direct naar inhoud van 3.4 Bestemmingsplan
Plan: Heerde-Dorp, 2e partiële herziening, project Brinklaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.BP402-va01

3.4 Bestemmingsplan

3.4.1 Bestemmingsplan

Dit plan laat zich aanmerken als een gedetailleerd bestemmingsplan. De bestemmingen geven tot in detail inzicht in de bouw- en gebruiksmogelijkheden. De regels en plankaart (verbeelding) zijn de juridisch bindende onderdelen.

3.4.2 De planregels

De regels geven inhoud aan de op de plankaart aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd kan of mag worden.

Voor de regelgeving geldt dat voor iedere bestemming die is opgenomen, een omschrijving dient te worden gegeven waarin de doeleinden van de betreffende bestemming worden aangegeven. Het gaat om de doeleinden die met het oog op een goede ruimtelijke ordening aan de in het plan begrepen gronden zijn toegekend.

Hoewel bij de opzet van de regels getracht is het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen dat werkelijk noodzakelijk is, kan een dergelijke regeling waarschijnlijk niet in alle zich voordoende situaties voorzien. Daarom zijn soms flexibiliteitsbepalingen opgenomen in de vorm van ontheffingen.

De uitvoering daarvan berust bij burgemeester en wethouders. Deze bepalingen maken afwijkingen van geringe aard mogelijk, waarbij de aan de grond toegekende bestemming niet mag worden gewijzigd. Indien er ontwikkelingen plaatsvinden buiten deze visie, dan is een nieuwe afweging noodzakelijk die - bij een positieve uitkomst - via een formele planherziening zijn beslag dient te krijgen.

De bij dit plan behorende regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. De indeling is als volgt:

  • 1. inleidende regels;
  • 2. bestemmingsregels;
  • 3. algemene regels;
  • 4. overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 worden enkele in de regels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten. In hoofdstuk 2 worden de bestemmingen omschreven en wordt bepaald op welke wijze de gronden en opstallen gebruikt mogen worden. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels en in hoofdstuk 4 komt het overgangsrecht aan de orde en de slotregel.