direct naar inhoud van Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000900-va01

Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. bedrijfsmatig geëxploiteerde kampeerterreinen voor toercaravans, vouwwagens, campers, trekkershutten en tenten, met dien verstande dat:
    • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stacaravan' ook stacaravans zijn toegestaan;
  • 2. daarbij behorende algemene voorzieningen, waaronder begrepen dagrecreatieve voorzieningen, detailhandel, horeca en dienstverlenende bedrijven, een en ander uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste van de verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • 3. de instandhouding en ontwikkeling van afschermende groensingels met een minimale breedte van 10 m;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor de instandhouding van de aanwezige karakteristieke hoofdvorm van bouwwerken;

met daarbij behorende gebouwen, bedrijfswoningen, andere-bouwwerken, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

  • 1. per bestemmingsvlak ten hoogste 1 bedrijf is toegestaan;

8.2 Bouwregels

Op de tot Recreatie - Verblijfsrecreatie bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

8.2.1 Gebouwen

Voor alle gebouwen geldt dat:

  • 1. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 22 Algemene bouwregels;
  • 2. deze niet in de afschermende groensingels mogen worden gebouwd.
8.2.2 Stacaravans

Voor stacaravans gelden de volgende bepalingen:

  • 1. het aantal stacaravans mag niet meer bedragen dan het hierna weergegeven aantal:
    Adres   Aantal  
    IJsseldijk 46, Veessen   100  
    IJsseldijk 40, Veessen   23  
  • 2. de oppervlakte van een stacaravan inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 60 m² bedragen, met dien verstande dat de oppervlakte van de stacaravan niet meer dan 55 m² mag bedragen en de oppervlakte van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer dan 6 m² mag bedragen;
  • 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • 4. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • 5. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,80 m bedragen;
  • 6. stacaravans mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • 7. de onderlinge afstand tussen stacaravans mag niet minder bedragen dan 3 m.
8.2.3 Trekkershutten

Voor trekkershutten gelden de volgende bepalingen:

  • 1. het aantal trekkershutten mag niet meer bedragen dan 5;
  • 2. de oppervlakte van een trekkershut mag niet meer bedragen dan 18 m², met dien verstande dat bij het recreatiebedrijf Hogeweg 17 te Veessen de gezamenlijke oppervlakte voor trekkershutten niet meer dan 24 m² mag bedragen;
  • 3. de bouwhoogte van trekkershutten mag niet meer bedragen dan 4,5 m, met dien verstande dat bij het recreatiebedrijf Hogeweg 17 te Veessen de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 m.
  • 4. bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan.
8.2.4 Gebouwen ten behoeve van algemene voorzieningen

Voor gebouwen ten behoeve van algemene voorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. de totale oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m²)' aangegeven oppervlakte;
  • 2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
8.2.5 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen;

  • 1. bij een bedrijfsvestiging mogen niet meer bedrijfswoningen worden gebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' is toegestaan;
  • 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 150 m² bedragen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat de oppervlakte meer dan 150 m² mag bedragen indien het aan de bedrijfswoning aangebouwde bedrijfsgedeelte van voormalige boerderijen bij de bedrijfswoning worden betrokken;
  • 3. bij herbouw, verbouw en uitbreiding van een bedrijfswoning mogen de huidige gevels, uitgezonderd de voorgevel, met niet meer dan 10 m overschreden worden, waarbij de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen, mits daardoor de omliggende (agrarische) bedrijven niet worden gehinderd in hun bedrijfsvoering;
  • 4. de goothoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • 5. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • 6. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet minder dan 60° bedragen.
8.2.6 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:

  • 1. de goothoogte en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
  • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • 3. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 1 m bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt.
8.2.7 Karakteristieke gebouwen

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat de hoofdvorm van de gebouwen zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan en zoals die tot uitdrukking komt in het grondvlak, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakvorm en de nokrichting, moet worden gehandhaafd, met dien verstande dat daarvan met ten hoogste 5% van de maten mag worden afgeweken.

8.2.8 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • 1. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • 2. de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt dat de bouwhoogte van verkeers-, sport-, klim-, en speelvoorzieningen niet meer dan 4 m mag bedragen;
  • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt dat de bouwhoogte van antennes, vlaggenmasten en lichtmasten niet meer dan 8 m mag bedragen.

8.3 Nadere eisen

Artikel 29 (Nadere eisen) is van toepassing.

8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 23 Algemene gebruiksregels, wordt in ieder geval gerekend:

  • 1. het gebruik van gebouwen voor doeleinden van permanente bewoning;
  • 2. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
  • 3. het gebruik van afschermende groensingels voor het plaatsen van kampeermiddelen of recreatief gebruik.

8.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
8.5.1 Vergunningplicht

Voor het slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een omgevingsvergunning vereist.

8.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 8.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • 1. het normale onderhoud betreffen;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
8.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • 1. geen evenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  • 2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  • 3. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  • 4. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.