direct naar inhoud van Artikel 31: Leiding - Gas
Plan: Kom Hattem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0244.bpKomHattem-0003

Artikel 31: Leiding - Gas

31.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een hoofdgasleiding met bijbehorende belemmeringenstrook;

met de daarbijbehorende:

  • b. andere bouwwerken.
31.2. Bouwregels
  • a. De regels van dit artikel hebben voorrang boven de andere daar voorkomende dubbelbestemmingen.
  • b. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
  • c. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Deze regel is niet van toepassing op bestaande gebouwen.
  • d. Andere bouwwerken mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 2,00 meter.
31.3. Afwijken van de bouwregels
31.3.1. Afwijkingsbevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2 sub a. in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) toegestane gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd.

31.3.2. Toetsingscriteria

De in lid 31.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend voor zover uit overleg met en schriftelijk advies van de leidingbeheerder blijkt dat daartegen vanuit het oogpunt van de bescherming van de gasleiding geen bezwaar bestaat en in de belemmeringenstrook geen kwetsbare objecten worden toegestaan.

31.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. het in de grond brengen van voorwerpen;
  • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen;
  • f. het rooien en planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen;
  • g. het permanent opslaan van goederen;
  • h. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginning, ophogen en aanleggen van drainage;
  • i. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
31.4.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 31.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
31.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning zal slechts worden verleend, indien geen afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding en schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.