direct naar inhoud van 4.2 Watertoets
Plan: Friesegracht 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00033-0004

4.2 Watertoets

Op basis van beleid dat voortkomt uit de nota 'Waterbeleid 21ste eeuw' is een watertoets verplicht gesteld bij de ruimtelijke planvorming. Deze watertoets is een (proces)instrument om ruimtelijke plannen en besluiten te toetsen op de mate waarin rekening is gehouden met waterhuishoudkundige aspecten. Hetgaat daarbij onder meer om aspecten als:

  • voldoende ruimte voor water (berging, infiltratie, aan- en afvoer);
  • voorkomen van wateroverlast en afwenteling van wateroverschotten op anderen;
  • voldoende aandacht voor effecten op de ecologische waterkwaliteit (biologisch gezond);
  • het garanderen van de veiligheid (overstroming);
  • het voorkomen van te lage of te hoge grondwaterstanden.

De watertoets is niet alleen een toets, maar is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van ruimtelijke plannen en besluiten. De initiatiefnemer van een ruimtelijk plan dat op een of andere wijze effect kan hebben op het watersysteem (oppervlaktewater, grondwater of waterkeringen) is verantwoordelijk voor het opnemen van een waterparagraaf in het betreffende plan. In de waterparagraaf dient de initiatiefnemer het wateradvies van de waterbeheerder(s) op te nemen, de afwijkingen hiervan te motiveren (afwegen) en eventuele compenserende of mitigerende maatregelen voor te stellen. In overleg met Waterschap Veluwe zijn de volgende thema's als relevant benoemd voor dit bestemmingsplan.

  • afkoppelen;
  • voorkomen van grondwateroverlast;
  • beleving.

Afkoppelen

De gemeente Harderwijk zal in de wijk Friesegracht verhard oppervlak afkoppelen van het gemengde stelsel waar dat haalbaar is. In de praktijk betekent dat: bij grootschalige ingrepen in het openbaar gebied zoals rioolvervanging, herstructurering en vervanging van wegen. Hierbij wordt het afgekoppelde hemelwater geborgen en geïnfiltreerd in (een combinatie van) IT-riolen en wadi's. Hiervoor geldt een bergingsnorm van 10 mm. Daarboven worden neerslagoverschotten waar mogelijk afgevoerd naar oppervlaktewater; in de toekomst kan hier ook de Sypel voor worden gebruikt. Daarbij geldt als norm dat de watergang niet overstroomt bij een bui die één keer per honderd jaar kan voorkomen. Mogelijk kan in de toekomst ook overtollig hemelwater worden afgevoerd naar het oppervlaktewaterstelsel in de wijk Friesegracht. Hemelwateroverschotten die niet via het oppervlaktewaterstelsel kunnen worden afgevoerd, worden afgevoerd via het gemengde rioolstelsel.

Voorkomen van grondwateroverlast

Het zuidelijk deel van het de wijk Friesegracht ligt in de grondwaterfluctuatiezone. De verwachte grondwaterstijging kan in dit gebied tot overlast leiden. Om dit te voorkomen, zal in de toekomst, waar nodig, overtollig grondwater worden afgevangen en afgevoerd naar het oppervlaktewaterstelsel in het plangebied Friesegracht. Om de stijging van het grondwater te kunnen monitoren is in 2009 een grondwatermeetnet opgezet.

Beleving

Om de beleving van water te vergroten, kan de oude beekloop Sypel bovengronds worden gehaald. Bij de inrichting wordt rekening gehouden met het feit dat deze niet permanent watervoerend zal zijn. Indien mogelijk, wordt de watergang benut voor het opvangen van afgekoppeld hemelwater. Wadi's worden gerealiseerd in openbaar gebied. Dit vergroot het besef van hoe de gemeente Harderwijk in stedelijk gebied omgaat met water.

Deze wateraspecten zijn uitgewerkt in het concept watertoetsdocument dat is voorgelegd aan het Waterschap Veluwe. Het waterschap heeft vervolgens in een formeel wateradvies aangegeven dat zij geen opmerkingen heeft.

4.2.1 Waterbeheersplan Veluwe 2010-2015

In dit plan heeft het waterschap leidende principes geformuleerd voor het waterbeheer.

Dit zijn:

watersysteembenadering:

  • per stroomgebied zal het waterschap aangeven welke mogelijkheden het watersysteem biedt aan diverse gebruiksvormen en wat de gevolgen zijn, indien voor een bepaalde vorm wordt gekozen;

waterketenbenadering:

  • een optimale dimensionering van het geheel van rioleringssysteem, afvalwatertransportsysteem en zuiveringsinstallatie wordt nagestreefd, uitgaande van een brongerichte benadering (zoveel mogelijk water in het systeem houden); in bebouwd gebied komen watersysteem- en waterketenbenadering bij elkaar;

veiligheid:

  • bescherming tegen hoog water en beperken van wateroverlast;

water als mede ordenend principe in de ruimtelijke ordening:

  • studie naar geschikte en minder geschikte locaties voor verschillende vormen van grondgebruik;

geen afwenteling:

  • vasthouden, bergen en dan pas lozen van regenwater;
  • schoon houden (van regenwater, grondwater en oppervlaktewater) in plaats van achteraf zuiveren;
  • een optimale verdeling van water, maar niet tegen elke prijs;

ecologisch gezonde wateren (natte) landnatuur; ook in de stad:

  • de omstandigheden voor plant en dier zijn zodanig dat ze er zich kunnen handhaven, of na verstoring opnieuw kunnen vestigen; in stedelijke gebieden worden de watergangen, waar mogelijk, op een aantrekkelijke wijze ingericht en het beheer en onderhoud wordt mede afgestemd op de aanwezige natuurwaarden.