direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Dekkerswald 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPDekkerswald-GVS1

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, zoals voorzieningen ten behoeve van lichamelijke en/of geestelijke volksgezondheid, religie, verenigingsleven, cultuur, sport en dagrecreatie;
  • b. bijzondere woondoeleinden in de vorm van zorgwoningen en zorgwooneenheden, uitsluitend in de bouwvlakken, die vermeld zijn in artikel 6.2.3;
  • c. horeca in de categorieën 1 tot en met 3 en categorie 5, ondergeschikt en gelieerd aan de bestemming;
  • d. detailhandel, ondergeschikt en gelieerd aan de bestemming;
  • e. ondergrondse en/of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen;
  • f. entrees naar ondergrondse en/of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen;
  • g. ondergrondse bouwkundige verbindingen tussen de hoofdgebouwen;
  • h. wegen en paden voor de ontsluiting van het plangebied;
  • i. instandhouding, bescherming en herstel van de bestaande en de te ontwikkelen natuur- en landschapswaarden, zoals vermeld in het Natuurbeheerplan;
  • j. de instandhouding en bescherming van de als gemeentelijk monument aangegeven bebouwing,

met de daarbij behorende voorzieningen zoals tuinen, terrassen, erven, achterpaden, opritten, parkeerplaatsen en bouwwerken.

6.1.2 Stedenbouwkundige inrichtingseisen verhardingen

De oppervlakte aan verhardingen waaronder mede begrepen zijn parkeerplaatsen, wegen en terrassen bedraagt maximaal 35% van de gronden binnen de bestemming 'Maatschappelijk'.

6.1.3 Stedenbouwkundige inrichtingeisen parkeren

Het minimaal aantal parkeerplaatsen - ondergronds en bovengronds - voor de gronden in en behorende bij het bouwvlak, ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -1' tot en met 'specifieke bouwaanduiding -13a ' is in onderstaande tabel vermeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0241.BPDekkerswald-GVS1_0001.png"

6.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:

6.2.1 Bebouwing binnen het bouwvlak

Binnen het aangeduide 'bouwvlak' zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. ondergrondse en/of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen, kelders en ondergrondse bouwkundige verbindingen tussen hoofdgebouwen;
  • c. ruimten ten behoeve van horeca, als bedoeld onder lid 6.1.c met een maximale oppervlakte van 400 m². Deze maximale oppervlakte geldt voor de gehele bestemmingvlak;
  • d. ruimten ten behoeve van detailhandel, als bedoeld onder lid 6.1.d, met een maximale oppervlakte van 400 m². Deze maximale oppervlakte geldt voor de gehele bestemmingvlak;
  • e. bijgebouwen;
  • f. aan- en uitbouwen;
  • g. andere bouwwerken.

6.2.2 Bouwvlakken en bouwhoogte andere bouwwerken binnen het bouwvlak

Voor de hieronder vermelde bouwvlakken en voor de bouwhoogte van andere bouwwerken gelden de volgende regels;

  • a. binnen het bouwvlak, ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -4', is een ondergronds gebouw toegestaan met een verticale diepte van maximaal 7 meter;
  • b. het aantal hoofdgebouwen binnen het bouwvlak, ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -6' en ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -12' bedraagt minimaal 2 en maximaal 5;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. en de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen.

6.2.3 Maatvoering en aantallen

De op deze gronden toegestane gebouwen dienen voorts te voldoen aan de in de volgende tabel opgenomen maten waarbij geldt dat het toegelaten bebouwingspercentage binnen de bouwvlakken, ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduidingen -3, -5, -6, -7, -11 en -12' geen betrekking heeft op de ondergrondse bouwkundige verbindingen. In onderstaande tabel zijn ook de maximale aantallen zorgwoningen en -wooneenheden voor één bouwvlak of voor een combinatie van bouwvlakken vermeld:

afbeelding "i_NL.IMRO.0241.BPDekkerswald-GVS1_0002.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0241.BPDekkerswald-GVS1_0003.png"

6.2.4 Bebouwing buiten het bouwvlak

Buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. andere bouwwerken;
  • b. aangebouwde kleinere bouwwerken zoals portieken, erkers en balkons;
  • c. in- en uitgangen van ondergrondse en/of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen, kelders en ondergrondse bouwkundige verbindingen tussen hoofdgebouwen;
  • d. ondergrondse bouwkundige verbindingen.

