Plan: | Buitengebied, Lierdal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0252.BUbpLierdal-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied, Lierdal van de gemeente Heumen;
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0252.BUbpLierdal-VA01 met bijbehorende regels en bijlage;
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0252.BUbpBuitengebied09-VA01 met bijbehorende regels en bijlage
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
het uitoefenen van een beroep of bedrijf door de bewo(o)n(st)er van de woning op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, alsmede het beroepsmatig verlenen van diensten op deze gebieden dan wel het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingsplichtig is;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een glastuinbouwbedrijf;
een bedrijf dat gericht is op het verlenen van diensten ten behoeve van de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
een niet-industrieel bedrijf gericht op het houden, produceren en/of bewerken van planten en dieren, zoals een paardenhouderij, imkerij of dierenlaboratorium;
een gebied waar naar verwachting relatief veel terreinen voorkomen met archeologische waarden;
een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden, die behouden dienen te worden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
een inpandige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristisch recreatieve activiteit;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een object waarvoor, ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is en een gebruikseenheid vormt en dienstbaar is aan een woning, een stacaravan of een recreatiewoning;
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend of hoofdzakelijk is gericht op het produceren van houtachtige gewassen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
maatregelen die worden getroffen ter bescherming of ontwikkeling van kernkwaliteiten en/of omgevingscondities in verband met een, op een andere locatie voorkomende, aantasting van kernkwaliteiten en/of omgevingscondities;
een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteit gericht op het telen van gewassen in potten, bakken of containers geplaatst op antiworteldoek en waarbij de rijpaden bestaan uit waterdoorlatend materiaal;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden, natuurrijke cultuurlandschappen en verbindingszones, met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
de aan een gebied, middels een theoretische benadering toegekende waarde voor soorten planten, dieren en vegetatietypen, waarbij het gangbaar is zich met name te richten op de bescherming, zeldzaamheid en bedreigdheid van de natuurwaarde van de aanwezige planten, dieren en vegetatietypen;
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden, zwem- en vislocaties;
het controleren en managen van risico's die omwonenden lopen door de productie, het gebruik, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen, waarbij de overlijdenskans van groepen en individuen als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval door zojuist genoemde risicobronnen, uitgangspunt is voor ruimtelijke ontwikkelingen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidshinder;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het telen van tuinbouwgewassen, waarbij de productie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen;
een grenswaarde als bedoeld in de Wet Milieubeheer ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico;
de cumulatieve kansen per jaar dat een aantal personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicobron en een ongewoon voorval binnen die risicocontour, waarbij een gevaarlijke stof is betrokken;
de agrarische bedrijfsvoering die geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de open grond als agrarisch productiemiddel zoals akkerbouw, veeteelt, vollegrondstuinbouw, een bosbouwbedrijf en/of een paardenfokkerij;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
Een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt.
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
kamperen binnen de begrenzing van het agrarisch bouwvlak met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot 31 oktober;
een in omvang ondergeschikte één- of tweepersoonswoning die een in- dan wel aangebouwd deel uitmaakt van een (bedrijfs)woning.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten;
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengenoemde bouwlaag onder het gemiddeld aangrenzend peil is gelegen, en tussen de buitenzijde van de gevels;
de wezenlijke landschappelijke en ecologische kenmerken van een bepaald gebied;
een object waarvoor, ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald;
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald door de aanwezigheid van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens);
voorzieningen ter zake van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, fysieke en geestelijke volksgezondheid of sociaal-culturele aard;
de langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan hulpbehoevenden door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Hierbij valt te denken aan het zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis.
maatregelen die de aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities beperken;
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
de agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, champignonkwekerij en containerteelt;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
de kwaliteiten van de omgeving voor zover deze van invloed zijn op kernkwaliteiten;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
horeca die gerelateerd is aan een onder nader in de regels omschreven (hoofd-) functie, welke tevens ruimtelijk gezien in ondergeschikte vorm zelfstandig functioneert;
een overdekt bouwwerk met maximaal twee al dan niet tot de constructie behorende wanden;
een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het rijden op paarden;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse;
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een recreatiewoning, stacaravan of andere, voor wisselende bewoning bedoelde, ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken;
opslagvoorziening voor propaangas;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een richtwaarde als bedoeld in de Wet Milieubeheer ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een caravan die als een bouwwerk in de zin van de Woningwet valt aan te merken;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
recreatie gericht op het verblijf, hieronder begrepen nachtverblijf, op daarvoor bestemde gronden;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
een agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw bestemd voor meerdere woningen;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Voor de berekening van de inhoud van een bouwwerk wordt tevens meegeteld ruimte die door vier wanden, scheidingsmuren en/of dakvlakken is omsloten, maar niet door middel van een dak is afgesloten. De inhoud van deze ruimte wordt gemeten tussen de bovenzijde van de vloer, de binnenzijde van de wanden, scheidingsmuren en/of dakvlakken en de projectie van het dak, waarbij de hoogte van deze projectie wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde hoogte van de vier wanden, scheidingsmuren en/of dakvlakken.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Agrarisch - Uiterwaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende ontsluitingsvoorzieningen en de bestaande nutsvoorzieningen.
Gebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van het gebied evenals aan de waterstaatkundige functie van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoetgekomen.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend als bedoeld in artikel 3.3.1 dient tevens te worden aangetoond dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
Alvorens te besluiten over de aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, directie Limburg.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.3.1 is nodig voor:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak en de bestaande nutsvoorzieningen.
De bestaande agrarische bedrijven mogen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.2, uitbreiden dan wel omschakelen naar een andere tak van agrarische bedrijfsvoering met dien verstande dat:
er niet toe mag leiden dat de uitbreiding dan wel omschakeling van het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf meer bedraagt dan 500 m2. Een uitzondering geldt voor niet-grondgebonden agrarische bedrijven in de vorm van varkenshouderijen en vleeskalverenhouderijen. Binnen het bouwvlak gelden voor varkenshouderijen en vleeskalverenhouderijen geen beperkingen wat betreft hun uitbreidingsmogelijkheden.
Paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.
Containerteelt is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.
Bebouwing is slechts toegestaan indien deze noodzakelijk is voor en ten dienste staat aan een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Bedrijfsgebouwen, kassen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Kelders zijn toegestaan.
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Ten hoogste één sanitairgebouw is toegestaan ten dienste van kamperen bij de boer mits dit voldoet aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan, indien de woning op een perceel staat met een oppervlakte groter dan 0,5 ha, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.4 onder c voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 120 m2 .
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.6 onder e voor het bouwen van sleufsilo's buiten het bouwvlak, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.2 en 4.2.6 onder e voor het aanleggen van paardenbakken voor hobbymatig gebruik buiten het bouwvlak, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.2 voor het bouwen van schuilgelegenheden, melkstallen en veldschuren buiten het bouwvlak, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.6 onder f voor het oprichten van naar de openbare weg gekeerde erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1.80 m, mits dit uit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar is.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.1 onder a sub 1 voor tuinbouw op een afstand minder dan 50 m tot burgerwoningen, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.3 voor het aanleggen van containervelden, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van verblijfsrecreatie met bijbehorende voorzieningen, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toelaten van niet-agrarische nevenactiviteiten met bijbehorende voorzieningen, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.1 onder c voor het gebruik van een bed & breakfast ten behoeve van overnachtingen, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 sub b teneinde bij een woning een kangoeroewoning toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.1 sub h teneinde bij een woning een woonunit toe te staan of voor het bewonen van een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen, moet de woonunit verwijderd worden en/of het bijgebouw overeenkomstig de bestemming worden gebruikt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoetgekomen.
Alvorens te besluiten over de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een deskundige op het gebied van natuur en landschap.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend als bedoeld in artikel 4.5.1 onder c dient tevens te worden aangetoond dat bewoners en gebruikers van het gebied hiervan geen onevenredig nadeel ondervinden.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verleggen van bouwgrenzen van een bouwvlak binnen de begrenzing van onderhavige bestemming met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verleggen en daarbij vergroten van het bouwvlak binnen de begrenzing van onderhavige bestemming met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor wat betreft het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een bouwvlak in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming Bedrijf, Maatschappelijk, Recreatie of Recreatie - Verblijf, zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2009, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit | A (m²) | B (m³) | C | D | E | F | G |
agrarisch verwant bedrijf (sb-av) | ||||||||
Rijksweg 224 | Imkerij | 615 | 2.440 | 10% | 20% | * | * | d |
A. B. C. D. E. F. G. * - |
Oppervlak gebouwen in m2 (excl. bedrijfswoning) Inhoud gebouwen in m3 (excl. bedrijfswoning) Maximaal uitbreidingspercentage wat betreft oppervlak en inhoud Maximaal afwijkingspercentage voor uitbreiding van bebouwing wat betreft oppervlak en inhoud Detailhandel in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde producten toegestaan Bestaande bedrijfswoning toegestaan Toetsingscriteria: Toegestaan Niet toegestaan |
a. geen verkeersaantrekkende werking van gemotoriseerd verkeer b. landschappelijke inpassing c. geen verlies van parkeercapaciteit d. geen hinder of toename van milieubelasting voor de omgeving |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch verwant bedrijf';
adres | activiteit | A (m²) | B (m³) | C | D | E | F | G |
overige bedrijvigheid (sb-ob) | ||||||||
Rijksweg 209 | detailhandel in en verhuur en herstel van winter- en wandelsportartikelen | 645 | 2.695 | 0 | 5% | * | * | b. |
Rijksweg 213 | detailhandel in tuinartikelen en tuinhuisjes en ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' eveneens kantoor en opslag ten behoeve van de organisatie van evenementen, met dien verstande dat de gebouwen binnen het bestemmingsvlak ook ten behoeve van het kantoor mogen worden gebruikt. | 795 | 5.885 | 0 | 0 | * | * | - |
Rijksweg 215 | inpandige opslag van materialen, ter plaatse van de aanduiding 'atelier' eveneens kunstatellier en het organiseren en geven van aan de kunst gerelateerde workshops en lezingen. | 1.380 | 5.970 | 0 | 0 | - | * | - |
Rijksweg ong. | stalling van vrachtauto's en ander rollend materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | - | - | - |
Rijksweg 225 | garage en tankstation | 1.810 | 10.820 | 0 | 5% | * | * | b en d |
Rijksweg 229 | Handelsdoeleinden | 220 | 1.105 | 0 | 0 | - | - | - |
A. B. C. D. E. F. G. * - |
Oppervlak gebouwen in m2 (excl. bedrijfswoning) Inhoud gebouwen in m3 (excl. bedrijfswoning) Maximaal uitbreidingspercentage wat betreft oppervlak en inhoud Maximaal afwijkingspercentage voor uitbreiding van bebouwing wat betreft oppervlak en inhoud Detailhandel in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde producten toegestaan Bestaande bedrijfswoning toegestaan Toetsingscriteria: Toegestaan Niet toegestaan |
a. geen verkeersaantrekkende werking van gemotoriseerd verkeer b. landschappelijke inpassing c. geen verlies van parkeercapaciteit d. geen hinder of toename van milieubelasting voor de omgeving |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - overige bedrijvigheid',
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Tenzij de bedrijfsactiviteiten op het moment van inwerkingtreding van het plan al in meer dan één bouwlaag plaatsvinden, mogen de bedrijfsactiviteiten slechts in één bouwlaag plaatsvinden.
Risicovolle inrichtingen, inclusief propaantanks, zijn niet toegestaan.
Bebouwing is slechts toegestaan indien deze noodzakelijk is voor en ten dienste staat aan een doelmatige bedrijfsvoering.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Kelders zijn uitsluitend onder de bedrijfswoning en overige gebouwen toegestaan.
Bijgebouwen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan, indien de woning op een perceel staat met een oppervlakte groter dan 0,5 ha, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.4 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 120 m2 .
