direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Reeverweg 46-46a Harfsen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.buReeverweg46Ha-BP42

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan

het bestemmingsplan 'Reeverweg 46-46a Harfsen' van de gemeente Lochem;

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0262.buReeverweg46Ha-BP42 met bijbehorende regels en bijlagen.

De overige begrippen in alfabetische volgorde:

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

aan- of uitbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

agrarisch bedrijf

een grondgebonden bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een paardenhouderij en een manege;

agrarisch bouwvlak

de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond rond een bestaand agrarisch bedrijf dan wel een nieuw te vestigen agrarisch bedrijf waarop de bedrijfsbebouwing is toegestaan, waaronder begrepen kassen, kuilvoerplaten, mestsilo's en sleufsilo's;

ambachtelijk bedrijf

bedrijvigheid die voor een overwegend deel bestaat uit handwerk, het vervaardigen, bewerken, installeren of herstellen van goederen, die voornamelijk ter plaatse zijn vervaardigd ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker of verbruiker;

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

begane grond

de bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld is gelegen, waarop in de meeste gevallen de hoofdtoegang van het gebouw is gesitueerd, en waaronder zich een kruipruimte, kelder of souterrain kunnen bevinden;

beroep aan huis

een dienstverlenend beroep, dat in een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

bestaande aantal (bedrijfs)woningen

het aantal (bedrijfs)woningen dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, met uitzondering van de (bedrijfs)woningen die zijn gebouwd zonder bouwvergunning en in strijd met voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;

bestaande (bedrijfs)bebouwing

bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, met uitzondering van bebouwing die weliswaar bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar is gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

bijgebouw

een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen verhuren en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

escortbedrijf

een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend en die qua aard en schaal het bedrijf of beroep aan huis te boven gaat;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat voor de bedrijfsvoering afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond welke tot dat bedrijf behoort zoals een akkerbouwbedrijf, een grondgebonden veehouderij en een weidebouwbedrijf, met uitzondering van een intensieve kwekerij en glastuinbouwbedrijven;

grondgebonden veehouderij

een agrarisch bedrijf dat gericht is op het houden van dieren en voor de bedrijfsvoering afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond of van de mestafzetmogelijkheden van de grond, welke tot dat bedrijf behoort;

hervestiging van een agrarisch bedrijf

het opnieuw vestigen van een agrarisch bedrijf op een bestaande agrarisch bouwvlak;

hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

huishouden

personen die als een economische eenheid handelen bij het voeren van een

gemeenschappelijke huishouding;

intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf of een deel van een agrarisch bedrijf waar ten minste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlakte aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet Milieubeheer voor het houden van vee, pluimvee en pelsdieren, waarbij dit houden van vee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform een regeling krachtens artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet en het houden van melkrundvee, schapen, geiten of paarden, wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;

kleinschalige bedrijvigheid aan huis

bedrijvigheid die is genoemd in de bij deze planregels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis', dan wel bedrijvigheid die niet in deze lijst is genoemd maar daarmee naar de aard en invloed op de omgeving is gelijk te stellen, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

landschappelijke inpassing

inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van streekeigen beplanting om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen;

landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;

mantelzorg

een tijdelijke maar langer dan 3 maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora- en fauna;

niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

een bedrijf dat in overwegende mate gericht is op de teelt van agrarische producten zonder afhankelijk te zijn van agrarische grond als productiemiddel. Onder niet-grondgebonden agrarische bedrijven worden voor de toepassing van dit plan in ieder geval begrepen intensieve veehouderijen (waaronder pelsdierhouderijen), glastuinbouwbedrijven, champignonkwekerijen, witloftrekkerijen, viskwekerijen en intensieve kwekerijen;

nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

omschakeling van een agrarisch bedrijf

het omschakelen van een grondgebonden of een gemengd bedrijf in een niet-grondgebonden bedrijf;

paardenbak

omheinde gronden, waarop, door middel van het aanbrengen van zand en/of het plaatsen van bouwwerken ten behoeve van de springsport, het trainen van paarden kan plaatsvinden;

peil

voor bouwwerken is de bovenkant vloer op de begane grond;

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

raamprostitutie

een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

seksinrichting

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht;

voorgevel

de naar de openbare weg gekeerde, en op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw;

voorgevelrooilijn

denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een gebouw loopt naar de zijdelingse perceelsgrenzen, zoveel mogelijk evenwijdig aan de openbare weg;

voorzijde bouwvlak

de zijde van het agrarisch bouwvlak die naar de weg is gekeerd waarop het adres/huisnummer is gebaseerd;

woning

een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.