2.1 Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP)
Algemeen
De vorige Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna WRO) en het daarbij behorende Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro 1985) bevatten bijna geen bepalingen over de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan. Hierdoor zijn er in de praktijk zeer verschillende bestemmingsplannen ontstaan. Dit, terwijl leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan van groot gewicht zijn. Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang wensen te bezien. Denk hierbij aan degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling, de monitoring van beleid en de handhaving.
De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (hierna SVBP 2012) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld.
Vergelijkbare bestemmingsplannen
SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. Dit om de gewenste vergelijkbaarheid zeker te stellen. De standaarden hebben geen betrekking op de toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting maakt immers - strikt juridisch gezien - geen deel uit van het bestemmingsplan.
De verbeelding van het bestemmingsplan bestaat uit een verzameling geografische bepaalde objecten, die zijn opgeslagen in een digitaal ruimtelijk informatiesysteem. De objecten zijn voorzien van bestemmingen met bijbehorende doeleinden en regels. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat de standaarden geen betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan.
Bestemmingen
Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels gekoppeld over het gebruik van de in het plan begrepen grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. Een bestemmingsplan kan ook dubbelbestemmingen bevatten. Deze overlappen bestemmingen en geven eigen regels, waarbij sprake is van een rangorde tussen de bestemmingen en de dubbelbestemmingen.
Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken binnen een bestemming of dubbelbestemming nader of specifieker te regelen. Het gaat hierbij om specificaties met betrekking tot het gebruik of de bouwmogelijkheden. De aanduidingen hebben daardoor juridische betekenis en komen ook altijd in de regels van het bestemmingsplan voor.
2.2 Opzet van de bestemmingsregeling
Doelstellingen en uitgangspunten
Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een correctieve herziening op onderdelen van het bestemmingsplan "Buitengebied West". Dit houdt in dat de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied West" van toepassing worden verklaard op onderhavig bestemmingsplan, met dien verstande dat de regels op onderdelen worden aangepast, conform hetgeen is aangegeven in de regels van deze correctieve herziening.
Opzet regels
De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw is als volgt:
2.3 Verbeelding en wijze van toetsen
Verbeelding
De verbeelding heeft een belangrijke rol bij het bepalen van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden in het buitengebied. Daartoe zijn op de plankaart bestemmingsvlakken en aanduidingen opgenomen.
Aan de ondergrondgegevens op de verbeelding, zoals ingetekende gebouwen, kunnen geen rechten worden ontleend. Daar staat tegenover dat het ontbreken van dergelijke ondergrondgegevens ook niet leidt tot een beperking van rechten. De ondergrondgegevens hebben dus uitsluitend een illustratief karakter. Deze gegevens zijn een hulpmiddel voor het bepalen van bestemmingsvlakken en bouwvlakken.
Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een correctieve herziening op onderdelen van het bestemmingsplan "Buitengebied West". Dit houdt in dat de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied West" van toepassing worden verklaard op onderhavig bestemmingsplan, met dien verstande dat de verbeelding op onderdelen worden aangepast, conform hetgeen is aangegeven op de verbeelding van deze correctieve herziening.
2.4 Inhoud herziening
2.4.1 Algemeen
Deze correctieve herziening betreft zowel aanpassingen van de verbeelding als enkele regels van het bestemmingsplan "Buitengebied West".
De doelstelling van deze correctieve herziening is het vastleggen en juridisch borgen van de onderdelen die als gevolg van de uitspraak van de Raad van State zijn vernietigd en tevens van de ambtshalve correcties via de hierna volgende aanpassingen.
