direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Husenhoff
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPHusenhoff-VSG1

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterpartijen en waterlopen;
  • b. waterberging;
  • c. bruggen;
  • d. groenvoorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 6 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaats en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met het waarborgen van de waterbergende functie van gronden.

5.4 Aanlegvergunning
5.4.1 Aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders ex artikel 3.3 Wet ruimtelijke ordening de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:

  • a. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
  • c. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • d. het dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen, watergangen en/of waterpartijen;
  • e. het aanbrengen van voorzieningen, waaronder afschermende materialen;
  • f. het afgraven, egaliseren en/of ophogen van gronden.
5.4.2 Uitzonderingen

Het onder 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale beheer of onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn of aanwezig zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht verkrijgt;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. de aanleg van natuurvriendelijke oevers betreffen.
5.4.3 Afweging

De onder 5.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover:

  • a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de natuurwaarden, landschappelijke- en/of cultuurwaarden van de gronden;
  • b. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en -kwantiteit.
5.4.4 Advies waterbeheerder

Burgemeester en wethouders verlenen de in 5.4.1 bedoelde vergunning voor het dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen, watergangen en/of waterpartijen niet alvorens bij de waterbeheerder advies is ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.