direct naar inhoud van Artikel 29 Wonen
Plan: Kom Ermelo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPkomermelo-0401

Artikel 29 Wonen

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonhuizen;
  • b. uitsluitend wonen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan';
  • c. ruimte voor een aan huis gebonden beroep dan wel voor een aan huis gebonden bedrijf dat is genoemd in de Lijst van niet-publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is;
  • d. een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
  • e. een aan huis gebonden bedrijf in de vorm van verhuur van geluid- en videoapparatuur uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis';
  • f. een bedrijf in de categorieën 1 t/m 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf t/m categorie 2';
  • g. detailhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en uitsluitend op de begane grond;
  • h. dienstverlening uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en uitsluitend op de begane grond;
  • i. horeca in de categorie 2.3 van de Lijst van horecabedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2.3', en uitsluitend op de begane grond;
  • j. een kantoor uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' en uitsluitend op de begane grond;
  • k. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' en uitsluitend op de begane grond;
  • l. een machinereparatie en -onderhoudbedrijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinereparatie' en uitsluitend op de begane grond;
  • m. een antiekhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - antiekhandel';
  • n. een kantoor op de eerste verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor op verdieping';
  • o. een kantoor op de begane grond en op de eerste verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor op begane grond en verdieping'.

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, privésportvoorzieningen zoals zwembaden en tennisbanen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

29.2 Bouwregels
29.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

29.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een woonhuis mag vrijstaand, halfvrijstaand of in een rij worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' geldt dat het aantal te bouwen woonhuizen niet meer mag bedragen dan dit aantal;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • e. een hoofdgebouw mag plat worden afgedekt of van een kap worden voorzien met een dakhelling van niet minder dan 25º en niet meer dan 60º.
29.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen, tenzij het betreft (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte van het hoofdgebouw, waarvoor geldt dat deze zijn toegestaan tot een afstand van 1 m vóór de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw bedraagt maximaal:
    1. 15% van de perceelsgrootte voor percelen kleiner dan 500 m2;
    2. 100 m2 voor percelen groter dan of gelijk aan 500 m2;
    3. 150 m2 voor percelen groter dan of gelijk aan 1.000 m2;
    4. 200 m2 voor percelen groter dan of gelijk aan 3.000 m2;
    met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het achtererf maximaal 50% bedraagt. Bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden meegerekend de gebouwen zoals bedoeld in artikel 23.2.2.
  • d. In afwijking van het bepaalde onder c is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' een bijbehorend bouwwerk ten behoeve van een aan huis gebonden bedrijf toegestaan met een oppervlakte van maximaal 140 m2 
  • e. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan bedragen dan de bestaande bouwhoogte van het hoofdgebouw minus 2 m;
  • g. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 5 m bedragen;
29.2.4 Ter plaatse van de aanduiding wonen - wonen toegestaan

In afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.2 en artikel 29.2.3 gelden ter plaatse van de aanduiding 'wonen - wonen toegestaan' de volgende regels:

  • a. de woning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'wonen - wonen toegestaan';
  • b. de goot- en bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • c. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  • d. onderbouw is niet toegestaan;
  • e. bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan, behoudens bestaande bijbehorende bouwwerken.
29.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. bij pergola's en soortgelijke constructies 3 m;
  • b. bij palen en masten, zoals vlaggenmasten 8 m;
  • c. bij erfafscheidingen op het voorerf 1 m;
  • d. bij overige erfafscheidingen 2 m;
  • e. bij overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 3 m;

met dien verstande dat de bouwhoogte van de antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' mag niet meer bedragen dan 30 m.

29.2.6 Beeldbepalende panden

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding karakteristiek dient de uitwendige hoofdvorm van het betreffende bouwwerk, bepaald door de goothoogte, bouwhoogte, dakvorm, dakhelling en gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk te onderscheiden is), zoals deze was op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan in grote lijnen gehandhaafd te worden in geval van bouwactiviteiten. Bij het bepalen van deze karakteristiek wordt de redengevende beschrijving gebruikt die als bijlage 6 bij deze regels is gevoegd.

29.2.7 Parkeernormen motorvoertuigen

Bij nieuw- of verbouw dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen zoals weergegeven in bijlage 4.

29.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, nokrichting, dakvorm, gevelindeling, gevelbreedte en parcelering van hoofdgebouwen, ten behoeve van:

  • a. het behoud van de dorpse bebouwingskarakteristiek ter plaatse;
  • b. een samenhandend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. het beschermen van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid.
29.4 Afwijken van de bouwregels
29.4.1 Afwijken goothoogte

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2.2 onder d voor het verhogen van de goothoogte met maximaal 1 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
29.4.2 Afwijken beeldbepalende panden

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2.6 indien de beoogde bebouwing ruimtelijk inpasbaar is in het straat- en bebouwingsbeeld en sprake is van eenzelfde beeldwaarde als van het oorspronkelijk pand.

29.4.3 Afwijken parkeernormen motorvoertuigen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2.7:

  • a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.
29.5 Specifieke gebruiksregels
29.5.1 Bewoning vrijstaande bijbehorende bouwwerken

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van zelfstandige bewoning met uitzondering van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan'.

29.5.2 Aan huis gebonden beroep en bedrijf

Een aan huis gebonden beroep respectievelijk een aan huis gebonden bedrijf dat is genoemd in de Lijst van niet publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is, is toegelaten met dien verstande dat:

  • a. ten hoogste 30% van de bruto vloeroppervlakte van een woonhuis tot een maximum van 60 m2 mag worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep dan wel bedrijf. Daarbij mogen tevens bijbehorende bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van het aan huis gebonden beroep/bedrijf, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke voor het aan huis gebonden beroep/bedrijf te gebruiken oppervlakte per woning inclusief bijbehorende bouwwerken niet meer dan 100 m2 bedraagt;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' deze oppervlakte niet meer dan 140 m2 bedraagt;
  • b. de uitstraling van de woning intact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. geen detailhandel is toegestaan;
  • f. het beroep uitsluitend door de bewoner wordt uitgeoefend.
29.5.3 Parkeernormen
  • a. Bij functiewijziging dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen zoals weergegeven in bijlage 4.
  • b. Ruimte(n) voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze regels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
29.6 Afwijken van de gebruiksregels
29.6.1 Afwijking afhankelijke woonruimte

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit plan voor het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor afhankelijke woonruimte.

29.6.2 Vereisten afwijking

Afwijking als bedoeld in artikel 29.6.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. de omgevingsvergunning niet meer dan één keer wordt verleend per woning;
  • d. er geen milieuhygiënische belemmeringen vanwege percelen van derden bestaan c.q. bestaande belemmeringen vanwege percelen van derden zijn opgeheven;
  • e. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast, met dien verstande dat de maximale voor afhankelijke woonruimte te benutten oppervlakte niet meer dan 85 m2 mag bedragen.
29.6.3 Afwijking parkeernormen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.5.3:

  • a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.