2.4.2 Correcties na uitspraak Raad van State
Uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, d.d. 21
augustus 2013 - 201205223/1/R2
De volgende correcties worden met deze correctieve herziening doorgevoerd in het bestemmingsplan "Buitengebied West":
-
1. voor het agrarische perceel Bisschopsstraat 2 is ten onrechte geen bedrijfswoning toegestaan, middels de aanduiding "aantal bedrijfswoningen=0" op de verbeelding. Op basis van de uitspraak wordt voor dit perceel een bedrijfswoning positief bestemd, middels het op de verbeelding opnemen van de aanduiding "aantal bedrijfswoningen=1";
-
2. op het woonperceel Wapenvelder Kerkweg 12b is ten onrechte niet voorzien in een aanduiding voor twee (vrijstaande) woningen. Op basis van de uitspraak wordt de tweede bestaande vrijstaande woning voor dit perceel positief bestemd, middels het op de verbeelding opnemen van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden=2". In de regels wordt in artikel 26.1 (Wonen) opgenomen dat ter plaatse van voorgenoemde aanduiding het op de verbeelding weergegeven aantal woningen is toegestaan. Dit wijkt af van de standaard regeling dat 1 vrijstaande woning per woonbestemming is toegestaan.
2.4.3 Ambtshalve correcties regels
De volgende ambtshalve correcties worden met deze correctieve herziening doorgevoerd in de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied West":
-
1. de begripsomschrijving "bedrijfsmatige exploitatie" in artikel 1 (Begrippen) wordt gewijzigd in een betere begripsomschrijving die meer recht doet aan hetgeen bedoeld wordt;
-
2. de begripsomschrijving "bijbehorend bouwwerk" in artikel 1 (Begrippen) wordt gewijzigd, door het verbod op wonen in een vrijstaand bijgebouw te verwijderen. Deze bepaling is reeds opgenomen in de specifieke gebruiksregels van de desbetreffende artikelen;
-
3. de begripsomschrijving "inwoning" in artikel 1 (Begrippen) wordt gewijzigd in een betere begripsomschrijving die meer recht doet aan hetgeen bedoeld wordt;
-
4. het begrip "activiteitencentrum", zoals gebruikt in artikel 12 (Maatschappelijk), wordt toegevoegd aan artikel 1 (Begrippen). Door het toevoegen van dit begrip ontstaat meer duidelijkheid over wat wordt verstaan onder een activiteitencentrum;
-
5. het begrip "relatie" (verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen) is ten onrechte niet opgenomen in artikel 1 (Begrippen). Dit begrip wordt daarom toegevoegd;
-
6. generiek wordt aangepast dat de oppervlakte van een woonhuis (zowel burgerwoning als bedrijfswoning, met uitzondering van landhuizen) niet meer dan 150 m² mag bedragen, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken. Met deze regeling wordt voorkomen dat aan de 150 m² ook de 100 m² geplakt wordt om een grotere woning te krijgen en wordt getracht dat het bijgebouw afzonderlijk van de woning gebouwd wordt;
-
7. generiek wordt aangepast dat voor bijbehorende bouwwerken bij woningen (zowel burgerwoningen als bedrijfswoningen) een verplichte dakhelling van ten minste 30° en ten hoogste 60° geldt om te voorkomen dat bijbehorende bouwwerken met een plat dak kunnen ontstaan. Tegelijk is in de desbetreffende artikelen een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarmee onder voorwaarden een andere dakhelling kan worden toegestaan;
-
8. generiek wordt aangepast dat daar waar in de regels het woord "vloeroppervlakte" voorkomt (ook in "bedrijfsvloeroppervlakte), dit wordt gewijzigd in "oppervlakte". In het eerste geval wordt namelijk de suggestie gewekt dat een eventuele tweede bouwlaag meetelt in de toegestane oppervlakte, terwijl de bedoeling van de regeling is dat enkel de footprint meetelt;
-
9. in de bestemmingsomschrijving van artikel 3.1 (Agrarisch) wordt het behoud, bescherming, ontwikkeling en/of het herstel van de voorkomende dan wel aan het gebied eigen landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden toegevoegd, overeenkomstig de landschapswaarden uit het Landschapsontwikkelingsplan. De opvolgende onderdelen worden in verband met deze toevoeging hernummerd;
-
10. in artikel 3.2.3. (Agrarisch) wordt onder 3 het woord "agrarische" tussen haakjes gezet. Deze wijziging zorgt ervoor dat niet alleen omliggende agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering, maar ook omliggende niet-agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering;
-
11. aan artikel 3.2.3 (Agrarisch) wordt toegevoegd dat de dakhelling van bedrijfswoningen ten minste 30° en ten hoogste 60° bedraagt. Dit is overeenstemming met de regeling die van toepassing is voor burgerwoningen;
-
12. uit artikel 3.5.1. (Agrarisch) onder a wordt de zinsnede "gelegen buiten het plangebied" verwijderd, omdat de genoemde afstand ook van toepassing is voor woningen binnen het plangebied;
-
13. in artikel 3.6.1 (Agrarisch) onder 1 wordt de opsomming van de voorwaarden verbeterd, omdat de eerste voorwaarde ("de noodzaak daarvan uit oogpunt van dierwelzijn is aangetoond") nu geen deel uitmaakt van de opsomming;
-
14. in artikel 3.6.1 (Agrarisch) onder 2 wordt verwezen naar "3.2.1 onder 2". Deze verwijzing is niet correct en wordt gewijzigd in "3.2.1 onder 1".
-
15. in de artikelen 4 (Agrarisch - Glastuinbouw) en 5 (Agrarisch - Kwekerij) worden dezelfde wijzigingen doorgevoerd als aan artikel 3 (Agrarisch), overeenkomstig het bepaalde in de onderdelen 9, 10 en 12 van deze ambtshalve wijzigingen;
-
16. in artikel 5.5.1 (Agrarisch - Kwekerij) onder 4b wijkt de omschrijving van het strijdig gebruik af van de omschrijving, zoals opgenomen in de artikelen 3.5.1 (Agrarisch) en 4.5.1. (Agrarisch - Glastuinbouw). Artikel 5.5.1 onder 4b wordt daarom gewijzigd en in overeenstemming gebracht met de bepalingen uit artikel 3.5.1 en 4.5.1;
-
17. in artikel 13.4.1 (Maatschappelijk - Militair oefenterrein) wordt de regeling onder 1 verwijderd. Hiermee kan worden afgeweken ten behoeve van het vergroten van de goothoogte. De regel waarvan kan worden afgeweken bestaat echter niet, waardoor ook deze regeling kan worden verwijderd;
-
18. in artikel 13.4.1 (Maatschappelijk - Militair oefenterrein) wordt de regeling onder 3 logischer geformuleerd ten einde meer duidelijkheid over de bedoeling van de regeling te geven;
-
19. in artikel 17.2.6. (Recreatie - Verblijfsrecreatie) wordt onder 3 het woord "agrarische" tussen haakjes gezet. Deze wijziging zorgt ervoor dat niet alleen omliggende agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering, maar ook omliggende niet-agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering;
-
20. in artikel 18.2.1 en 18.4.1. (Recreatie - Volkstuin) wordt de nummering gewijzigd, zodat deze correct wordt weergegeven;
-
21. in artikel 19.2.1 (Sport) wordt het begrip "bestemming" uit de kopregel van de tabel gewijzigd in "activiteit";
-
22. in artikel 19.2.2 (Sport) onder 3 wordt het woord "mag" in de zin toegevoegd, zodat de zin goed loopt;
-
23. in artikel 26.2.2. (Wonen) wordt onder 3 het woord "agrarische" tussen haakjes gezet. Deze wijziging zorgt ervoor dat niet alleen omliggende agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering, maar ook omliggende niet-agrarische bedrijven niet worden gehinderd in de bedrijfsvoering;
-
24. in artikel 26.4.1 (Wonen) onder 3 en 4 worden de verwijzingen aangepast, zodat deze naar de goede regelingen verwijzen;
-
25. in artikel 26.6.1 (Wonen) wordt onder 1 een verwijzing opgenomen naar Bijlage 5 Lijst aan huis gebonden bedrijven, zoals opgenomen in de bijlagen van de regels;
-
26. in artikel 27.6.1 (Wonen - Landhuis) wordt onder 1 een verwijzing opgenomen naar Bijlage 5 Lijst aan huis gebonden bedrijven, zoals opgenomen in de bijlagen van de regels;
-
27. artikel 29 (Leiding - Gas) wordt gedeeltelijk gewijzigd, overeenkomstig het door Gasunie toegestuurde artikel. Artikel 29.4 met daarin nadere eisen wordt hiermee vervangen door een nieuw artikel 29.4 met daarin specifieke gebruiksregels;
-
28. aan artikel 30.2 (Leiding - Hoogspanning) wordt een nieuw tweede sublid toegevoegd, waarmee het is toegestaan masten te bouwen ten behoeve van de hoogspanningsleiding, met een hoogte van maximaal 50 m. Het bestaande tweede sublid wordt hernummerd tot derde sublid;
-
29. in artikel 30.3.1 (Leiding - Hoogspanning) worden de voorwaarden toegevoegd dat de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant;
-
30. in artikel 38.3.1 (Waterstaat - Waterkering) onder 1 wordt de verwijzing gecorrigeerd, zodat deze naar het juiste lid (38.2) verwijst;
-
31. in artikel 40.3 (Algemene bouwregels) en 46.1 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) worden de verschillende landschappelijke waarden uit het Landschapsontwikkelingsplan uit 2009 nader door vertaald. Voor de landschappelijke waarden "beekdalen", "broeken", "dekzandruggen en oude bouwlanden" en "hooilanden" is dit reeds in het moederplan gebeurd. Met deze herziening worden ook de landschappelijke waarden "droge bos- en heideontginning", "natte heideontginning" en "oeverwal" opgenomen;
-
32. in artikel 43.1.7 (Algemene afwijkingsregels) wordt het woord "tot" uit de zin verwijderd, ten einde de zin beter te laten lopen;
-
33. in artikel 43.4 (Algemene afwijkingsregels) wordt de verwijzing gecorrigeerd, zodat naar de juiste regeling (41.1) wordt verwezen;
-
34. aan artikel 46.3.1 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) wordt een extra onderdeel toegevoegd, waarmee graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in bepaalde gevallen vergunningplichtig worden gemaakt. Deze wijziging vloeit voort uit het bepaalde onder 27 van deze ambtshalve wijzigingen (reactie Gasunie);
-
35. na artikel 46.4 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) wordt een nieuw artikel 46.5 en 46.6 toegevoegd voor de toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden op gronden met de dubbelbestemming "Leiding - Gas" en de voorwaarde dat voorafgaand aan de werkzaamheden vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Beide toevoegingen vloeien voort uit het bepaalde onder 27 van deze ambtshalve wijzigingen (reactie Gasunie). De opvolgende leden en verwijzingen worden hernummerd.
2.4.4 Ambtshalve correcties verbeelding
De volgende ambtshalve correcties worden met deze correctieve herziening doorgevoerd op de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied West":
-
1. op de locatie Keetweg 3 is ten onrechte een (extra) woning bij het activiteitencentrum toegestaan middels de aanduiding "aantal bedrijfswoningen=1". Deze aanduiding wordt gewijzigd in "aantal bedrijfswoningen=0";
-
2. op de locatie Groteweg 15 is ten onrechte geen bouwaanduiding "karakteristiek" opgenomen. Dit wordt op de verbeelding gewijzigd;
-
3. op de locatie Badhuisweg 2 is een paardenhouderij gevestigd. De locatie heeft ten onrechte ook de aanduiding "intensieve veehouderij" gekregen. Deze aanduiding wordt van de verbeelding verwijderd;
-
4. op de locatie Blikweg 4 is ten onrechte geen bouwaanduiding "karakteristiek" opgenomen voor de bijschuur. Dit wordt op de verbeelding gewijzigd;
-
5. op de locatie Kanaaldijk 9 wordt de aanwezige bouwaanduiding "karakteristiek" op het gebouw aangeduid, in plaats van op het hele perceel;
-
6. op het perceel Kerkdijk 17 wordt de aanwezige bouwaanduiding "karakteristiek" op het gebouw aangeduid, in plaats van op het hele perceel;
-
7. de verschillende landschappelijke waarden uit het Landschapsontwikkelingsplan uit 2009 krijgen een nadere doorvertaling in het bestemmingsplan. Voor de landschappelijke waarden "beekdalen", "broeken", "dekzandruggen en oude bouwlanden" en "hooilanden" is dit reeds gedeeltelijk in het moederplan gebeurt. Daar waar dit nog niet het geval is, worden de desbetreffende aanduidingen ook voor die landschapstypen opgenomen. Aanvullend worden ook de landschappelijke waarden "droge bos- en heideontginning", "natte heideontginning" en "oeverwal" opgenomen.