Plan: | De Driesprong Ermelo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0233.BPdedriesprong-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "De Driesprong Ermelo" met identificatienummer NL.IMRO.0233.BPdedriesprong-0401 van de gemeente Ermelo.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend, of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een overkapping bestemd voor het overdekt stallen van motorvoertuigen.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen.
de bouwlaag op de begane grond.
tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, boven de eerste bouwlaag.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve, en/of sportieve, of een daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke.
vormen van recreatief medegebruik, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de voorgevelzijde van een gebouw aanduidt.
een woning van het type twee-aaneen gebouwd.
een erker op de hoek van een gebouw.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
één, of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn.
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65° tenzij in de regels en / of de plankaart een andere regeling is opgenomen in welk geval die regeling geldt.
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van niet-publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis.
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
educatieve, sociale, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, medische voorzieningen waaronder huisartsen, dierenartsen, tandartsen en fysiotherapie, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie – met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren – en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, wonen in bijzondere woonvormen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan
een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving waarbij het verlenen
van ondersteuning rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en die de gebruikelijke
zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid, dat wil zeggen dat de mantelzorger zelf aangeeft in staat te zijn deze ondersteuning te verlenen.
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden.
gebouwde dan wel ongebouwde voorzieningen ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening of het (tele)communicatieverkeer.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.
de grens van een (bouw)perceel.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's, vlaggenmasten, en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
de bouwlagen boven de bouwlaag op de begane grond.
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door het college aan te wijzen gevel.
de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, die zoveel mogelijk aansluit bij de ligging van - een deel van de - voorgevels van de bestaande bebouwing.
een gebouw of een gedeelte daarvan, krachtens aard en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
het oppervlakte aan gebouwen gedeeld door het oppervlakte van het bouwvlak tenzij dat in de regels anders is bepaald. In dat laatste geval telt de wijze van meten zoals die dan is gegeven.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de buitenwerks gemeten afstand tussen de voorgevel en de achtergevel van het hoofdgebouw van de woning.
de diepte van een gebouw, verticaal gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan de hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt.
Een hogere goothoogte dan is voorgeschreven in deze regels is toegestaan, mits in de vorm van een terugwijkende hogere goot die niet uitsteekt boven het denkbeeldige dakvlak geprojecteerd vanaf de maximaal toegelaten goothoogte met een dakhelling van 55° of de lagere dakhelling als die is voorgeschreven in deze regels.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag, pv-panelen (zonnepanelen), water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Op de voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Bij nieuw- of verbouw dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen, zoals weergegeven in artikel 13, lid 13.2 Parkeernormen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, nokrichting, dakvorm, gevelindeling, gevelbreedte, en parcelering van hoofdgebouwen, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
De regels voor de parkeernormen voor ten behoeve van het gebruik van deze bestemming zijn beschreven in artikel 13, lid 13.2 Parkeernormen.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
Het college van Burgemeester en Wethouders is op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen binnen de bestemming 'Dienstverlening' door:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag, water, en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de voor 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijde, wegen en paden, bermen, groen- en parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, voorzieningen t.b.v. warmte-/koudeopslag, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de voor "Verkeer" bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, privésportvoorzieningen zoals zwembaden en tennisbanen, nutsvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag, pv-panelen (zonnepanelen), water en voorzieningen voor de waterhuishouding, en tuinen en erven.
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het achtererf maximaal 50% bedraagt.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Bij nieuw- of verbouw dient de inrichting van de gronden zodanig plaats te vinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen, zoals weergegeven in artikel 13, lid 13.2 Parkeernormen.
