20.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ontheffing verlenen van het bepaalde in deze planregels:
-
a. voor het toestaan van een bedrijf aan huis dat niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten aan huis;
-
b. de vestiging van een bedrijf dat niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
-
c. de vestiging van een maatschappelijke instelling die niet is genoemd in de bij deze planregels behorende Staat van maatschappelijke instellingen, of die daarin is genoemd in de naast hogere categorie, maar die naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige instellingen;
-
d. de bouw van ondergrondse bouwlagen, mits:
-
1. de verticale diepte beneden peil niet meer dan 5 meter bedraagt;
-
2. daarvoor geen kunstmatige verlaging van de grondwaterstand noodzakelijk is;
-
3. de bouwregels die gelden voor de bovengrondse bebouwing ten aanzien van situering, maximum bebouwingspercentage en maximum oppervlakte bijgebouwen/aan- en uitbouwen, daarbij in acht worden genomen.
-
e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken indien naar aanleiding van een aanvraag om bouwvergunning blijkt dat afwijking noodzakelijk is, mits:
-
1. de afwijking van de maatvoering niet meer dan 10% bedraagt;
-
2. de bestemmingsgrens, dan wel het bouwvlak, daarbij niet wordt overschreden;
-
f. ten aanzien van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmings- en/of bouw- en/of aanduidingsgrenzen in geringe mate worden overschreden, indien een meetverschil en/of de definitieve verkaveling daartoe aanleiding geven, mits de grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
-
g. het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige werken tot een hoogte van maximaal 3 meter.