direct naar inhoud van Artikel 20 Sport - Manege
Plan: Buitengebied West
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000800-on01

Artikel 20 Sport - Manege

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor een manege met daarbij behorende gebouwen, andere-bouwwerken en voorzieningen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.

20.2 Bouwregels

Op de tot 'Sport - Manege' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

20.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 39 Algemene bouwregels;
  • 2. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie.
20.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden bovendien de volgende bepalingen:

  • 1. het gezamenlijke vloeroppervlak mag niet meer bedragen dan het in onderstaande tabel bij maximaal oppervlak vermelde oppervlak:
    adres   maximaal oppervlak (m2)  
    De Doornbos 1   2.290  
  • 2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • 4. de dakhelling mag niet minder dan 18° en niet meer dan 60° bedragen;
  • 5. in afwijking van het bepaalde onder 1 tot en met 4 geldt dat bestaande maten en afmetingen gehandhaafd mogen worden, ook in geval van (ver)nieuwbouw.
20.2.3 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende bepalingen:

  • 1. bij een bedrijfsvestiging mogen niet meer bedrijfswoningen worden gebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' is toegestaan;
  • 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag maximaal 150 m² bedragen;
  • 3. bij herbouw, verbouw en uitbreiding van een bedrijfswoning mogen de huidige gevels, uitgezonderd de voorgevel, met niet meer dan 10 m overschreden worden, waarbij de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen, mits daardoor de omliggende agrarische bedrijven niet worden gehinderd in hun bedrijfsvoering;
  • 4. de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • 5. de dakhelling mag ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen;
  • 6. in afwijking van het bepaalde onder 2 tot en met 5 geldt dat bestaande maten en afmetingen gehandhaafd mogen worden, ook in geval van (ver)nieuwbouw.
20.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:

  • 1. de goothoogte en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
  • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • 3. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 1 m bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt.
20.2.5 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • 1. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • 2. de bouwhoogte van andere-bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • 3. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m bedragen.
  • 4. het gezamenlijke oppervlak aan paardenbakken mag niet meer bedragen dan het in onderstaande tabel bij maximaal oppervlak vermelde oppervlak:
adres   maximaal oppervlak (m²)  
De Doornbos 1   1000  

20.3 Nadere eisen

Artikel 46 (Nadere eisen) is van toepassing.

20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:

  • 1. 20.2.1 onder 4 en 20.2.3 onder 4 en toestaan dat de goot- en/of bouwhoogte van een bedrijfswoning wordt verhoogd met niet meer dan 2 m;
20.4.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in Artikel 42 Algemene afwijkingsregels.

20.5 Specifieke gebruiksregels
20.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 40 Algemene gebruiksregels, wordt in ieder geval gerekend:

  • 1. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering;
  • 2. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van zelfstandige bewoning;