Voor de gronden met de bestemming 'Wonen' geldt dat het aandeel van de woningen in de sociale sector (sociale huurwoningen) minimaal 20% en maximaal 40% bedraagt van het totaal aantal te bouwen woningen in het plangebied van dit bestemmingsplan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting' geldt, dat omgevingsvergunningen, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wet algemene bepalingen (Wabo), voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van woningen, pas worden verleend, nadat akoestisch onderzoek heeft plaatsgevonden naar de geluidsoverlast door het garagebedrijf aan de Hamburgerweg 183, en nadat er maatregelen op grond van het genoemde akoestische onderzoek zijn genomen in de vorm van bijvoorbeeld het plaatsen van een geluidscherm op de plaats waar de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - geluidscherm' op de verbeelding is aangegeven, danwel een andere maatregel, indien er een andere maatregel uit het akoestisch onderzoek volgt die het mogelijk maakt de gebouwen ten behoeve van woningen aldaar te bouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, nokrichting, dakvorm, gevelindeling, gevelbreedte en parcelering van hoofdgebouwen, ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder g. voor het verhogen van de goothoogte met maximaal 1 meter, mits geen onevenredige aantasting van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder f. voor een dieper hoofdgebouw van een woning dan op de verbeelding als 'maximum diepte' is aangegeven, tot een diepte van maximaal 13 meter voor gestapelde woningen.
Een aan huis gebonden beroep respectievelijk een aan huis gebonden bedrijf dat is genoemd in de Lijst van niet publiekgerichte bedrijven aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is, is toegelaten met dien verstande dat:
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de woningen op de locatie "De Driesprong" conform de bestemming 'Wonen', binnen het noordwestelijke bestemmingsvlak (ook wel genoemd de locatie Van Beek), is alleen toegestaan indien een pad op de plaats waar de aanduiding 'pad' op de verbeelding is aangegeven is gerealiseerd en in stand wordt gehouden. Het betreffende pad behoeft echter geen doorlopend pad te zijn geheel achter de woningen aan de Heidelaan (huisnummers Heidelaan 7 t/m 17) langs, indien maar wel voldoende wordt gewaarborgd dat de bewoners aan de Heidelaan (huisnummers Heidelaan 7 t/m 17) via het pad de woonwijk "De Driesprong" kunnen bereiken en dat zij via het pad het bos (op de plaats volgens de bestemming 'Bos') kunnen bereiken.
De regels voor de parkeernormen ten behoeve van het gebruik van deze bestemming zijn beschreven in artikel 13, lid 13.2 Parkeernormen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan daar waar op grond van dit bestemmingsplan gebouwen mogen worden gebouwd, met een verticale diepte van maximaal één bouwlaag, waarvan de verticale diepte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt niet begrepen het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling is vereist en deze is verleend.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in lid 11.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, tenzij in het plan anders is aangegeven.
Bij het gebruiken en / of bebouwen van gronden dient voldaan te worden aan de gemeentelijke parkeernormen (met bijbehorende eisen voor locatie en inrichting) ten behoeve van (vracht)auto's en overige verkeersvoertuigen en de bijhorende bepalingen omtrent de ontsluiting en bevoorrading, zoals geregeld in de "Nota Parkeernormen" (vastgesteld d.d. 8 juni 2017) en in het "bestemmingsplan Parkeernormen" (vastgesteld d.d. 8 juni 2017). (Indien de beleidsregels volgens de "Nota Parkeernormen" gedurende de planperiode gewijzigd worden, wordt rekening gehouden met deze wijziging). Deze eis, volgens het onderhavige artikel 13, sublid 13.2.1, geldt als een voorwaardelijke verplichting.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 indien het voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en / of het bouwplan van het desbetreffende plangebied, mede gezien de omgeving, niet noodzakelijk is en / of op overwegende bezwaren stuit. Het afwijkingsbesluit moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder geval blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit geborgd is.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aanvullend aan het bepaalde in lid 13.2.1 indien het niet voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en / of het bouwplan van het desbetreffende plangebied, mede gezien de omgeving, op overwegende bezwaren stuit. Het besluit tot het stellen van de nadere eis moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder blijkt dat de eis noodzakelijk is om de ruimtelijke kwaliteit te borgen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 14.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 14.1.1 met maximaal 10%;
Lid 14.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 14.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 14.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan De Driesprong Ermelo.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van -------------------------------------------------------
De voorzitter, De griffier,
------------------------------------- ------------------------------------------