direct naar inhoud van Artikel 6 Sport
Plan: Groot Sypel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00081-0003

Artikel 6 Sport

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. onderwijslokalen;
  • c. horeca, uitsluitend voorzover deze is aan te merken als rechtstreeks voortvloeiend uit de tot de bestemming behorende voorzieningen en daaraan ondergeschikt is;
  • d. evenementen, ter plaatse van de aanduidingen 'sportcentrum' en 'evenemententerrein';
  • e. camperplaatsen, met dien verstande dat het aantal camperplaatsen niet meer mag bedragen dan 3;
  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. waterlopen, waterpartijen en waterbergingen;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. voet- en fietspaden;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. verkeersvoorzieningen, waaronder afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.
6.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat overkappingen ten behoeve van fietsenstallingen buiten bouwvlak mogen worden gerealiseerd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' bedraagt het bebouwingspercentage niet meer dan het aangegeven percentage;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragen de goot- en bouwhoogten niet meer dan de aangegeven hoogten, dan wel de bestaande hoogten indien die meer bedragen.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de regel dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen, niet meer mag bedragen dan 6 m;
    • 2. erfafscheidingen voor de voorgevel geen grotere hoogte mogen hebben dan 1 m en voor het overige geen grotere hoogte mogen hebben dan 2 m;
    • 3. masten geen grotere hoogte mogen hebben dan 8 m.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, specifiek voor de sportvoorzieningen zoals ballenvangers, lichtmasten geldt de regel dat de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen, met dien verstande dat lichtmasten geen grotere hoogte mogen hebben dan 20 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2a, onder 1 voor de bouw van voor het sportterrein noodzakelijke gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
    • 1. de totale oppervlakte van deze gebouwen niet meer mag bedragen dan 100 m2;
    • 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 4 m.
6.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voor het houden van evenementen op de gronden met de aanduiding 'sportcentrum' gelden de volgende regels:
    • 1. Op het terrein mag gedurende maximaal 28 dagen per jaar een evenement plaatsvinden met dien verstande dat op- en afbouwdagen niet worden meegerekend;
    • 2. Evenementen duren 1 dag, met uitzondering van 4 meerdaagse evenementen, van ieder maximaal 5 dagen.
    • 3. onder toegestane evenementen wordt verstaan: sportevenementen, shows, (multi-)culturele, educatieve, levensbeschouwelijke evenementen, braderieën of markten en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen evenementen.
  • b. Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' gelden de volgende regels:
    • 1. Op het terrein mag gedurende maximaal 28 dagen per jaar een evenement plaatsvinden met dien verstande dat op- en afbouwdagen niet worden meegerekend;
    • 2. Evenementen duren 1 dag, met uitzondering van:
      • a. een kermis in juli van maximaal 11 dagen, zondagen niet meegerekend;
      • b. 4 meerdaagse evenementen, van ieder maximaal 5 dagen.
    • 3. De evenementen vinden verspreid over het jaar plaats; per maand maximaal 1 meerdaags evenement of kermis en 2 eendaagse evenementen of maximaal 3 eendaagse evenementen;
    • 4. Onder toegestane evenementen wordt verstaan: één kermis, één vlooienmarkt, circussen, shows, sportevenementen, (multi-)culturele, educatieve, levensbeschouwelijke evenementen en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen evenementen;
    • 5. Deze aanduiding vervalt op het moment van onherroepelijk worden van het wijzigingsplan zoals bedoeld in artikel 19, lid 1 onder f.