direct naar inhoud van Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
Plan: Bedrijventerrein Wapenveld Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.760BPBWNBDRIJVNTRN-va02

Artikel 18 Waterstaat - Waterkering

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
  • b. de afvoer van oppervlaktewater;
  • c. de waterhuishouding;


met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de tot 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen.

18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor:

  • a. het bouwen ten dienste van en conform de basisbestemming;
  • b. het verhogen van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 5 m.
18.3.2 Afwegingskader

De in 18.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend:

  • a. indien de waterstaatkundige belangen zich daartegen niet verzetten;
  • b. nadat het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 18.4.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
  • c. het ophogen en egaliseren van de gronden;
  • d. grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 m onder het maaiveld;
  • e. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. diepploegen, zijnde het extra diep - meer dan circa 0,4 m - omploegen;
  • g. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • h. het vellen of rooien van bomen, houtsingels of houtwallen.
18.4.2 Uitzonderingen op de verbodsbepaling

Het in lid 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 onder a, voorzover het betreft kavelpaden en in- of uitritten.
18.4.3 Afwegingskader

Een omgevingsvergunning, zoals genoemd in lid 18.4.1, wordt slechts verleend:

  • a. indien de waterstaatkundige belangen zich daartegen niet verzetten;
  • b. nadat het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord.