direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Friesegracht 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00033-0004

4.1 Milieu

4.1.1 Geluid

De voor 'geluidhinder wegverkeer' meest relevante wegen liggen om het plangebied van het bestemmingsplan Friesegracht. Om het plangebied liggen drie wegen waar een 50 km/uur-regime geldt en die een geluidsaandachtszone hebben. Het gaat om de Stationslaan, de Verkeersweg en de Selhorstweg. De aandachtszone is 200 meter. Bij ontwikkeling van geluidgevoelige bestemmingen binnen de aandachtszones moet zonder meer akoestisch onderzoek worden uitgevoerd.

In artikel 76 Wet geluidhinder staat omschreven dat bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan de waarden uit de Wet geluidhinder in acht genomen moeten worden. Voor wegverkeer is dit de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Hierbij geldt voor de 30 km/uur zones geen onderzoeksplicht ten aanzien van weglawaai. Voor spoorweglawaai is de voorkeursgrenswaarde 55 dB. Lid 4 van artikel 76 geeft echter aan dat dit niet van toepassing is, wanneer de wegen en woningen al aanwezig zijn.

In afbeelding 7 is de milieugezondheidskwaliteit in het plangebied, veroorzaakt door wegverkeerslawaai, weergegeven. In het plangebied wordt nergens aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voldaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00033-0004_0007.jpg"

Afbeelding 7: Milieugezondheidskwaliteit wegverkeerslawaai

De Bleek

De bewoners van de Bleek ondervinden geluidoverlast van wegverkeerslawaai. In het verleden is de snelheid verlaagd van 50 naar 30 km/uur. Dit heeft echter nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. De omwonenden hebben aangegeven nog steeds veel overlast te ondervinden. In 2008 is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting en de luchtkwaliteit ter plaatse. Hierin wordt geconstateerd dat geluidbelasting 63-65 dB is. De milieugezondheidskwaliteit voor geluid is onvoldoende (Ges-score 6).

Bij de ontwikkelingen in dit gebied moet met name langs de Selhorstweg worden voorkomen dat er canionvorming ontstaat. De bouw van aaneengesloten bebouwing langs de Selhorstweg moet worden voorkomen.

4.1.2 Luchtkwaliteit

Inleiding

In de Wet milieubeheer (Wm) zijn normen (grenswaarden en plandrempels) vastgesteld voor onder andere de concentraties zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), zwevende deeltjes (fijn stof (PM10)), koolmonoxide (CO) en benzeen (C6H6) in de lucht. Deze normen zijn gebaseerd op waarden die zijn opgenomen in de diverse richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

Wet milieubeheer, hoofdstuk 5

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer wordt gestreefd naar meer flexibiliteit als het gaat om de koppeling van luchtkwaliteitseisen en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze flexibiliteit is met name terug te vinden in een verdeling in projecten die wel of niet In Betekenende Mate (IBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit. Projecten die meer dan 3% bijdragen aan de luchtkwaliteit zijn opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) waarin afspraken staan over een pakket aan maatregelen.

Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen

In het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen is opgenomen dat er bij ruimtelijke ontwikkelingen geen kwetsbare groepen binnen 300 meter van een rijksweg of 50 meter van een provinciale weg geplaatst mogen worden wanneer de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden overschreden. Tevens moet er terughoudend worden omgegaan wanneer de grenswaarden niet overschreden worden.

Harderwijk heeft dit besluit aangescherpt door binnen 50 meter van zowel provinciale als de rijksweg geen nieuwe scholen (basisonderwijs, voorgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen), kinderdagverblijven, bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuizen te bouwen (ongeacht of de grenswaarden wel of niet worden overschreden). Voor de contour van 50 tot 300 meter van de rijksweg moeten er zwaarwegende financiële, landschappelijke, stedenbouwkundige, verkeerskundige of vervoerskundige redenen zijn om deze functies binnen de contour te plaatsen.

In het plangebied of in de directe nabijheid daarvan liggen geen provinciale wegen of een rijksweg met bijbehorende contouren.

De Bleek

In noorden van het plangebied ligt de Bleek. Dit terrein is in het begin van de 21ste eeuw bebouwd met hoogbouw aan beide zijden van de weg. Aangezien de verkeersdruk op deze weg aanzienlijk is en de gebouwen dicht op de weg geprojecteerd zijn blijven uitlaatgassen relatief lang hangen. Ondanks het feit dat er op de Bleek voldaan wordt aan de door de Wet luchtkwaliteit gestelde grenswaarden geven de bewoners aan dat zij 'overlast' ervaren van de luchtkwaliteit.

Geur

Geurproblematiek is niet aan de orde binnen de plangrenzen van Friesegracht.

4.1.3 Bodem

De Bodemgesteldheid in het plangebied Friesegracht is geschikt voor het huidige gebruik. Echter, door de aanwezigheid van verschillende bedrijven in het verleden zijn her en der (rest)verontreinigingen in zowel de grond als het grondwater aanwezig. Een volledige sanering van bestaande verontreinigingen is vaak met behoud van de bestaande bebouwing niet goed mogelijk en meestal ook niet nodig. Bij vernieuwing en nieuwbouw in de Friesegracht moet echter wel aan de wettelijke normen worden voldaan. Op deze locaties moet bij eventuele planvorming in de toekomst rekening worden gehouden met aanwezige bodemverontreiniging; indien noodzakelijk vindt er bodemsanering plaats teneinde aan de geldende normen te voldoen.

Een aantal onderzoeken binnen het plangebied Friesegracht zijn verouderd (ouder dan vijf jaar). In het geval van herontwikkeling/herinrichting/nieuwbouwprojecten is het dan noodzakelijk nieuw onderzoek te laten uitvoeren conform de NEN-5740. Voor grondverzet kan, naast een Ap-04- onderzoek conform het bouwstoffenbesluit, in overleg met het bevoegd gezag, gebruik worden gemaakt van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart annex bodembeheerplan.

Een overzicht van de uitgevoerde onderzoeken en afgevulde HBO-tanks is opgenomen als Bijlage 1.

Bouwvergunningen in de Friesegracht

Indien bij nieuwbouw gronden moeten worden ontgraven moet rekening worden gehouden met het feit dat de vrijkomende grond niet schoon is en dat deze grond niet zonder meer elders kan worden toegepast.

Onttrekken grondwater

Er mag geen verontreinigd grondwater worden onttrokken zonder toestemming van de provincie Gelderland (uitgebreide procedure).

4.1.4 Externe veiligheid

Activiteiten met gevaarlijke stoffen brengen risico's op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico's. Het gaat daarbij om de productie, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld ammoniak en LPG) en het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen. Deze activiteiten leggen beperkingen op aan de omgeving omdat veiligheidsafstanden tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten nodig zijn.

Externe veiligheid kent twee belangrijke toetsingscriteria waarmee het risico gekwantificeerd kan worden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Beide risico's zijn gebaseerd op een kansbenadering en zijn niet effectgericht. Dat betekent dat de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen merkbaar zijn buiten de afstanden die gelden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Bedrijven

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn risiconormen opgenomen voor bedrijven met gevaarlijke stoffen voor een aangewezen groep bedrijven. Deze risiconormen gelden zowel voor besluiten conform de Wet milieubeheer als de Wet ruimtelijke ordening. Bij het Bevi hoort de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), de Revi regelt de uitvoering van het Bevi.

In het Bevi zijn twee veiligheidsnormen voor de omgeving van risicobronnen opgenomen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico van 10-6 jaar (een kans van 1 op een miljoen per jaar) is voor kwetsbare objecten een grenswaarde en voor beperkt kwetsbare objecten een richtwaarde. Voor het groepsrisico geldt geen norm maar een verantwoordingsplicht.

Het Bevi is slechts van toepassing op specifiek in het besluit aangewezen categorieën van bedrijven. Aan de rand van het plangebied ligt een LPG-tankstation aan de Verkeersweg. Dit bedrijf valt onder het Bevi. Het invloedsgebied voor het groepsrisico ligt over het plangebied Friesegracht. Het plangebied ligt buiten de contour voor het plaatsgebonden risico van het LPG-tankstation. Daarentegen ligt de 150 meter contour (groepsrisico) wel over de Friesegracht. Er zijn geen gegevens bekend over het niveau van het groepsrisico. Er is tot nu geen risicoanalyse uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00033-0004_0008.png"

Afbeelding 8: invloedsgebied LPG tankstation

Vervoer gevaarlijke stoffen

Op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen uit 2004 van toepassing. Het regime voor de toepassing van de circulaire is vergelijkbaar met het Bevi. Dat geldt met name voor de normen voor het plaatsgebonden risico en de afweging van het groepsrisico (inclusief zelfredzaamheid en hulpverlening) en de lijst van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. De circulaire is een voorbode van wettelijke risiconormering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

De circulaire schrijft geen vaste veiligheidsafstanden voor. De afstanden zijn afhankelijk van de aard en hoeveelheid van de vervoerde gevaarlijke stoffen. In Harderwijk liggen drie transportroutes waar gevaarlijke stoffen over worden vervoerd die risico's opleveren: de A28, de N302 en de spoorlijn. De overige wegen leveren geen relevante risico's op. De aard en hoeveelheid gevaarlijke stoffen die over de randmeren worden vervoerd leveren ook geen relevante risico's op voor Harderwijk.

In het plangebied of in de directe nabijheid daarvan liggen geen transportroutes met bijbehorend invloedsgebied.

Buisleidingen

Voor buisleidingen gelden twee circulaires: 'Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' uit 1984 en de 'Circulaire zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie' uit 1991.

In de gemeente Harderwijk ligt een hogedruk aardgastransportleiding van de Gasunie. De aardgasleidingen van de Nuon zijn geen hogedruk leidingen en voor externe veiligheid niet relevant. Transportleidingen voor brandbare vloeistoffen liggen niet in de gemeente Harderwijk. Wel ligt er een aardgastransportleiding, met bijbehorend invloedsgebied, van de Gasunie in Harderwijk. Belangrijk hierbij is dat een invloedsgebied rond een hogedruk aardgastransportleiding geen formeel vastgestelde zone is, maar een regionaal afgesproken zone.

De hogedruk aardgastransportleiding met bijbehorend invloedsgebied van de Gasunie ligt niet in het plangebied of in de directe nabijheid daarvan.

4.1.5 Klimaat en energie

Om de klimaatverandering tegen te gaan heeft het Rijk ingezet op een energiebesparing van 2% per jaar. Daarnaast moet 20% van de gebruikte energie in 2020 duurzaam zijn en zal de uitstoot van broeikasgassen gereduceerd moeten zijn met 30% (ten opzichte van 1990). Om dit structureel te bereiken zetten gemeenten, provincies en Rijk zich in op verschillende vlakken.

De gemeente Harderwijk heeft zich aan deze doelstellingen gecommitteerd en heeft in het milieubeleidsplan beleidsdoelen opgenomen om de leefomgeving klimaatbestendig te maken. Met behulp van 6 thema's waaronder woningbouw moet een bijdrage geleverd worden. Om innovatie te stimuleren wordt landelijk de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) voor nieuwe woningen aangescherpt. Anticiperend op het landelijk beleid zal binnen de gemeente Harderwijk de EPC ten opzichte van het vigerende bouwbesluit met 10% verlaagd worden.

Op het gebied van duurzaamheid valt heel veel te winnen binnen de Friesegracht. De wijk bestaat voornamelijk uit oudere woningen.