direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Gestapeld
Plan: Kern Eefde 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.eeKernEefde2010-BP41

Artikel 20 Wonen - Gestapeld

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Gestapeld" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. erven;
  • c. de uitoefening van een beroep aan huis of kleinschalige bedrijvigheid aan huis, uitsluitend op de begane grondlaag van een woongebouw.
20.2 bouwregels

Op de voor "Wonen - Gestapeld" aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

20.2.1 Algemeen:
  • a. toegestaan zijn uitsluitend gestapelde woningen;
  • b. toegestaan zijn niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal woningen.
20.2.2 Binnen het bouwvlak:
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. binnen het bouwvlak mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • d. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.
20.2.3 Buiten het bouwvlak:
  • a. buiten het bouwvlak mag per bouwperceel maximaal 30% van de bij het hoofdgebouw behorende gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. buiten het bouwvlak mag de goothoogte van de gebouwen niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter, mits het gebouw op ten minste 2 meter van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd (behoudens afwijking als bedoeld in artikel 20.3);
  • c. op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel mag de bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 3 meter bedragen;
  • d. buiten het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • e. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 1 meter bedragen.
20.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2.3 onder b, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse of achterste perceelsgrenzen, mits:

  • a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
  • b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
20.4 specifieke gebruiksregels
20.4.1

De wooneenheden op de begane grondlaag van een woongebouw met gestapelde woningen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van kleinschalige bedrijvigheid aan huis, met in achtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
  • b. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen mag worden aangewend tot een maximum van:
    • 1. 100 m² ten behoeve van een beroep aan huis;
    • 2. 50 m² ten behoeve van kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
  • c. de beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend door degene die in de desbetreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • d. er uitsluitend activiteiten plaatsvinden van bedrijfstypen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt.
20.4.2

De wooneenheden op de verdiepingen van een gebouw met gestapelde woningen mogen niet worden gebruikt voor de uitoefening van kleinschalige bedrijvigheid aan huis.