direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Dorpsstraat-Mariëndaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPDorpmariendaal-GVS1

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • e. straatmeubiliair;
  • f. kunstwerken;
  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. waterlopen en waterpartijen;
  • i. uitsluitend een fiets- en voetgangersverbinding ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – fiets- en voetgangersverbinding";
  • j. een ondergrondse parkeergarage aansluitend aan de bestemming Centrum, die in afwijking van het bepaalde in artikel 11.1.2 tevens buiten een bouwvlak is toegestaan, met een maximale oppervlakte van 230 m² en een maximale diepte van 4 meter.

6.2 Bouwregels
6.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt 15 m².

6.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de maximale bouwhoogte van een overkapping 3 meter;
  • c. de oppervlakte per overkapping bedraagt maximaal 30 m²;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering maximaal 12 meter bedragen.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.