direct naar inhoud van 4.4 Watertoets
Plan: Hierden Bosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00060-0003

4.4 Watertoets

4.4.1 Inleiding

Op basis van beleid dat voortkomt uit de nota Waterbeleid 21e eeuw is een watertoets verplicht gesteld bij de ruimtelijke planvorming. Deze watertoets is een (proces)instrument om ruimtelijke plannen en besluiten te toetsen, op de mate waarin rekening is gehouden met waterhuishoudkundige aspecten. Het gaat daarbij onder meer om aspecten als:

  • voldoende ruimte voor water (berging, infiltratie, aan- en afvoer);
  • voorkomen van wateroverlast en afwenteling van wateroverschotten op anderen;
  • voldoende aandacht voor effecten op de ecologische waterkwaliteit (biologisch gezond);
  • het garanderen van de veiligheid (overstroming);
  • het voorkomen van te lage of te hoge grondwaterstanden.


De watertoets is niet alleen een toets, maar is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van ruimtelijke plannen en besluiten. De initiatiefnemer van een ruimtelijk plan dat op een of andere wijze effect kan hebben op het watersysteem (oppervlaktewater, grondwater, waterkeringen) is verantwoordelijk voor het opnemen van een waterparagraaf in het betreffende plan. In de waterparagraaf dient de initiatiefnemer het wateradvies van de waterbeheerder(s) op te nemen, de afwijkingen hiervan te motiveren (afwegen) en eventuele compenserende of mitigerende maatregelen voor te stellen. In overleg met Waterschap Veluwe zijn de volgende thema's als relevant benoemd voor het bestemmingsplan Hierden Bosch:

  • niet aankoppelen verhard oppervlak;
  • ligging in de grondwaterfluctuatiezone / voorkomen van grondwateroverlast;
  • HEN-water / beleving

4.4.2 Niet aankoppelen verhard oppervlak

In Hierden Bosch wordt alleen huishoudelijk afvalwater ingezameld via de gemeentelijke riolering en getransporteerd richting rwzi. Hemelwater wordt in het gebied rechtstreeks geïnfiltreerd in de bodem via infiltratievoorzieningen. Met andere woorden de gemeente Harderwijk zal in Hierden Bosch verhard oppervlak niet aankoppelen op de riolering. Daarnaast worden neerslagoverschotten waar mogelijk afgevoerd naar oppervlaktewater. Waterschap Veluwe is daar onder andere waterkwantiteitsbeheerder van. Bij de beoordeling van de gebieden worden de (landelijke) afvoernormen gehanteerd (bv 1,5 ltr/sec per hectare) beoordeeld vanuit de kenmerken van het gebied.

4.4.3 Voorkomen van grondwateroverlast


Het noord-oostelijk deel van Hierden Bosch ligt in de grondwaterfluctuatiezone. De verwachte grondwaterstijging kan in dit gebied tot overlast leiden. Om dit te voorkomen, zal in de toekomst, waar nodig, overtollig grondwater worden afgevangen en afgevoerd naar het oppervlaktewaterstelsel. Hierin speelt de noordwestelijk gelegen watergang langs de Molenweg een belangrijke rol en dienen de voormalige watergangen te zijner tijd hersteld te worden. Om de stijging van het grondwater te kunnen monitoren is een grondwatermeetnet opgezet.

4.4.4 HEN-water / Beleving


Direct naast het plangebied Hierden Bosch in oostelijke richting is het natuurgebied Hierdensche Poort gelegen, waarbinnen een sterke relatie is tussen de natuur en water (beleving). De Hierdensche Poort ligt in het stroomgebied van onder andere de Hierdensche Beek. Onder andere deze beek is aangewezen als HEN-water. De Hierdensch Beek bevindt zich binnen de Ecologische Hoofdstructuur en vormt een groene verbinding tussen het randmeer en de Veluwe.

Deze wateraspecten zijn uitgewerkt in het concept watertoetsdocument, dat is voorgelegd aan het Waterschap Veluwe. Het waterschap heeft de wateraspecten beoordeeld en heeft een aanvulling aangegeven over het grondwaterneutraal bouwen. Deze aanvulling is in de tekst opgenomen.

4.4.5 Waterbeheersplan Veluwe 2010-2015

In het plan heeft het waterschap leidende principes geformuleerd voor het waterbeheer.

Dit zijn:

    • 1. watersysteembenadering:
      per stroomgebied zal het waterschap aangeven welke mogelijkheden het watersysteem biedt aan diverse gebruiksvormen en wat de gevolgen zijn, indien voor een bepaalde vorm wordt gekozen;
    • 2. waterketenbenadering:
      een optimale dimensionering van het geheel van rioleringssysteem, afvalwatertransportsysteem en zuiveringsinstallatie wordt nagestreefd, uitgaande van een brongerichte benadering (zoveel mogelijk water in het systeem houden); in bebouwd gebied komen watersysteem- en waterketenbenadering bij elkaar;
    • 3. veiligheid:
      bescherming tegen hoog water en beperken van wateroverlast;
    • 4. water als mede ordenend principe in de ruimtelijke ordening:
      studie naar geschikte en minder geschikte locaties voor verschillende vormen van grondgebruik;
    • 5. geen afwenteling:
      • a. vasthouden, bergen en dan pas lozen van regenwater;
      • b. schoon houden (van regenwater, grondwater en oppervlaktewater) in plaats van achteraf zuiveren;
      • c. een optimale verdeling van water, maar niet tegen elke prijs;
    • 6. ecologisch gezonde wateren (natte) landnatuur; ook in de stad:
      de omstandigheden voor plant en dier zijn zodanig dat ze er zich kunnen handhaven, of na verstoring opnieuw kunnen vestigen; in stedelijke gebieden worden de watergangen, waar mogelijk, op een aantrekkelijke wijze ingericht en het beheer en onderhoud wordt mede afgestemd op de aanwezige natuurwaarden.