Plan: | Gellicum 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0236.GELLgellicum2009-VGS1 |
De voor Wonen - Dijkbebouwing - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Een kamerverhuurbedrijf is uitsluitend toegestaan via wijziging als bedoeld in 11.6.2.
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits:
De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf is niet toegestaan.
Per hoofdgebouw is maximaal één woning toegestaan met dien verstande dat een kangoeroewoning wordt aangemerkt als één woning.
Binnen deze bestemming is het beleid primair gericht op behoud van de cultuurhistorische waarde en het waardevol ruimtelijk beeld als bedoeld in 11.1.1 onder c.
Vanuit die visie is beheer en herstel van het bestaande bebouwingsbeeld de basis voor ontwikkelingsmogelijkheden. De bestemming “Wonen dijkbebouwing 2” maakt het mogelijk om nieuwe woningen op te richten, overigens binnen de hieronder beschreven kaders.
De bestemmingen hebben betrekking op de woonpercelen gelegen aan de Lingedijk en de dijkstoep die wordt gevormd door Vlietskant tot aan de Laageindseweg.
De bebouwing dient een bij voorkeur aan de dijk gebonden karakter te hebben, hetgeen tot uiting komt in de situering van de hoofdgebouwen binnen de zone van het dijktalud. Gebouwen die zijn gesitueerd binnen een afstand van 3 m uit het openbaar gebied hebben qua situering nog een sterke binding met de kruin van de dijk of de dijkstoep en kunnen wat maatvoering betreft hieraan worden gerelateerd. Liggen gebouwen iets verder van de dijk dan is de relatie met het aanwezige talud of hoogteverschil bepalend en wordt de hoogte van gebouwen aan de terreinhoogte gerelateerd. In de wijze van meten wordt hiermee rekening gehouden. De regeling mag niet leiden tot een verstoring van de architectonische samenhang tussen gebouwen onderling als gevolg van ongewenste hoogteverschillen.
Gebouwen dienen zoveel mogelijk te worden voorzien van een kap. De bebouwde gedeelten hebben een vrij hoge dichtheid. De vrij smalle woningen staan soms dicht op elkaar of zijn zelfs met meerdere woningen aan elkaar gebouwd.
Uitbreiding van de bebouwing dient bij te dragen aan de ruimtelijke karakteristiek, in die zin dat sprake moet zijn van een cultuurhistorisch meer verantwoorde situatie. Daarbij mag de bouwwijze en de erfinrichting niet essentieel veranderen ten opzichte van het bestaande beeld.
Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Voor de situering van gebouwen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen, gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 11.2.2. zijn buiten het bouwvlak voor de voorgevel van een hoofdgebouw aangebouwde ondergeschikte bouwdelen toegelaten tot maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw en/of bijgebouw.
Andere bouwwerken mogen ten dienste van deze bestemming aanwezig zijn tot een hoogte van 2 m, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
één en ander ten behoeve van de bescherming van een karakteristiek bebouwingsbeeld, het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden zoals nader beschreven in 11.1.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.2teneinde het hoofdgebouw buiten de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-hoofdgebouw" uit te breiden, mits geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van het woon- en leefmilieu, de waarden genoemd in 11.1 en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de uitbreiding niet meer bedraagt dan 110 % van het bestaande hoofdgebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.3, teneinde een hogere goot- en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.3, teneinde een grotere oppervlakte bijgebouwen toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.5, ten aanzien van de gestelde maximale hoogte en maximale bebouwde oppervlakte voor andere bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.1.2 onder c, teneinde de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde nieuwe niet-woon functies in combinatie met een bijbehorende woning toe te staan, welke in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals deze in de bijlage bij deze regels is opgenomen, zijn aangemerkt als categorie 1 dan wel, voor zover het betreft daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen niet-woon functies, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde de vestiging van een kamerverhuurbedrijf mogelijk te maken., mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: