Plan: | Heerde-Dorp, 2e partiële herziening, project Brinklaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.BP402-va01 |
Eén van de eerste acties die Triada heeft ondernomen toen zij in 2009 de eigendommen van Gradiënte Ambo heeft overgenomen, is het aanvragen van 2 sloopvergunningen. De ontwikkelingsmaatschappij van Epavlis Brinklaan Heerde B.V., heeft een sloopvergunning aangevraagd voor het oude postkantoor Brinklaan 19 en voor de woningen aan de Schoolhof/Stationsstraat.
Achtergronden van het indienen van de sloopaanvragen zijn:
Ten eerste dat de woningen Schoolhof 1 t/m 32 niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd (de woningen hebben een oppervlakte van 30 – 35 m2). Epavlis Brinklaan Heerde B.V. heeft daarom besloten de bewoning te beëindigen en het gebouw te slopen. De oude bewoners hebben inmiddels allemaal een andere woning.
De tweede reden voor het aanvragen van een sloopvergunning is het toenemend risico van vandalisme in de leegstaande gebouwen, met alle gevolgen van dien in verband met de aanwezigheid van asbest.
De derde reden is de planning in de tijd in verband met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen. De gebouwen zouden in verband daarmee het beste in september/oktober kunnen worden gesloopt. Een aanvullend onderzoeksrapport is bij de sloopaanvraag gevoegd. Epavlis Brinklaan Heerde B.V. heeft daarom besloten om begin oktober 2009 te starten met de sloop. De sloop is intussen afgerond.
Op grond van de Bouwverordening (artikel 8.1.1, eerste lid) is het verboden om bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning).
In artikel 8.1.6 zijn de gronden opgenomen op grond waarvan een sloopvergunning kan en moet worden geweigerd. Indien geen van deze weigeringsgronden van toepassing is dan moet een sloopvergunning worden verleend.
De weigeringsgronden in artikel 8.1.6 hebben betrekking op de veiligheid tijdens het slopen en de bescherming van nabijgelegen bouwwerken. Daarnaast moet een sloopvergunning worden geweigerd indien tevens een vergunning nodig is op grond van de Monumentenwet, monumentenverordening of leefmilieuverordening, danwel een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan, en deze niet is verleend.
Voor de gebouwen aan de Brinklaan/Stationsstraat/Schoolhof waarvoor de sloopvergunningen zijn aangevraagd deden geen van deze weigeringsgronden zich voor. De sloopvergunningen zijn daarom verleend.
Het feit dat er handtekeningen zijn verzameld voor behoud van "De Oude School" betekent niet dat het gebouw daarmee de status van een Monument heeft gekregen. Naar aanleiding van de verzamelde handtekeningen is wel door deskundigen bekeken of het gebouw of onderdelen daarvan het beschermen waard zouden kunnen zijn. Het algemene oordeel van de deskundigen was echter negatief. Er is al geen sprake meer van het oorspronkelijke gebouw en ook het poortgebouw is bij de verbouwing in de zeventigerjaren in deze vorm ontstaan en heeft als zodanig geen architectonische, stedenbouwkundige of cultuurhistorische waarde.
Het gebouw is door de gemeenteraad ook niet opgenomen als beeldbepalend pand of karakteristiek object in de Welstandsnota, zodat op grond daarvan een strengere welstandtoetsing zou gelden.
Evenmin is bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan "Heerde–Dorp" in maart 2009 een bijzondere aanduiding voor het gebouw opgenomen.
Op de sloop, verbouw of nieuwbouw zijn dus geen bijzondere beschermende voorschriften van toepassing.
Bovendien heeft de eigenaar van een gebouw in beginsel de vrije beschikking over zijn eigendom en mag daar binnen de grenzen van de wet alles mee doen wat hij wil. Een ongefundeerde beperking van het eigendomsrecht zal bij de rechter geen stand houden.
De herinnering aan de oude school die ter plekke heeft gestaan heeft wel emotionele waarde. Vanuit die invalshoek is bij de planvorming opnieuw bekeken of een verwijzing naar de oude school in de plannen kan worden opgenomen. Om die reden is het eerder in de plannen opgenomen poortgebouw in de nieuwe plannen gehandhaafd.
Er zijn enkele bezwaarschriften ingediend tegen het verlenen van de sloopvergunningen. Tevens is er een voorlopige voorziening gevraagd bij de Rechtbank Zutphen. De bezwaren hadden met name te maken met de emotionele en monumentale waarde van het voormalige schoolgebouw. In een eerder stadium waren er circa 1.000 handtekeningen verzameld voor het behoud van de school.
Ten aanzien van de bezwaren is het volgende overwogen.
Op advies van de commissie voor de bezwaarschriften heeft het college de bezwaren ongegrond verklaard. De sloopvergunningen moesten worden verleend omdat er geen weigeringsgronden aanwezig waren.
Bij besluit van 30 september 2009 heeft de Rechtbank Zutphen de Voorlopige Voorziening afgewezen. Ook de Rechtbank concludeert dat nu zich geen weigeringsgrond voordoet de gemeente gehouden was de gevraagde sloopvergunning te verlenen.