direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Agrarisch Gebied, 66e herziening (Wolbertsdijk 13 te Wapenveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000859-va01

3.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid behelst een doorvertaling van rijksbeleid en is verwoord in tal van plannen. De belangrijkste betreft het Streekplan Gelderland 2005. Daarnaast zijn enkele streekplanuitwerkingen in het voorliggende geval van belang.

3.2.1 Uitgangspunten van het Streekplan Gelderland 2005

Op 20 september 2005 is het Streekplan Gelderland 2005 in werking getreden. In het Streekplan Gelderland 2005 wordt het motto van de Nota Ruimte "decentraal wat kan, centraal wat moet" vertaald naar het provinciale niveau "lokaal wat kan, provinciaal wat moet". Het streekplan kent een selectieve beleidsinzet op die zaken die van provinciaal belang zijn. Daarbij hoort een grotere beleidsvrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor gemeenten voor die zaken die van lokaal belang zijn. Het streekplan kent het onderscheid tussen de provinciale hoofdstructuur en het multifunctionele gebied. Voor het multifunctionele gebied geldt in het algemeen dat dit het domein is van de gemeenten en dat dit gebied een beperkte bemoeienis van de provincie kent.

3.2.1.1 Het Streekplan Gelderland 2005

In het Streekplan Gelderland 2005 valt het plangebied aan de Wolbertsdijk 13 binnen het multifunctionele gebied en heeft het de aanduiding "multifunctioneel platteland" gekregen. In figuur 3.1. is een uitsnede van de"Beleidskaart ruimtelijke structuur", behorende bij het Streekplan Gelderland 2005, opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0246.00000859-va01_0005.png"

Figuur 3.1. Uitsnede Beleidskaart ruimtelijke structuur van het Streekplan Gelderland 2005 (Bron: Provincie Gelderland)

"Multifunctioneel platteland"

Het multifunctioneel platteland ligt voornamelijk tussen het Veluwemassief en de waardevolle open gebieden langs de IJssel in. De waarden in dit gebied zijn verspreid. De grondgebonden landbouw is een belangrijke drager maar ook zijn in dit gebied veel andere functies aanwezig.

Het ruimtelijk beleid van de provincie voor deze gebieden is algemeen geformuleerd en meer "op afstand". De provincie wil het ruimtelijk beleid in deze gebieden zoveel mogelijk laten invullen door de samenwerkende gemeenten. In deze gebieden is geen expliciete provinciale sturing en gemeente kunnen voor deze gebieden dan ook hun eigen ruimtelijk beleid voeren, mits duidelijk gemotiveerd en rekening is gehouden met sectorale beleidsaspecten en wetgeving.

3.2.1.2 Functieverandering

Vanwege de ontwikkelingen in de sectoren als land- en tuinbouw, zorg en defensie verliezen in de komende jaren veel (vooral agrarische) gebouwen en bouwpercelen hun huidige functie, of hebben die functie al verloren. Ook zijn er agrariërs die hun agrarische gebouwen deels willen gebruiken voor niet-agrarische activiteiten. De provincie wil bevorderen dat deze gebouwen op een goede wijze worden (her)gebruikt. Onder andere "wonen" is een geschikte vorm van (her)gebruik van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied. Functieveranderingen van gebouwen in het buitengebied moeten bijdragen aan de leefbaarheid, vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

Voor functieverandering waarbij nieuwe wooneenheden worden gecreëerd gelden een aantal voorwaarden die in het streekplan zijn opgenomen, te weten:

  • a. functieverandering is alleen van toepassing op fysiek bestaande, legale vrijgekomen (of vrijkomende) gebouwen die gelegen zijn in het buitengebied;
  • b. de functieverandering van gebouwen wordt geëffectueerd door een bestemmingsplanherziening van het gehele perceel en verkleining van het bouwvlak;
  • c. met functieverandering van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied wordt de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet belemmerd;
  • d. functieverandering van vrijgekomen gebouwen mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling. Mocht dit zich voordoen dan is het veroorzakersbeginsel van toepassing;
  • e. met beeldkwaliteitsplannen wordt door de gemeente de verschijningsvorm van de functieverandering afgestemd op de omgeving;
  • f. overtollige bebouwing wordt gesloopt met uitzondering van monumentale en karakteristieke gebouwen;
  • g. als hergebruik van de aanwezige gebouwen voor wonen niet mogelijk is, kan na sloop van alle bedrijfsgebouwen vervangende nieuwbouw plaatsvinden in de vorm van meerdere wooneenheden in één gebouw (max. twee woongebouwen), met de omvang van maximaal 50% van de oppervlakte van de gesloopte bebouwing.

