Artikel 14 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6.1 onder c Wet ruimtelijke ordening, ontheffing verlenen van het bepaalde in deze regels of de aanduidingen op de verbeelding, voor:
-
a. de vestiging van een bedrijf en/of instelling die niet is genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten en/of Staat van horeca-activiteiten en/of Lijst van maatschappelijke instellingen, maar die naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven en/of instellingen;
-
b. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken indien naar aanleiding van een aanvraag om bouwvergunning blijkt dat afwijking noodzakelijk is, mits:
-
1. de afwijking van de maatvoering niet meer dan 10% bedraagt;
-
2. de bestemmingsgrens, dan wel het bouwvlak, daarbij niet wordt overschreden;
-
c. het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bestemmings- en/of bouwingsgrens of een aanduiding, indien meetverschillen of de definitieve verkaveling daartoe aanleiding geven, mits de grenzen met niet meer dan 2 meter worden verschoven;
-
d. de bouw van een erker, mits:
-
1. de grens van het bouwvlak en/of de grens van de bestemming Tuin met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
-
2. de erker niet wordt gebouwd aan een buiten het bouwvlak gesitueerd gebouw;
-
3. de erker niet meer dan 60% van de voorgevel beslaat en/of maximaal 40% van de zijgevel, van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
-
4. de erker in maximaal 1 bouwlaag op de begane grond wordt gebouwd;
-
5. de bouwhoogte van een erker mag niet meer bedragen dan 25 centimeter boven de vloer van de eerste verdieping van het gebouw waaraan wordt aangebouwd.