direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Kern Exel 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.exKernExel2009-BP41

Artikel 3 Bedrijf

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel het bestaande bedrijf;
  • b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening";

alsmede voor:

  • c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", met dien verstande dat bij een bedrijf maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde van de silo ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden";
  • e. bijbehorende verhardingen, groen- en watervoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 bouwregels

Op de voor Bedrijf aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen op de verbeelding en de volgende bepalingen:

3.2.1 Binnen het bouwvlak:
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. binnen het bouwvlak mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" aangegeven goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat de maximale goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden" maximaal 16 m mag bedragen;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 600 m3;
  • d. binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • e. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 meter bedragen.
3.2.2 Buiten het bouwvlak:
  • a. buiten het bouwvlak mag per bouwperceel maximaal 30% van de bij het hoofdgebouw behorende gronden worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. buiten het bouwvlak zijn de gebouwen uitsluitend toegestaan achter de aangeduide gevellijn;
  • c. buiten het bouwvlak mag de goothoogte van de gebouwen niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter, mits het gebouw op ten minste 2 meter van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • d. op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel mag de bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 3 meter bedragen (behoudens ontheffing);
  • e. buiten het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • f. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
    • 1. achter de aangeduide gevellijn niet meer dan 2 meter bedragen;
    • 2. op de overige gronden niet meer dan 1 meter bedragen.
3.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder c, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:

  • a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
  • b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
3.4 specifieke gebruiksregels
3.4.1

De voor Bedrijf aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor zelfstandige kantoren, horeca en detailhandel, met dien verstande dat productiegebonden detailhandel is toegestaan;

3.4.2

Per bedrijf mag maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor bij het bedrijf horende kantoordoeleinden worden gebruikt.

3.5 sloopvergunning
3.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een sloopvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 3.1 onder d bedoelde gronden een bestaand gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk te slopen.

3.5.2

Geen sloopvergunning is nodig voor:

  • a. het slopen ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • b. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. indien en voorzover sprake is van sloopwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van een bouwwerk overeenkomstig een onherroepelijke bouwvergunning.