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder c en d voor het vergroten van de oppervlakte en inhoud van gebouwen tot een maximum percentage zoals aangegeven in kolom D van de tabellen in artikel 5.1.1 onder a en b, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.5 onder d voor het oprichten van naar de openbare weg gekeerde erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1.80 m, mits dit uit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 onder a en b sub F teneinde bij een woning een kangoeroewoning toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.1 sub h teneinde bij een woning een woonunit toe te staan of voor het bewonen van een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen, moet de woonunit verwijderd worden en het bijgebouw overeenkomstig de bestemming worden gebruikt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de vestiging van een ander dan het ter plaatse toegestane bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor wat betreft het na bedrijfsbeëindiging omzetten van de bedrijfsbestemming in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen - Landschappelijke beplanting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 6.1 bedoelde gronden, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'groen', de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding van de landschappelijke beplanting in het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoetgekomen.
Alvorens op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 te beschikken, wint het bevoegd gezag het advies in van een landschapsdeskundige.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 is nodig voor:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit | A (m²) | B (m³) | C | D | E | F | G |
horeca | ||||||||
Rijksweg 206 | restaurant | 370 | 2365 | 0 | 15% | - | * | d |
Rijksweg 232 | restaurant / partycentrum | 1094 | 7673 | 0 | 15% | - | * | d |
A. B. C. D. E. F. G. * - |
Oppervlak gebouwen in m2 (excl. bedrijfswoning) Inhoud gebouwen in m3 (excl. bedrijfswoning) Maximaal uitbreidingspercentage wat betreft oppervlak en inhoud Maximaal afwijkingspercentage voor uitbreiding van bebouwing wat betreft oppervlak en inhoud Detailhandel toegestaan Bestaande bedrijfswoning toegestaan Toetsingscriteria: Toegestaan Niet toegestaan |
a. geen verkeersaantrekkende werking van gemotoriseerd verkeer b. landschappelijke inpassing c. geen verlies van parkeercapaciteit d. geen hinder of toename van milieubelasting voor de omgeving |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bebouwing is slechts toegestaan indien deze noodzakelijk is voor en ten dienste staat aan een doelmatige bedrijfsvoering.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Kelders zijn toegestaan.
Bijgebouwen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder d en e voor het vergroten van de oppervlakte en inhoud van gebouwen tot een maximum percentage zoals aangegeven in kolom D van de tabel in artikel 7.1.1 onder a, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder d voor het in het kader van de restauratie van het op het perceel aanwezige rijksmonument ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', vergroten van de bebouwde oppervlak met 900 m².
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 voor het toestaan van een andere vorm van horeca, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 onder a sub F teneinde bij een woning een kangoeroewoning toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.1 sub h teneinde bij een woning een woonunit toe te staan of voor het bewonen van een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen, moet de woonunit verwijderd worden en/of het bijgebouw overeenkomstig de bestemming worden gebruikt.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voetpaden, groenstroken en afschermende beplanting met bijbehorende voorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding en een verkeersontsluiting op de Rijksweg, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,5 m bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van verkeersvoorzieningen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, faunapassages, openbare nutsvoorzieningen, bermen, objects of art, voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging en waterlopen;
Het aantal rijstroken van wegen bedraagt maximaal 2 (excl. in- en uitvoegstroken).
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van bestaande gebouwen met als maximale hoogte en oppervlakte de bestaande hoogte en oppervlakte.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.2 voor de bouw van bruggen en op- en afritten voor het Maas-Waalkanaal en de Maas, mits als verkeersvoorziening noodzakelijk.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Kelders zijn toegestaan.
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Herbouw van een woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie met inachtneming van het bepaalde in artikel 11.2.1.
Bij omgevingsvergunning kan, indien de woning op een perceel staat met een oppervlakte groter dan 0,5 ha, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder d voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 120 m2 .
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor het aanleggen van paardenbakken voor hobbymatig gebruik, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.4 onder a voor het oprichten van naar de openbare weg gekeerde erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1.80 m, mits dit uit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.1 onder a teneinde bij een woning een kangoeroewoning toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.1 teneinde bij een woning een woonunit toe te staan of voor het bewonen van een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen, moet de woonunit verwijderd worden en/of het bijgebouw overeenkomstig de bestemming worden gebruikt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verplaatsen van de woning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van woningsplitsing in ten hoogste twee woningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor de bouw van extra woningen, in verband met sloop van voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen, mits:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een reguliere omgevingsvergunning voor het bouwen voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 500 m2 dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, in voldoende mate is vastgesteld.
Indien het oprichten van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt aangevraagd kan leiden tot aantasting van archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders op basis van een bij de bouwaanvraag in te dienen archeologisch rapport in ieder geval een van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het overleggen van een rapport is niet nodig indien wordt aangetoond dat de grond dieper dan 40 cm is gewoeld of indien de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie, welke is getoetst door een archeologische deskundige, afdoende is vastgesteld.
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, vraagt het bevoegd gezag een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg om advies.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 12.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van meer dan 500 m², de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 12.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 12.3.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden.
Voor zover de in artikel 123.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een aantasting van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend en kan aan de vergunning in ieder geval een van de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 te verlenen, vraagt het bevoegd gezag een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg om advies.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een reguliere omgevingsvergunning voor het bouwen voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 2.500 m2 dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, in voldoende mate is vastgesteld.
Indien het oprichten van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt aangevraagd kan leiden tot aantasting van archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders op basis van een bij de bouwaanvraag in te dienen archeologisch rapport in ieder geval een van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het overleggen van een rapport is niet nodig indien wordt aangetoond dat de grond dieper dan 40 cm is gewoeld of indien de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie, welke is getoetst door een archeologische deskundige, afdoende is vastgesteld.
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, vraagt het bevoegd gezag een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg om advies.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 13.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van meer dan 2500 m² de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 13.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 13.3.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden.
Voor zover de in artikel 13.3.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een aantasting van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend en kan aan de vergunning in ieder geval een van de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 te verlenen, vraagt het bevoegd gezag een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg om advies.
De voor 'Waarde - Beeldbepalende boom' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de ter plaatse aanwezige boom als monumentaal / beeldbepalend object.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 14.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.2.1 is nodig voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 14.2.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende waarden van de boom, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Waterstaat – Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.4.1 is nodig voor:
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het beheer van de watergang, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de watergang.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 is nodig voor:
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs, voor de waterhuishouding, voor verkeer te water en voor aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering, alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mag niet worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2 voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de rivierbeheerder alsmede van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren:
Het in artikel 17.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden:
De in artikel 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de berging van water.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de rivierbeheerder alsmede van de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 tot en met artikel 11) mag geen nieuw geluidsgevoelig gebouw worden gebouwd of gesplitst.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1.2 voor het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-dijk 1' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
Uitsluitend zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan die ten dienste staan van het bepaalde in 20.2.1 en met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de onderliggende bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 20.2.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.2.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.2.4 is nodig voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-dijk 2' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de veiligheid van het vaarverkeer.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mogen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 1 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.4.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de vaarweg.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 20.4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de weg.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.4 is nodig voor:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.1 kan slechts worden verleend, mits:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor de aanleg van een kleinschalig recreatief element in het landschap in de vorm van een labyrinth, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het toevoegen van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie indien uit onderzoek blijkt dat dit noodzakelijk is ter behoud en bescherming van archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van bestemmingen in de bestemming Water, Groen - Landschappelijke beplanting of Natuur ten behoeve van de realisering van een ecologische verbindingszone, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van:
Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot ,
In afwijking van het bepaalde artikel 23.1.1 onder a is gehele vernieuwing van een onder het overgangsrecht vallend gebouw toegestaan indien de vernieuwing op dezelfde locatie plaatsvindt en door amovering het bebouwd oppervlak en de inhoud van de bebouwing die onder het overgangsrecht valt, afnemen met tenminste 25%.
Artikel 23.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 23.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 23.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 23.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Buitengebied, Lierdal van de gemeente Heumen.