Plan: | Kerkdriel en Hoenzadriel 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0263.BP1084-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Kerkdriel en Hoenzadriel 2013' met identificatienummer NL.IMRO.0263.BP1084-VG01 van de gemeente Maasdriel.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang zodanig is dat de activiteit in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
Het in een woning en/of bij die woning behorend (al dan niet vrijstaand) bijgebouw uitoefenen van een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, met behoud van de woonfunctie.
Een ruimte die aan het hoofdgebouw is gebouwd, die functioneel één geheel vormt met het hoofdgebouw, maar die ruimtelijk een ondergeschikte aanvulling vormt op het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waaronder mede begrepen de houtteelt, en/of het houden van dieren, hieronder niet begrepen semi-agrarische bedrijven met een hobbymatig karakter en/of agrarische nevenactiviteiten.
Gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/ of door middel van het houden van dieren.
Een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen, alsook in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang- het verkopen en/of leveren van goederen.
Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
Een inrichting, waarbinnen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden vergelijkbaar met of zoals opgenomen in Bijlage 1 Staat van inrichtingen.
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
Terrein, waarop hoofdzakelijk de vestiging van bedrijven is toegestaan.
De onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
Een locatie waar overledenen worden begraven in een graf dat gemarkeerd wordt door middel van een kruis of andersoortig herdenkingsteken dan wel worden bijgezet in een urnenmuur of urnenveld.
Bestaand en/of vergund op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo of opvolgende wetgeving.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Een vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De wijze van bouwen van een woning, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd of gestapeld, waarbij:
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Detailhandel in auto’s, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels, alsmede tuincentra en bouwmarkten, die vanwege de omvang en de aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
een activiteit, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, sportieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen boven een andere woning of functie.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
de horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:
Een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen.
opvang van kinderen in een crèche of daarmee vergelijkbaar verblijf, gedurende één of meer dagdelen per week, het hele jaar door.
Dienstverlening in een omvang, vergelijkbaar met de omvang van een aan huis verbonden beroep met maximaal vijf werkzame personen.
Voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, gezondheidszorg en openbare dienstverlening.
Een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo of opvolgende wetgeving.
het consumeren van betaalde (kleine) eetwaren en/of dranken in een inrichting die geen
hoofdbestemming horeca heeft, waarbij:
Een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één gesloten wand.
Overdekte ruimte voor de ingang van een gebouw of leidend naar de ingang van een gebouw.
Inrichting, die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), met een plaatsgebonden risico dat reikt tot buiten het tot de betreffende inrichting behorende bouwperceel.
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een overwegend uit glas bestaande overdekte gesloten uibouw, die tenminste aan twee zijden transparant van karakter is.
Een openbare (voor het publiek toegankelijke) en in de openlucht gelegen plaats voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, waarbij gebruik wordt gemaakt van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen, een stal of een tafel.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de meest gezichtsbepalende gevel.
Een woning waarvan het hoofdgebouw niet direct is verbonden met het hoofdgebouw van een aangrenzende woning.
Een bedrijf dat zich toelegt op het (doen) thuis leveren van goederen op schriftelijke, telefonische of elektronische order van klanten en dat op de bedrijfslocatie geen directe contactmogelijkheden (balie, showroom, afhaalcentrum) met klanten biedt.
Een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, met de daarbij behorende niet voor bewoning bestemde bergingen, stallingsruimten alsmede kantoor- en/of praktijkruimten, welke in de woning worden opgericht dan wel daaraan worden aangebouwd.
Dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie, zoals een wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/ telegraaf-/ telexdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de buitenwerks gemeten afstand tussen de voorgevel en de achtergevel van de woning.
het percentage van een bouwperceel dat met bebouwing mag worden bebouwd.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende bepaling:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren en/of uit te laten voeren:
alsmede ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden':
De in 3.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Het onder 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 4.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 6 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen op de gronden voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 4.2.3 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.3 onder a. teneinde een grotere goothoogte toe te staan, mits:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
Het onder 4.6.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Gemengd - Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing' teneinde een doelmatig hergebruik van de bedrijfsbebouwing na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2' wijzigen in de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' of 'Bedrijventerrein' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2' teneinde het gebruik voor burgerwoningen, dan wel bedrijven met een bedrijfswoning mogelijk te maken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 3', teneinde andere bedrijven met een bedrijfswoning in categorie 2 of 3 als genoemd in Bijlage 1 Staat van inrichtingen toe te staan, alsmede bedrijven welke daarmee naar aard en milieubelasting gelijk te stellen zijn, mits:
De voor 'Agrarisch - Uiterwaardengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding van de waterstaatsdoeleinden in de vorm van de waterhuishouding, het verkeer te water en de afvoer van hoog oppervlaktewater, ijs en sediment alsmede voor aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering,
alsmede voor:
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de gronden als bedoeld in 5.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren en/of uit te laten voeren:
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Het onder 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 6.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 6 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 6.2.3 onder b. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder a. teneinde een grotere goothoogte toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder c. teneinde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelgrens toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder d. teneinde een hoger bebouwingspercentage voor bouwpercelen toe te staan, mits :
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.1 onder a. teneinde bedrijven toe te staan die naar aard en milieubelasting vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, mits geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefklimaat.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing' teneinde een doelmatig hergebruik van de bedrijfsbebouwing na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 7.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de brandstofvoorziening van motorvoertuigen en de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 8.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 6 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 8.2.2 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Het oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 5.000 m², uitgezonderd bestaande bouwpercelen van een grotere omvang, welke in hun huidige omvang mogen worden gehandhaafd.
Op en in de gronden als bedoeld in 9.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde erfafscheidingen | 10 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 9.2.4 onder c. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder b. teneinde nieuwe bedrijfswoningen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.4 onder a. teneinde de bouwhoogte te vergroten met maximaal 10 %, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 9.2.4 onder b. teneinde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelgrens toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder e. teneinde het bebouwingspercentage voor bouwpercelen te verhogen tot maximaal 80 %, mits:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2' en 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 3' mogen ter plekke bestaande bedrijven met een afwijkende milieucategorie worden gehandhaafd, echter bij omschakeling naar een ander bedrijfstype dient te worden voldaan aan het bepaalde onder 9.1.1;
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1.1 onder a. en b. teneinde bedrijven toe te staan uit een hogere categorie als genoemd in Bijlage 1 Staat van inrichtingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
De in 9.7.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met deze bestemming ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2' en 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' teneinde het gebruik voor burgerbewoning mogelijk te maken, mits:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 10.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen bij gestapelde woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 10.2.2 onder f. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeesters en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.2 onder f. teneinde een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, tenzij het betreft de (bedrijfs)woning, een bestaande woning op de begane grond of woningen op de verdieping.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.1 teneinde horecavestigingen toe te staan op andere dan de bestaande locaties, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 11.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
met dien verstande dat hoofdentrees naar de Gasthuisstraat niet zijn toegestaan.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen bij gestapelde woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 11.2.2 onder f. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeesters en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder b. teneinde ten behoeve van installatieruimtes een maximum bouwhoogte van 7,5 meter toe te staan, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder a. en b. teneinde de maximum toegestane goot- en bouwhoogte met 1 meter te verhogen ten behoeve van de plaatsing van terrasmuren in de gevellijn, onder de voorwaarde, dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en uitgezonderd ter plaats van de aanduiding 'wonen uitgesloten'.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 onder c. teneinde een dakhelling van maximaal 80% toe te staan, onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het gebruik van de gronden gelegen buiten het bouwvlak dient gerelateerd te zijn aan het gebruik van de gronden direct grenzend aan het Mgr. Zwijsenplein (opslag, magazijn, kantoor).
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.1 teneinde ter plaatse van de aanduiding 'horeca' meer dan één horecavestiging toe te staan, dan wel op locaties niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'horeca' horecavestigingen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Verkeer', met in achtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, uitsluitend op de begane grond, in (de vorm van):
alsmede voor daarmee naar het oordeel van het bevoegd gezag qua aard, omvang en effecten op de omgeving vergelijkbare voorzieningen,
alsmede voor wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning',
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 12.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 12.2.3 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12.1 teneinde andere dan de bestaande vormen van detailhandel toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Dienstverlening', teneinde het gebruik voor dienstverlening mogelijk te maken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' teneinde het gebruik voor bewoning mogelijk te maken, mits:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor dienstverlening, in de vorm van:
alsmede voor daarmee naar het oordeel van naar het oordeel van het bevoegd gezag qua aard, omvang en effecten op de omgeving vergelijkbare voorzieningen,
alsmede voor wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning',
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 13.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 13.2.3 onder c. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 13.1 teneinde andere dan de bestaande vormen van dienstverlening toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Detailhandel' teneinde het gebruik voor detailhandel mogelijk te maken, mits:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 14.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. hoogte |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde erfafscheidingen | 6 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen | 2 m |
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is om:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.2 onder a., teneinde de aangegeven bouwhoogte te vergroten met maximaal 10 %, mits dit noodzakelijk is in verband met een doelmatig gebruik van de gebouwen.
Ten aanzien van de evenementen als bedoeld in 14.1 geldt dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Gemengd - Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
al dan niet met bedrijfswoning;
met de daarbij behorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 15.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 15.2.3 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' teneinde het gebruik voor bewoning mogelijk te maken, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 16.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. hoogte |
Bewegwijzeringen | 8 m |
Licht- en andere masten | 8 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
Het onder 16.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 17.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 17.2.3 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'Detailhandel' en/of 'Dienstverlening' teneinde het gebruik voor detailhandel en/of dienstverlening mogelijk te maken, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals groen- en speelvoorzieningen, tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 18.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde, binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen bij de woning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 18.2.3 onder c. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' de bestemming van de gronden met deze bestemming geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Verkeer', mits:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 19.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. hoogte |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde erfafscheidingen | 6 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen |
2 m |
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.2 onder a., teneinde de aangegeven bouwhoogte te vergroten met maximaal 10 %, mits dit noodzakelijk is in verband met een doelmatig gebruik van de gebouwen.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in 20.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. hoogte |
Bewegwijzeringen | 8 m |
Licht- en andere masten | 8 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
Het onder 20.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen, retentievoorzieningen, ontsluitingen e.d.
Op de gronden als bedoeld in 21.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende bepaling:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, parkeervoorzieningen, watergangen waterretentievoorzieningen en voorzieningen voor waterzuivering en -infiltratie.
Op en in de gronden als bedoeld in 22.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Aanduiding | bouwwijze |
[vrij] | vrijstaand |
[tae] | twee-aaneen |
[aeg] | aaneengebouwd |
Aanduiding | bouwwijze |
[gs] | gestapeld |
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. hoogte |
Overkappingen met een open constructie en pergola's | 3 m |
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens of in het verlengde daarvan | 1 m |
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 22.2.3 onder c. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 22.2.1 onder a. ten behoeve van het realiseren van een andere bouwwijze, die tot gevolg heeft dat binnen hetzelfde bouwvlak meer woningen kunnen worden gerealiseerd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Gebruik van ruimten binnen de woning, met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, is toegestaan, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 22.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/ of aan- of uitbouwen en bijgebouwen voor een aan huis verbonden bedrijf, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2' teneinde het gebruik voor bedrijven met een bedrijfswoning mogelijk te maken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemmingen 'Bedrijventerrein' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 3', teneinde andere bedrijven in categorie 2 of 3 als genoemd in Bijlage 1 Staat van inrichtingen toe te staan, alsmede bedrijven welke daarmee naar aard en milieubelasting gelijk te stellen zijn, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen teneinde de toevoeging van een bouwvlak en bouwaanduidingen voor de bouw van extra woningen mogelijk te maken, mits:
De voor 'Wonen - Garageboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de stalling van motorvoertuigen in garageboxen.
Op en in de gronden als bedoeld in 23.1 mogen uitsluitend worden gebouwd garages, garageboxen en autoboxen, uitsluitend binnen het bouwvlak.
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen,
Op en in de gronden als bedoeld in 24.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning beplantingen, welke dienen voor de landschappelijke inpassing van het terrein, te verwijderen.
De in 24.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt aangetast.
Het onder 24.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van:
Op en in de gronden als bedoeld in 25.1 mogen uitsluitend worden opgericht andere bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de leidingen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 25.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits hiertegen uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; daartoe dient vooraf advies te zijn verkregen van de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in de tot 'Leiding' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren en/of uit te laten voeren:
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Het onder 25.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 26.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 26.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 26.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 27.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 27.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 27.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 28.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 28.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 28.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 29.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 29.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 29.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 30.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 30.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 30.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de archeologische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen worden de voorrangsregels uit artikel 42.1 en 42.2 in acht genomen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologische deskundige van de gemeente Maasdriel of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Indien uit het in 31.2.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 31.2.2 is niet van toepassing:
Het verbod als bedoeld in 31.3.1.is niet van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de instandhouding en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen (monumenten).
Op en in de gronden als bedoeld in 32.1, met daarop beschermde rijksmonumenten, aangewezen ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet, en gemeentelijke monumenten, aangewezen ingevolge de gemeentelijke monumentenverordening, zoals vastgelegd in Bijlage 3 Overzicht monumenten, mag uitsluitend worden gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het in de onderliggende bestemmingen bepaalde ten aanzien van het aantal te realiseren woningen in rijks- en gemeentelijke monumenten, ten behoeve van het splitsen van woningen, mits:
Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de op de gronden aanwezige rijksmonumenten en/of gemeentelijke monumenten geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het onder 32.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De Voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, met dien verstande dat bestaande bouwwerken in hun huidige omvang mogen worden gehandhaafd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 33.2 ten behoeve van:
mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de bescherming, het instandhouden en het onderhoud van de waterkering, gericht op de kering van het rivierwater, alsmede voor ontsluitingen.
Op en in gronden als bedoeld in 34.1 gronden mogen uitsluitend worden opgericht andere bouwwerken ten behoeve van de waterkering met een hoogte van maximaal 9 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 34.2 voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 34.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 34.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerders van de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden, met inbegrip van een strook van 4 m aan weerszijden van de watergang, zijn primair bestemd tot aanleg en onderhoud van een watergang.
Op of in de gronden als bedoeld in 35.1 zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming, met een maximale hoogte van 1 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 35.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning door door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming, het instandhouden en het onderhoud van de waterkering, gericht op de kering van het rivierwater, alsmede voor ontsluitingen.
Op en in gronden als bedoeld in 37.1.1 gronden mogen uitsluitend worden opgericht andere bouwwerken ten behoeve van de waterkering met een hoogte van maximaal 9 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.1.2 voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduiding'vrijwaringszone - dijk 2' dient rekening te worden gehouden met de bescherming, het instandhouden en het onderhoud van de waterkering, gericht op de kering van het rivierwater.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.
Op en in de gronden als bedoeld in 37.3.1 mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken binnen een afstand van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.3.2 voor het verhogen van de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming, mits de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn de gronden primair bestemd voor een onverstoorde instandhouding van het radarverstoringsgebied Volkel.
Op en in de gronden als bedoeld in 37.4.1 mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken niet boven de 65 m NAP uitkomen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.4.1 voor het oprichten van bouwwerken waarvan de bouwhoogte boven de 65 m NAP uitkomt, mits de radarverstoring blijkens doorrekening door het Ministerie van Defensie minder dan 10% bedraagt. Hierover dient derhalve tevoren advies te zijn ingewonnen bij het Ministerie van Defensie.
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - parkeervoorzieningen', zoals opgenomen in de bestemmingen 'Centrum - 2' en 'Verkeer', dient gezamenlijk een minimum van 321 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor het publiek toegankelijke gronden binnen het plan mogen worden gebruikt als standplaats.
Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling van deze regels omgevingsvergunning kan worden verleend, omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het oprichten van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het weg- en railverkeer, mits de bebouwde oppervlakte niet meer dan 25 m² en de hoogte niet meer dan 5 m bedraagt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.1 onder b. vervatte verbod ten behoeve van de realisering van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw in de vorm van een tijdelijke woonunit, zoals een portacabin of container, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.1 onder c. vervatte verbod ten behoeve van het huisvesten van tijdelijke werknemers, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 38.1 onder d. vervatte verbod ten behoeve van het uitoefenen van een bed & breakfast, uitsluitend op de tot 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Gemengd - Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing' en/of 'Wonen' aangewezen gronden, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.1 onder e. vervatte verbod ten behoeve van het toestaan van evenementen, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.1 vervatte verbod ten behoeve van het uitoefenen van een kinderdagverblijf bij een (bedrijfs)woning, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan te wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee beoogd wordt een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' de bestemming van de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' en/of 'Verkeer' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', waarbij:
mits:
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Voor zover voor gronden tevens een dubbelbestemming en/of gebiedsaanduiding geldt, dienen bij toepassing van de gebruiks-, bebouwings-, aanlegvergunings-, afwijkings- en wijzigingsregels van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen de regels van de dubbelbestemming(en) en/of gebiedsaanduiding(en) in acht te worden genomen.
Voor zover de in deze regels opgenomen dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
In geval van nieuwe ontwikkelingen dienen de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 Gemeentelijke parkeernormen in acht te worden genomen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 42.3.1, indien nieuwe gemeentelijke parkeernormen zijn vastgesteld.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerpplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kerkdriel en Hoenzadriel 2013'
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Maasdriel van 30 januari 2014.
Mij bekend,
de raadsgriffier.