Artikel 11 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening, ontheffing verlenen van het bepaalde in deze planregels of de aanwijzingen op de verbeelding, voor:
-
a. voor afwijkingen ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogten, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de in deze planregels genoemde, dan wel op de kaart aangegeven afmetingen;
-
b. ten aanzien van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmings- en/of bouwgrenzen worden overschreden met ten hoogste 2 meter, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
c. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bebouwingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bebouwingsvlak en/of de bestemmingsgrens naar de buitenzijde worden overschreden door bouwwerken zoals, (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bebouwingsgrens en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
-
d. voor de herbouw van een woning of bedrijfswoning op een andere locatie binnen het bouwvlak, mits:
-
1. de andere locatie leidt tot een verbetering van de ruimtelijke en/of milieuhygiënische kwaliteit binnen het bouwvlak;
-
2. de bedrijfswoning zoveel mogelijk aan de voorzijde van het bouwperceel wordt gesitueerd, tenzij vanwege de cultuurhistorische erfinrichting een andere situering gewenst is;
-
e. voor het inrichten en gebruik van de woning of bedrijfswoning voor inwoning/mantelzorg, mits:
-
1. de woning daarvoor niet wordt vergroot boven de maximaal toelaatbare omvang van deze woning volgens artikel 5.2.1 van deze regels;
-
2. de woning niet wordt opgesplitst in twee zelfstandige woningen of zodanig wordt ingericht dat opsplitsing mogelijk is met een simpele ingreep;
-
3. de woning niet meer dan één hoofdingang heeft;
-
4. de bovenverdieping met hooguit 1 vaste trapopgang bereikbaar is en in zijn geheel bestemd is voor één gezin;
-
f. voor het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige bouwwerken tot een hoogte van 15 meter.