direct naar inhoud van 8.7 Water in relatie tot nieuwbouw
Plan: Landgoed Tongeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG026LdgdTongeren-VBP1

8.7 Water in relatie tot nieuwbouw

Een aantal agrarische bedrijven zal in het kader van de uitvoering van dit bestemmingsplan worden omgevormd tot woonerf. Voor de nieuwe erven zal voor het afvalwater worden aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Uitgangspunt voor het hemelwater is dat de perceeleigenaar het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerkt (bergen/infiltreren). Afstromend regenwater zal in afwachting van infiltratie, tijdelijk worden geborgd in een bergingsvoorziening (bijvoorbeeld een vijver, een zakput, een bergende en infiltrerende verharding van klinkers, e.d.), die wordt onderhouden en aangelegd door de perceelseigenaar/-gebruiker.

De perceeleigenaar is daarnaast verantwoordelijk voor de grondwaterkwaliteit onder het eigen perceel. Het afkomend regenwater mag niet verontreinigd zijn of verontreinigd raken zodat bodemverontreiniging bij de infiltratiepunten wordt voorkomen. Hiervoor is het belangrijk geen onbehandeld koper, zink, lood, teerhoudende dakbedekking (PAK's) en andere uitlogende (bouw)materialen toe te passen op oppervlakken/straatmeubilair die in aanraking komen met regen- en/of grondwater. Daarnaast dient er geen gebruik te worden gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen en moeten verharde oppervlakken schoon worden gehouden (vroegtijdig scheiden van organisch materiaal, zoals bladafval).

Het water dat op eigen perceel wordt geïnfiltreerd moet voldoen aan de streefwaarden zoals opgenomen in de wet Bodembescherming. Mochten streefwaarden worden overschreden dan is de aanleg van lokale voorzuiveringsvoorzieningen (zoals wadi's, helofyten, bezinkvoorzieningen, e.d.) noodzakelijk. Eventuele overschrijdingen van streefwaarden moeten aantoonbaar door de voorzuiveringsvoorziening worden teruggebracht tot of onder de streefwaarde. Voor de woonerven betekent dat uitsluitend niet-uitlogende bouwmaterialen mogen worden toegepast, om grondwaterverontreinigingen op eigen perceel te voorkomen.

In de Keur zijn regels gesteld voor het lozen van hemelwater dat afkomstig is van verhard terrein of dakoppervlak. Voor het lozen van dat water is in beginsel geen watervergunning benodigd, mits het verhard oppervlak kleiner is dan 250m². Bij een groter verhard oppervlak dient te worden aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de keur.

Bij ondergrondse bouw (bijvoorbeeld kelders, garages) zal rekening moeten worden gehouden met de grondwaterstand. Retourbemalingen (t.b.v. bouwputten, riolering) kan ondergrondse constructies bedreigen of infiltratie van hemelwater belemmeren. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar dat geen wateroverlast wordt ondervonden door ondergrondse activiteiten. Grondwateroverlast mag niet worden afgewenteld op omringende gebieden.