6.2.5 Bouwhoogte andere bouwwerken buiten het bouwvlak

Voor de bouwhoogte van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 5 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag maximaal 1 meter bedragen.

6.2.6 Aangebouwde bouwwerken buiten het bouwvlak

Aangebouwde bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons, zijn onder de volgende voorwaarden toegelaten:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 3 m² en 6 m² voor erkers;
  • b. de diepte mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • c. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 3/5 van de oorspronkelijke voorgevel waaraan de erker wordt gebouwd;
  • d. de afstand van de erker tot de naar de weg gekeerde erfgrens dan wel -grenzen mag niet minder bedragen dan 2,5 m.

6.2.7 Bouwdiepte gebouwen

De verticale diepte van de gebouwen als bedoeld in artikel 6.2.4, sub c en d bedraagt maximaal 7 meter.

6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.3.1 Verhogen oppervlakte verhardingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ingevolge artikel 3.6.1, sub c, van de Wet ruimtelijke ordening van het bepaalde in lid 6.1.2 voor het verhogen van de oppervlakte aan verhardingen binnen het bestemmingvlak met een maximum van 10%, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de beoogde beeldkwaliteit, als verwoord in het Beeldkwaliteitsplan Dekkerswald;
  • b. er dient een stedenbouwkundig evenwichtig geheel te ontstaan met de bebouwde omgeving;
  • c. burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van ontheffing nadere eisen stellen ten aanzien van de landschappelijke inpassing;
  • d. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van belendende erven;
  • e. er moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid;
  • f. er wordt voorzien in een goede verkeersontsluiting.

6.3.2 Verhogen goot- en bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ingevolge artikel 3.6.1, sub c, van de Wet ruimtelijke ordening van het bepaalde in lid 6.2.3 voor het verhogen van de maximale goot- en /of bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak met een maximum van 10%, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de beoogde beeldkwaliteit, als verwoord in het Beeldkwaliteitsplan Dekkerswald;
  • b. er dient een stedenbouwkundig evenwichtig geheel te ontstaan met de bebouwde omgeving;
  • c. burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van ontheffing nadere eisen stellen ten aanzien van de geleding van de afzonderlijke bouwblokken en van de landschappelijke inpassing;
  • d. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van belendende erven;
  • e. er moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid;
  • f. er wordt voorzien in een goede verkeersontsluiting;
  • g. voldaan dient te worden aan de regels ingevolge de Wet geluidhinder.

6.3.3 Verhogen bebouwingspercentage

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ingevolge artikel 3.6.1, sub c, van de Wet ruimtelijke ordening van het bepaalde in lid 6.2.3 voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage voor het bouwvlak met maximaal 10%, met uitzondering voor de gronden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -1', -8, -9, -10, -13 en -13a mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van belendende erven;
  • b. er mag geen aantasting van de waterhuishoudkundige situatie optreden met betrekking tot de waterkwantiteit- en -kwaliteit;
  • c. uit onderzoek dient te blijken dat er uit het oogpunt van luchtkwaliteit geen bezwaren bestaan tegen de verhoging van het bebouwingspercentage;
  • d. er dient te worden voldaan aan de bepalingen ingevolge de Wet geluidhinder;
  • e. uit onderzoek dient te blijken dat het behoud van eventueel aanwezige archeologische waarden door de wijziging niet in het geding is;
  • f. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • g. er moet voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid;
  • h. er wordt voorzien in een goede verkeersontsluiting.