direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Dekkerswald 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPDekkerswald-GVS1

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met de bij de woningen behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, achterpaden, opritten, parkeerplaatsen en bouwwerken, alsmede - bij wijze van nevenactiviteit - voor het uitoefenen van een beroep of het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied.
  • b. instandhouding en bescherming van de als gemeentelijk monument aangegeven bebouwing.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor “Wonen” aangewezen gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:

9.2.2 Bebouwing binnen het bouwvlak

Binnen het aangeduide “bouwvlak” zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. kelders;
  • c. bijgebouwen;
  • d. aan- en uitbouwen;
  • e. andere bouwwerken.
9.2.3 Goot- en bouwhoogte binnen het bouwvlak
  • a. de maximale goothoogte en bouwhoogte voor hoofdgebouwen is middels een maatvoeringsymbool aangegeven;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen.
9.2.4 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen binnen het bouwvlak

Bijgebouwen en aan- en uitbouwen zijn binnen het bouwvlak onder de volgende voorwaarden toegelaten:

  • a. de goothoogte en bouwhoogte bedragen respectievelijk maximaal 3 en 5,5 meter;
  • b. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 3/5 van de oorspronkelijke voorgevel waaraan de erker wordt gebouwd.
9.2.5 Bebouwing buiten het bouwvlak

Buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. bijgebouwen, aan- en uitbouwen alsmede carports;
  • b. andere bouwwerken.
9.2.6 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen, carports buiten bouwvlak

Bijgebouwen, aan- en uitbouwen alsmede carports zijn onder de volgende voorwaarden toegelaten:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte voor bijgebouwen, aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen bedragen respectievelijk maximaal 3 en 5 meter;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte voor carports mag niet meer bedragen dan 20 m²;
  • d. de bouwhoogte voor carports mag niet meer bedragen 3 meter;
  • e. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 3/5 van de oorspronkelijke voorgevel waaraan de erker wordt gebouwd;
  • f. de afstand van de erker tot de naar de weg gekeerde erfgrens dan wel erfgrenzen mag niet minder bedragen dan 2,5 m.

9.2.7 Hoogte andere bouwwerken buiten het bouwvlak
  • a. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 5 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag maximaal 5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag maximaal 2 meter bedragen.

9.2.8 Aangebouwde bouwwerken buiten het bouwvlak

Aangebouwde bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons, onder de volgende voorwaarden zijn toegelaten:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 3 m² en 6 m² voor erkers;
  • b. de diepte mag niet meer bedragen dan 1,5 m
  • c. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 3/5 van de oorspronkelijke voorgevel waaraan de erker wordt gebouwd
  • d. de afstand van de erker tot de naar de weg gekeerde erfgrens dan wel erfgrenzen mag niet minder bedragen dan 2,5 m.

9.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in de onder lid sub 9.2.7, sub c voor het bouwen van (erf)afscheidingen tot een hoogte van maximaal 3 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de belendende erven;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid plaats;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het stedenbouwkundig karakter ter plaatse.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Bij het uitoefenen van de in lid 9.1, sub a, bedoelde beroepen respectievelijk het verlenen van de genoemde diensten, dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • a. de voor het perceel geldende regels met betrekking tot het bebouwingspercentage, de maatvoering en de situering van de bebouwing ingevolge het bepaalde onder artikel 9.2 blijven van kracht;
  • b. de bebouwde oppervlakte ten behoeve van de uitoefening c.q. de vestiging van een aan huisgebonden beroep mag maximaal 40% van de op het perceel toegestane bebouwde oppervlakte, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, bedragen, met dien verstande dat dit nooit meer mag bedragen dan 30 m²;
  • c. het onbebouwde gedeelte van het perceel mag niet ten behoeve van beroepsmatige activiteiten c.q. ten behoeve van de genoemde diensten worden gebruikt;
  • d. de bestaande parkeervoorzieningen mogen niet onevenredig door het uitoefenen van een beroep c.q. door het verlenen van diensten worden gebruikt;
  • e. cumulatie van beroepsuitoefening/dienstverlening mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu.

9.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.4 om de vestiging van bedrijven toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het betreft een bedrijf, dat voorkomt op de bij deze regels behorende 'Staat van inrichtingen' dan wel uit een oogpunt van invloed op het woon- en leefmilieu vergelijkbaar is met de in die staat van inrichtingen opgenomen bedrijven;
  • b. de voor het perceel geldende regels met betrekking tot het bebouwingspercentage, de maatvoering en de situering van de bebouwing blijven onverkort van kracht;
  • c. de bebouwde oppervlakte ten behoeve van de bedrijvigheid mag maximaal 40% bedragen van de op het perceel toegestane bebouwde oppervlakte, voor zover gelegen binnen de op de plankaart aangegeven bebouwingszone, maar niet meer dan 30 m²;
  • d. op het perceel blijft een woning gehandhaafd met een vloeroppervlak van ten minste 80 m²;
  • e. het onbebouwde gedeelte van het perceel wordt niet aangewend ten behoeve van bedrijfsdoeleinden;
  • f. de bestaande parkeervoorzieningen worden niet onevenredig belast;
  • g. geen detailhandel vindt plaats, behoudens voor zover het daarbij gaat om detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten;
  • h. cumulatie van bedrijvigheid leidt niet tot onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu.