direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene gebruiksregels
Plan: Buitengebied Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000900-va01

Artikel 23 Algemene gebruiksregels

23.1 Strijdig gebruik
  • 1. Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:
    • a. gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
    • b. gronden voor de voorgevel ten behoeve van een zwembad;
    • c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bijwoning;
  • 2. Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:
    • a. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning is vereist en deze is verleend.
    • b. de opslag van materiaal en het stallen van caravans in bestaande (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen.

23.2 Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven
23.2.1 Toegestaan gebruik

Bij agrarische bedrijven als bedoeld in artikel 3 (Agrarisch), zijn uitsluitend binnen het bouwvlak, in bestaande bedrijfs- en andere gebouwen, de volgende nevenactiviteiten toegestaan, in het daarbij aangegeven gebied, zoals die is afgebeeld in Bijlage 3 Landschapstypen nevenactiviteiten tot de daarbij vermelde gezamenlijke oppervlakte:

gebiedstype   nevenactiviteit   max. gezamenlijke oppervlakte  
EHS   categorie 1, als bedoeld in Bijlage 4 Lijst van toegestane nevenactiviteiten   25% van het bebouwde oppervlakte tot een maximum van 350 m²  
  statische opslag en stalling caravans   750 m²  
Waardevol landschap   categorie 1 en 2, als bedoeld in Bijlage 4 Lijst van toegestane nevenactiviteiten   25% van het bebouwde oppervlakte tot een maximum van 350 m²  
  statische opslag en stalling caravans   1000 m²  
Multifunctioneel platteland   categorie 1 en 2, als bedoeld in Bijlage 4 Lijst van toegestane nevenactiviteiten   500 m²  
  statische opslag en stalling caravans   1000 m²  

waarbij geldt dat:

  • de afstand tot gevoelige bestemmingen ten minste 50 m moet bedragen, en
  • geen andere (agrarische) bedrijven in hun bedrijfsvoering mogen worden belemmerd.

23.2.2 Afwijken van toegestaan gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 23.2.1:

  • 1. ten behoeve van een vergroting van de oppervlaktematen:
    • a. in het gebiedstype Multifunctioneel platteland tot 20%;
    • b. in het gebiedstype Waardevol landschap tot 15%;
      mits een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit wordt aangetoond.
  • 2. ten behoeve van het bouwen van maximaal 200 m² aan gebouwen voor het uitoefenen van nevenactiviteiten;
  • 3. ten behoeve van het toestaan van nevenactiviteiten op een kleinere afstand dan 50 m tot gevoelige bestemmingen.

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in Artikel 25 Algemene afwijkingsregels.

23.3 Bed & Breakfast
23.3.1 Toegestaan gebruik

Een bedrijfswoning of woning mag worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast met maximaal 2 slaapkamers en 5 slaapplaatsen.

23.3.2 Afwijken van toegestaan gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 23.3.1 ten behoeve van het toestaan van:

  • 1. bed & breakfast in een aan de bedrijfswoning of woning gebouwde bijbehorend bouwwerk, en
  • 2. bed & breakfast met in totaal maximaal 15 slaapplaatsen binnen een agrarische bestemming.

23.4 Paardenbakken
23.4.1 Toegestaan gebruik

Met betrekking tot paardenbakken gelden de volgende bepalingen:

  • 1. bij iedere woning en bedrijfswoning is één paardenbak toegestaan, mits rond de woning minimaal 5000 m² agrarische grond aantoonbaar duurzaam in gebruik is; het aantal paardenbakken voor bedrijfsmatig gebruik is onbeperkt;
  • 2. de afstand van de rand van de paardenbak tot de woning, danwel de rechtmatige bebouwing dat buiten het bouwblok is gebouwd, mag niet meer dan 40 m bedragen;
  • 3. de afstand van de rand van de paardenbak tot een woning van derden mag niet minder bedragen dan 50 m;
  • 4. de paardenbak moet achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning of bedrijfswoning worden gesitueerd;
  • 5. de inwendige maatvoering van een paardenbak bedraagt maximaal 20 bij 40 m; de maatvoering voor paardenbakken voor bedrijfsmatig gebruik is onbeperkt;
  • 6. lichtmasten zijn niet toegestaan;
  • 7. de bouwhoogte van de omheining mag niet meer dan 1,70 m bedragen;
  • 8. de paardenbak dient landschappelijk ingepast te worden;
  • 9. een paardenbak is niet toegestaan in Natura 2000-gebieden, EHSgebieden (Ecologische Hoofdstructuur) en een omliggende zone van 100 m, tenzij de paardenbak is gelegen binnen het bouwvlak dan wel bestemmingsvlak met het beginsel van bebouwingsconcentratie.

23.4.2 Afwijken van toegestaan gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:

  • 1. sublid 23.4.1 onder 2, en toestaan dat de bedoelde afstand niet meer bedraagt dan 60 m;
  • 2. sublid 23.4.1 onder 3, en toestaan dat de bedoelde afstand niet minder bedraagt dan 25 m.
  • 3. sublid 23.4.1 onder 4, en toestaan dat de paardenbak voor het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning of bedrijfswoning wordt gesitueerd, mits is aangetoond dat het ruimtelijk gezien niet mogelijk is om de paardenbak achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning of bedrijfswoning te situeren;
  • 4. sublid 23.4.1 onder 5, en toestaan dat de inwendige maatvoering:
    • a. maximaal 20 bij 60 m bedraagt, mits is aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met een hoger spring of dressuur niveau (Z-dressuur);
    • b. maximaal 30 bij 60 m bedraagt, mits is aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met wedstrijdmenners;
  • 5. sublid 23.4.1 onder 6, en toestaan dat vanaf 100 m van Natura2000-gebieden en de EHS-gebieden (Ecologische Hoofdstructuur) lichtmasten mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 8 m mag bedragen en het gebruik uitsluitend in de periode tussen 7.00 en 22.00 uur plaatsvindt.