse lpg-reservoir;
  • 25 meter vanaf het lpg-vulpunt.

In de QRA werd nog uitgegaan van 45 meter vanaf het lpg-vulpunt. Als gevolg van scherpere veiligheidseisen aan de tankauto's zijn de risico-afstanden kleiner geworden.

De plaatsgebonden 10-5 en 10-6 risicocontour zijn zodanig gelegen dat er binnen deze contour zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn.

De planregels zijn zodanig gesteld dat binnen de 10-6-risicocontour geen kwetsbare objecten toegestaan zijn en binnen de 10-5-risicocontour geen beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.

Het invloedsgebied voor deze inrichting zoals verwoord in bijlage II van de Regeling externe veiligheid inrichtingen bedraagt 150 meter. Binnen deze afstand zijn (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Om deze reden is in de verantwoording van het groepsrisico aan dit bedrijf nadere aandacht geschonken (zie paragraaf 4.12.5). Dit heeft er tevens toe geleid dat het reservoir wordt verplaatst, zodat aan alle voorwaarden is voldaan. Zie de groepsrisicoberekening in Bijlage 4 Groepsrisicoberekening Tank S (nieuwe situatie) voor de nieuwe situatie van Tank S.

Robo gascentrale

Robo gas is een groothandel in gassen. Werkzaamheden die plaatsvinden zijn ondermeer de opslag van gasflessen en reservoirs en het afvullen van gasflessen en reservoirs.

Door adviesbureau SAVE is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd op 17 januari 2012. Zie Bijlage 5 QRA Robogascentrale BV. De plaatsgebonden 10-6risicocontour is aangegeven op de verbeelding. De planregels zijn zodanig opgesteld dat binnen de 10-6 risicocontour geen kwetsbare objecten zijn toegestaan. Dit is op dit moment ook niet het geval. In de verantwoording van het groepsrisico is aan dit bedrijf nadere aandacht geschonken (zie paragraaf 4.12.5).

Rootselaar tankbouw

Rootselaar tankbouw is een bedrijf dat reservoirs voor onder andere de opslag van tot vloeistof verdichte gassen produceert en onderhoudt. Binnen het bedrijf zijn bovengrondse reservoirs voor de opslag van gassen aanwezig. Binnen het bedrijf is tevens een locatie aangewezen waar reservoirs kunnen worden ontdaan van het aanwezige gas.

Voor het bedrijf is door DCMR milieudienst Rijnmond een QRA risicoberekening uitgevoerd d.d. juli 2007. Zie Bijlage 6 QRA Tankbouw Rootselaar. De plaatsgebonden 10-6-risicocontour, is gelegen op 90 meter uit het hart van de bovengrondse propaantanks. Binnen deze contour zijn geen kwetsbare objecten aanwezig. De plaatsgebonden 10-5-risicocontour is zowel binnen de inrichtingsgrenzen als (deels) op de openbare weg gelegen.

Binnen deze contour zijn geen beperkt kwetsbare objecten aanwezig.

De planregels zijn zodanig opgesteld dat binnen de 10-6-risicocontour geen kwetsbare objecten zijn toegestaan.

Het invloedsgebied voor deze inrichting bedraagt 230 meter. In de verantwoording van het groepsrisico is aan dit bedrijf nadere aandacht geschonken (zie paragraaf 4.12.5).

Arla Foods en Storteboom

Arla foods en Storteboom zijn bedrijven waar de koelinstallatie gebruik maakt van ammoniak als koudemiddel. De aanwezige hoeveelheden koudemiddel en werktemperatuur zijn echter zo beperkt dat er geen plaatsgebonden 10-6-risicocontouren zijn. Er is ook geen sprake van een risico-invloedsgebied.

In de verantwoording van het groepsrisico hoeft aan deze bedrijven geen nadere aandacht te worden geschonken.

Technochroom

Technochroom is een bedrijf waar metalen voorwerpen op elektrolytische wijze worden voorzien van een chroomlaag. Door de hoeveelheid chroom in de aanwezige chroombaden valt Technochroom onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) waardoor het bedrijf ook rechtstreeks valt onder de werkingssfeer van het Bevi. Uit onderzoek bij deze bedrijfscategorie is gebleken dat de chroomhoudende baden niet leiden tot relevante externe veiligheidsaspecten. Er is dan ook geen plaatsgebonden risicocontour. Er is ook geen sprake van een risicoinvloedsgebied. Een nadere verantwoording van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is niet noodzakelijk.

Kuyer metaalwerken B.V.

De werkzaamheden van het bedrijf Kuyer metaalwerken B.V. vereist de opslag van giftige gassen. Er is een stikstoftank aanwezig met een inhoud van 6.000 liter en de bijbehorende 10-6-risicocontour bedraagt 75 meter. Binnen deze contour zijn geen kwetsbare objecten aanwezig. De plaatsgebonden 10-5-risicocontour is op veel kortere afstand gelegen en binnen deze contour zijn geen beperkt kwetsbare objecten aanwezig.

De planregels zijn zodanig opgesteld dat binnen de 10-6-risicocontour geen kwetsbare zijn objecten toegestaan.

H. Langman

Het bedrijf van Langman omvat een gasflessendepot van maximaal 15.500 gasflessen en de bijbehorende 10-6-risicocontour bedraagt 20 meter. Binnen deze contour zijn geen kwetsbare objecten aanwezig. De plaatsgebonden 10-5-risicocontour is op veel kortere afstand gelegen en binnen deze contour zijn geen beperkt kwetsbare objecten aanwezig.

De planregels zijn zodanig opgesteld dat binnen de 10-6-risicocontour geen kwetsbare zijn objecten toegestaan.

Gasdrukregel- en meetstation

Aan de Westkadijk is nog een gasdrukregel- en meetstation gelegen. Dit station heeft een beperkte capaciteit, want de bijbehorende 10-6-risicocontour bedraagt 0 meter.

Samenvattend

De wettelijke normstelling voor het plaatsgebonden 10-6- en 10-5-risico wordt in het plangebied niet overschreden.

4.12.5 Verantwoording groepsrisico

Algemeen

Het groepsrisico GR kent geen vaste norm waaraan dient te worden voldaan maar een oriënterende waarde die dient te worden getoetst. Bij het vaststellen van bestemmingsplannen dient elke (mogelijke) toename van het groepsrisico verantwoord te worden (de verantwoordingsplicht). Deze verantwoordingsplicht geldt ook als het groepsrisico wijzigt maar wel onder de oriënterende waarde blijft.

De verantwoordingsplicht omvat een aantal onderdelen waarop beoordeeld dient te worden:

  • 1. aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de betrokken risicobronnen;
    • a. functie-indeling;
    • b. gemiddelde personendichtheid;
    • c. verblijfsduur;
    • d. verschil bestaande en toekomstige situatie;
  • 2. de omvang van het groepsrisico:
    • a. de omvang voor het van kracht worden van dit plan;
    • b. de omvang na het van kracht worden van dit plan;
    • c. de verandering van het groepsrisico ten gevolge van dit plan;
    • d. de ligging van de groepsrisicocurve ten opzichte van de oriënterende waarde;
  • 3. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen en/of transportroutes;
  • 4. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit;
  • 5. de mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval;
    • a. pro-actie;
    • b. preventie;
    • c. preparatie;
    • d. repressie/zelfredzaamheid;
  • 6. de mogelijkheden van personen die zich binnen de het invloedsgebied van de risicobron bevinden om zichzelf in veiligheid te brengen;
  • 7. de voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico;
  • 8. de mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst.

Verantwoording groepsrisico aardgasleidingen Bevb

Aangezien er geen 10-6 PR contouren aanwezig zijn rond de aardgasleidingen in het plangebied, kunnen zich ook geen (beperkt) kwetsbare objecten bevinden in deze 10-6 PR contour. Qua verantwoording van het groepsrisico spelen er ook geen noemenswaardige zaken. Daar waar nieuwe ruimtelijke initiatieven in de buurt van de gasleiding worden gestart, zal via een afzonderlijke qra worden onderzocht of dit qua plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) mogelijk is. Zonodig zal hierbij ook een verantwoording van het groepsrisico worden uitgevoerd.

Verantwoording groepsrisico Tank S

Lpg-tankstations worden beschouwd als categoriale inrichtingen ingevolge het Bevi. Dit houdt in dat in de "Regeling externe veiligheid inrichtingen" vaste plaatsgebonden risico-afstanden zijn weergegeven. Ook voor wat betreft de beoordeling van het groepsrisico zijn vaste toetsingsafstanden weergegeven.

Voor standaardsituaties kan het groepsrisico bij lpg-tankstations worden berekend met behulp van de rekentool lpg (www.groepsrisico.nl). Voor TankS is er geen sprake van een standaardsituatie aangezien het vulpunt lpg en het lpg-reservoir zijn gelegen op meer dan 50 meter van elkaar. Mede om deze reden is voor deze situaties door adviesbureau DHV een QRA-groepsrisicoberekening uitgevoerd (zie Bijlage 3 QRA Tank S (oude situatie)). Uit deze QRA-groepsrisicoberekening blijkt dat het ter plaatse optredende groepsrisico net wordt overschreden.

Functie-indeling

Het plangebied is te omschrijven als industrieel gebied dat is ingevuld. Er is sprake van een stationaire situatie. Ten zuiden van de dit tankstation is binnen het invloedsgebied een evenementencentrum gelegen. Dit evenementencentrum kan worden beschouwd als een kwetsbaar object. Binnen het invloedsgebied worden in dit plan, los van de bestaande kwetsbare objecten, geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsituatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planregels toestaan.

In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 150 meter, zoals ook ingevoerd in de rekenmodellen gemiddeld circa 300 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er sprake van bedrijfsmatige activiteiten. Conform de handleiding verantwoording groepsrisico kan voor deze bedrijfsactiviteiten worden uitgegaan van een verblijfsduur die in de dagperiode is gelegen. Voor de verblijfsduur in het evenementencentrum kan worden gesteld dat er op jaarbasis sprake is van een beperkt aantal evenementen. In de QRA-berekening is hiermee rekening gehouden.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Onderliggend plan betreft een conserverend bestemmingplan. Het plangebied is ingevuld. Grote wijzigingen zijn er binnen het invloedsgebied niet te verwachten. Planregels zijn ook zodanig geredigeerd dat een significante wijziging van het groepsrisico niet kan plaatsvinden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Het convenant van 22 juni 2005 tussen overheid en branche voorziet in de realisering van:

  • een verbeterde vulslang;
  • het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen.

Genoemde maatregelen zijn getroffen en hebben geleid tot een verdere reductie van de risico's.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Een zeer hoge personendichtheid die als gevolg van de realisatie van (grote) kantoorgebouwen of een forse uitbreiding van het evenementencentrum kan, in een worstcase-situatie, leiden tot een overschrijding van het groepsrisico. Om deze reden is in beginsel deze uitbreidingen planologisch uitgesloten.

Door binnen de toetsingsafstand van 150 meter van het vulpunt en tankreservoir geen significante uitbreidingen in personendichtheden toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.

Op basis van een vrijstellingsbesluit bestaat de mogelijkheid om, na gedegen nader onderzoek, een ontwikkeling binnen het invloedsgebied toe te staan.

Inmiddels is overeenstemming bereikt over de verplaatsing van het reservoir. Deze wordt zodanig in noordelijke richting opgeschoven, dat de personendichtheid binnen de toetsingsafstand van 150 meter afneemt en het groepsrisico beneden de oriëntatiewaarde zal blijven.

De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening welke voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen. Hiertoe is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid van de aanwezige personen.

A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Het lpg-tankstation is voor de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor het lpg-tankstation geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in een aanvalsplan van de brandweer.

C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij het lpg-tankstation kan gesteld worden dat er een leidingen liggen met een diameter van 110 en 160 millimeter. Deze leidingen hebben een capaciteit van respectievelijk 60 m³/uur en 90 m³/uur. Voor koeling van een aangestraalde tankwagen is dit voldoende.

D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor het lpg-tankstation en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie varieert tussen de 15 en 30 minuten. Door realisatie van de maatregelen uit het convenant LPG, waaronder de maatregel van het thermisch isoleren van de tankauto neemt deze tijd toe tot een uur. Voor het evenementencentrum kan worden gesteld dat over het algemeen er sprake is van zelfredzame personen. Het evenementencentrum beschikt over een BHV-organisatie en een ontruimingsplan. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende.

De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een bestemmingsplan-actualisatie waarbij wordt aangesloten bij de bestaande situatie. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke invulling zijn in deze situatie niet relevant. Mede gezien het feit dat er sprake is van een bestaande situatie en het groepsrisico de oriënterende waarde tot voor kort net overschreed.

Uitgevoerde aanvullende technische maatregelen uit het convenant LPG en de verplaatsing van het reservoir hebben geleid tot een reductie van het groepsrisico. Bovendien is er sprake van een goede zelfredzaamheid van personen in de directe omgeving.

De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen tot, mogelijk, over de oriënterende waarde, zijn in het bestemmingsplan regels gesteld die voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen de effectcontour van het lpg-tankstation.

Verantwoording groepsrisico Robo gascentrale

Robo gascentrale wordt beschouwd als een niet-categoriale inrichting ingevolge het Bevi. Dit houdt in dat in de risico-afstanden en het optredende groepsrisico moeten worden berekend.

Uit de uitgevoerde QRA-berekeningen bij dit bedrijf blijkt dat het daadwerkelijke invloedsgebied, waarvoor het gebruikelijk is om de maximale afstandseffecten op welke de overlijdenskans is gedaald tot 1% als toetsingsafstand te hanteren, is gelegen op 500 meter. Uit de voor dit bedrijf uitgevoerde QRA-berekeningen blijkt dat het groepsrisico boven de oriënterende waarde ligt. De actualisatie van het bestemmingsplan leidt niet tot een toename van personen binnen het invloedsgebied.

Functie-indeling

Het plangebied is te omschrijven als industrieel gebied welke is ingevuld. Er is sprake van een stationaire situatie. Aan de uiterste rand van het invloedsgebied van Robo gascentrale is een evenementencentrum gelegen. Dit evenementencentrum kan worden beschouwd als een kwetsbaar object. Binnen het invloedsgebied worden in dit plan, los van de bestaande kwetsbare objecten, geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsitutatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planregels toestaan.

In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 500 meter, zoals ook ingevoerd in de rekenmodellen circa 2.550 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er sprake van bedrijfsmatige activiteiten. Conform de handleiding verantwoording groepsrisico kan voor deze bedrijfsactiviteiten worden uitgegaan van een verblijfsduur die in de dagperiode is gelegen. Voor de verblijfsduur in het evenementencentrum kan worden gesteld dat er op jaarbasis sprake is van een beperkt aantal evenementen. In de QRA-berekening is hiermee rekening gehouden.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Onderliggend plan betreft een conserverend bestemmingplan. Het plangebied is ingevuld. Grote wijzigingen zijn er binnen het invloedsgebied niet te verwachten.

De planregels zijn ook zodanig geredigeerd dat een significante wijziging van het groepsrisico niet kan plaatsvinden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Voor Robo worden geen inrichting gebonden nadere maatregelen voorzien. De milieuvergunning is per februari 2012 geactualiseerd.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Een zeer hoge personendichtheid als gevolg van de realisatie van (grote) (autonome) kantoorgebouwen of een forse uitbreiding van het evenementencentrum kan, in een worst-case situatie, leiden tot een verdere overschrijding van het groepsrisico. De gemeente wil hier grip op blijven houden. Daarom is in beginsel, deze uitbreidingen planologisch uitgesloten.

Door binnen het invloedsgebied van 500 meter geen significante uitbreidingen in personendichtheden toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet verder wordt overschreden.

Op basis van een vrijstellingsbesluit bestaat de mogelijkheid om, na gedegen nader onderzoek en een toetsing aan het gemeentelijk veiligheidsbeleid, een ontwikkeling binnen het invloedsgebied toe te staan.

De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening die voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen. Door ons is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid bij de risicobron.

A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Robo gascentrale is door de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor Robo gascentrale geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in het aanvalsplan van de brandweer.

C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij robo gascentrale kan gesteld worden dat er leidingen liggen met een diameter van 110 en160 millimeter. Daarnaast beschikt het bedrijf over preparatievoorzieningen in de vorm van een sprinklerinstallatie boven de laad- en losplaats. Deze wordt in eerste instantie gevoed door een eigen pompinstallatie en kan ook via een blusleiding door de brandweer worden gevoed.

D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor Robo gascentrale en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie bedraagt bij een directe aanstraling van de risicobronnen minstens 15 tot 30 minuten. Voor het evenementencentrum kan worden gesteld dat dit op circa 350 meter afstand van deinrichting is gelegen en er over het algemeen sprake is van zelfredzame personen. Het evenementencentrum beschikt over een BHV-organisatie en een ontruimingsplan. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende.

De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een actualisatie van het bestemmingsplan waarbij wordt aangesloten bij de bestaande situatie. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke invulling zijn in deze situatie niet relevant. Mede gezien het feit dat er sprake is van een bestaande situatie, er sprake is van een ligging op een bedrijven terrein, er sprake is van een goede zelfredzaamheid van personen in de directe omgeving, de gemeente er een voorkeur aan hecht waar mogelijk intensief gebruik te maken van de ruimte om zodoende geen bovenmatig beslag te leggen op open ruimten, ziet de gemeente geen gegronde reden om deze situatie actief te wijzigen.

De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen zijn in het bestemmingsplan regels gesteld die voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen het invloedsgebied van Robo gascentrale.

De overschrijding van de oriënterende waarde in de bestaande situatie is beperkt en zal niet significant toenemen en is voor het dit type bedrijfsterrein conform gemeentelijk externe veiligheidsbeleid aanvaardbaar.

Nader gedetailleerd onderzoek naar het groepsrisico geeft een beter inzicht. Afhankelijk daarvan kunnen aanvullende maatregelen worden getroffen. De milieuvergunning is per februari 2012 geactualiseerd. Daarmee wordt het huidige groepsrisico dan als verantwoord beschouwd.

Verantwoording groepsrisico Rootselaar tankbouw

Rootselaar tankbouw wordt beschouwd als een niet-categoriale inrichting ingevolge het Bevi. Dit houdt in dat in de risico-afstanden en het optredende groepsrisico moeten worden berekend.

Uit de uitgevoerde QRA-berekeningen bij dit bedrijf blijkt dat het daadwerkelijke invloedsgebied, waarvoor het gebruikelijk is om de afstand waar de overlijdenskans is gedaald tot 1% als toetsingsafstand te hanteren, is gelegen op 230 meter. Uit de voor dit bedrijf uitgevoerde QRA-berekeningen, blijk dat het groepsrisico ruimschoots onder de oriënterende waarde ligt. De actualisatie van het bestemmingsplan leidt niet tot een toename van personen binnen het invloedsgebied.

Functie-indeling

Het plangebied is te omschrijven als industrieel gebied dat is ingevuld. Er is sprake van een stationaire situatie. Binnen het invloedsgebied is in hoofdzaak sprake van bedrijfsmatige productie en opslagactiviteiten. Binnen het invloedsgebied zijn geen kwetsbare objecten aanwezig. Binnen het invloedsgebied worden in dit plan geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsitutatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planregels toestaan.

In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 230 meter, zo blijkt uit het populatiebestand groepsrisico van VROM 600 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er sprake van bedrijfsmatige activiteiten. Conform de handleiding verantwoording groepsrisico kan voor deze bedrijfsactiviteiten worden uitgegaan van een verblijfsduur die in de dagperiode is gelegen. Voor de verblijfsduur in het evenementencentrum kan worden gesteld dat er op jaarbasis sprake is van een beperkt aantal evenementen. In de QRA-berekening is hiermee rekening gehouden.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Onderliggend plan betreft een conserverend bestemmingplan. Het plangebied is ingevuld. Grote wijzigingen zijn er binnen het invloedsgebied niet te verwachten. De planregels zijn ook zodanig geredigeerd dat een significante wijziging van het groepsrisico niet kan plaatsvinden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Voor Rootselaar tankbouw worden geen inrichting gebonden nadere maatregelen voorzien.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Een zeer hoge personendichtheid als gevolg van de realisatie van (grote)kantoorgebouwen kan leiden tot een toename van het groepsrisico. In beginsel is dit niet problematisch aangezien het optredende groepsrisico ruim onder de oriënterende waarde ligt. Het is echter denkbaar, in een worst-case situatie, dat een fors kantoorgebouw in de directe omgeving van de risico bron toch gaat leiden tot een ongewenste toename van het groepsrisico.

Om deze reden heeft de gemeente de mogelijke realisatie van grote kantoorgebouwen binnen het invloedsgebied van risico bedrijven planologisch uitgesloten.

Door binnen het invloedsgebied geen significante uitbreidingen in personendichtheden toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.

Mogelijke verzoeken voor grotere kantoorfuncties binnen het invloedsgebied kunnen dan in een aparte planologische procedure nader worden beoordeeld op de effecten voor het groepsrisico.

De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening die voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen. Door ons is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid bij de risicobron.

A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Tankbouw Rootselaar is door de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor Tankbouw Rootselaar geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in het aanvalsplan van de brandweer.

C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij Rootselaar tankbouw kan gesteld worden dat er leidingen liggen met een capaciteit van 60 m³/uur en 90 m³/uur. Voor koeling van een aangestraalde tankwagen is dit voldoende.

D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor Rootselaar tankbouw en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie, bij een directe aanstraling van de bovengrondse tank bedraagt minstens 15 tot 30 minuten. Rootselaar tankbouw beschikt over een BHV-organisatie en een noodplan. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende.

De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een bestemmingsplanactualisatie waarbij wordt aangesloten bij de bestaande situatie. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke invulling zijn in deze situatie niet relevant. Mede gezien het feit dat er sprake is van een bestaande situatie, er sprake is van een ligging op een bedrijven terrein, er sprake is van een goede zelfredzaamheid van personen in de directe omgeving, de gemeente er een voorkeur aan hecht waar mogelijk intensief gebruik te maken van de ruimte om zodoende geen bovenmatig beslag te leggen op open ruimten, ziet de gemeente ook geen gegronde reden om deze situatie actief te wijzigen.

De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen zijn in het bestemmingsplan regels gesteld welke voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen het invloedsgebied van Rootselaar tankbouw.