Buitengebied 1991, partiële herziening 2009-9 Horstweg 5-7 en Deventerweg 79 Laren

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan

het bestemmingsplan Buitengebied 1991, partiële herziening 2009-9 Horstweg 5-7 en Deventerweg 79 Laren van de gemeente Lochem;

bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in de GML-bestand NL.IMRO.0262.buDeventerw79Laren-BP41 met bijbehorende regels en bijlagen;

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanlegvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

agrarisch bedrijf

een bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, intensieve veehouderijen daaronder niet begrepen;

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

bestaande bouwwerken

de op de dag van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaande bouwwerken, alsmede bouwwerken welke krachtens een voor die dag reeds aangevraagde bouwvergunning worden of mogen worden gebouwd;

bijgebouw

een niet voor bewoning bestemd gebouw dat bij een hoofdgebouw behoort;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

hoofdgebouw

een gebouw, dat al of niet op een daartoe gegeven bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of gebruik als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

inpandig bijgebouw

een bij de woning behorende ruimte, zoals garage, berging of hobbyruimte, met uitzondering van zolderruimten boven de woning, dat niet voor bewoning is bestemd en derhalve niet tot de inhoud van de woning behoort;

kampeermiddel

een kampeermiddel waarvan maatvoering en constructie kennelijk mede ten doel hebben op eenvoudige wijze verplaatsing mogelijk te doen zijn, zoals tenten, tentwagens, kampeerauto's en caravans, stacaravans, al dan niet met onderstel, daaronder niet begrepen;

landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende elementen;

ontheffing

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

peil

• a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
• b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

woning/zelfstandige wooneenheid

een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

woningsplitsing

het uitvoeren van werkzaamheden welke tot gevolg heeft dat een zelfstandige wooneenheid in twee of meer zelfstandige wooneenheden wordt opgedeeld.