3.2.2 Streekplanuitwerking Functieverandering

In het streekplan Gelderland 2005 is opgenomen dat functieverandering van met name (agrarische) bedrijfsgebouwen is toegestaan. In het streekplan is hiervoor een aantal algemene uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd. Aan de regio's is de gelegenheid geboden om hieraan een nadere invulling te geven. Hierbij mag in principe gemotiveerd van het streekplan worden afgeweken. De regio Noord-Veluwe heeft een "Streekplanuitwerking Functieverandering" opgesteld en voorgelegd aan Gedeputeerde Staten. Deze hebben op 22 april 2008 het beleid goedgekeurd. Het gemeentebestuur van Heerde heeft eveneens ingestemd met de visie.

Het beleid kent ten opzichte van het streekplan twee belangrijke aanvullingen/wijzigingen:

  • 1. in ruil voor sloop van minimaal 500 m2 aan voormalige bedrijfsgebouwen kan een woongebouw (bestaande uit meerdere wooneenheden) worden gebouwd;
  • 2. toegestaan is dat in plaats van één woongebouw ook een vrijstaande woning of twee woongebouwen toegestaan is, mits deze in een setting wordt geplaatst die doet vermoeden dat het om een meer of meer oorspronkelijke clustering gaat. De bouw van twee vrijstaande woningen of de bouw van één vrijstaande woning in combinatie met één woongebouw staat het beleid niet toe.

Het functieveranderingsbeleid kent als uitgangspunt dat de woningen bij elkaar worden gesitueerd. Ook wordt uitgegaan van een reductie van tenminste 50% van de bebouwing (alle opstallen, exclusief de bedrijfswoning) per bestemmingswijziging. Als aanvullende voorwaarde wordt gesteld dat verzoeker extra investeert in de kwaliteit van het buitengebied, bijvoorbeeld door natuurontwikkeling in de vorm van houtsingels of bosaanplant.

In het voorliggende plan wordt de bouw van een nieuwe woning mogelijk gemaakt doordat er een aanzienlijke hoeveelheid "rood" wordt gesloopt. Het streekplan gaat ervan uit dat “rood” primair via functieverandering, hergebruik bestaande bebouwing en woningsplitsing wordt gerealiseerd. In het onderhavige geval is hier sprake van. De sloop van 1.498 m² rechtvaardigt de bouw van een nieuwe woning in het buitengebied. Middels een uitgebreide landschappelijke inpassingstudie wordt een aanzienlijke impuls gegeven aan de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving. Basis voor deze studie zijn de bestaande structuren en kwaliteiten van het omliggende landschap.

3.2.3 Streekplanuitwerking 'Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking'

Op verzoek van gemeenten heeft de provincie in het streekplan een gebiedsspecifiek beleid ontwikkeld in de vorm van regionale structuurvisies. Deze visies zijn gebaseerd op een analyse van ruimtelijke structuren en ruimtelijke opgaven of ambities voor wat betreft de ruimtebehoefte. Voornamelijk gaan de visies in op de gewenste verstedelijking en de daarbij passende positie van de stedelijke kernen en netwerken en op de opgaven voor het landelijk gebied.

De gemeente Heerde maakt onderdeel uit van de regio 'Noord Veluwe'. De regio 'Noord Veluwe' kenmerkt zich als een bijzonder belevingslandschap dat een aantrekkelijk toeristisch product is. De regio kent een goed voorzieningenniveau en een levendige lokale economie. De ambitie van de regio is verwoord in de volgende hoofddoelstelling:
"zorg dragen voor leefbare gemeenschappen in een hoogwaardige omgeving, waarbij natuur en landschap en leefbaarheid vanuit wederzijds respect met elkaar in evenwicht zijn"

Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft op 12 december 2006 de Streekplanuitwerking 'zoekzones voor stedelijke functies en landschappelijke versterking' vastgesteld. Hierin worden zones voor stedelijke functies en landschappelijke functies aangewezen. Met deze zoekzones wil de provincie voorzien in de ruimtebehoefte tot 2015. In figuur 3.2 is een uitsnede opgenomen van de kaart 'zoekzones' behorende bij de streekplanuitwerking.

afbeelding "i_NL.IMRO.0246.00000859-va01_0006.png"

Figuur 3.2. Uitsnede kaart streekplanuitwerking zoekzones (Bron: Provincie Gelderland)

Het plangebied ligt niet een één van de hiervoor genoemde zoekzones

3.2.4 Toetsing van het initiatief aan de provinciale uitgangspunten

Het plangebied valt binnen het multifunctionele gebied. De gronden in het plangebied zijn aangeduid als "multifunctioneel platteland". Ingevolge de "Streekplanuitwerking zoekzones" en de daarbij behorende kaart valt het plangebied niet binnen een zoekzone die belemmeringen kan opleveren voor de in voorliggend bestemmingsplan besloten ontwikkeling. Daarnaast voldoet het plan aan de voorwaarden zoals deze gesteld worden aan functieverandering in het buitengebied. Het betreffende plan is daarmee in overeenstemming met provinciaal beleid en de uitwerkingen van het provinciale beleid. De uitvoering van de inpassingsmaatregelen wordt zeker gesteld middels een privaatrechtelijke overeenkomst.