Plan: | Landgoed Tongeren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.BG026LdgdTongeren-VBP1 |
Op de rand van het Veluwe massief, in het westen van de gemeente Epe, ligt het landgoed Tongeren. De buurschap Tongeren wordt al voor het eerst genoemd in 1025. Vanaf de Middeleeuwen tot in de 18e eeuw bestond Tongeren uit boerderijen met verschillende bezitters die horig waren aan de hertog van Gelderland. In de 17e en 18e eeuw kwamen steeds meer van deze herengoederen in bezit van de ridderschap, lokale ambtsjonkers en stedelijke patriciërs. Een dergelijke ontwikkeling heeft zich ook in Tongeren voorgedaan.
Jan Hendrik Rauwenhoff, burgemeester van Elburg, had in 1768 alle boerderijen van Tongeren, op één na, in zijn bezit. Charles Le Chevalier (stiefvader van de kinderen van Rauwenhoff) breidde het bezit in de 19e eeuw verder uit en kocht de nog ontbrekende boerderij. Sinds die tijd bleef Tongeren familiebezit, al splitste het door vererving weer uit. Om het toch als eenheid te kunnen laten voortbestaan, werd Tongeren in 1907 ondergebracht in een N.V., die in 1972 werd omgezet in een B.V.
Het landgoed heeft anno 2012 een oppervlakte van 505 hectare, waarvan 110 hectare landbouwgrond. Landbouw heeft vanaf haar eerste ontstaan een essentiële functie op Tongeren. Door en dankzij de landbouw is een waardevol cultuurlandschap behouden gebleven. Ongeveer 361 hectare bestaat uit bos, 20 hectare uit heide en verder zijn op Tongeren ecologisch gezien zeer waardevolle graslanden aanwezig. Landgoed Tongeren is volledig gerangschikt onder de werking van de Natuurschoonwet 1928 (NSW).
Aan het eind van de 18e eeuw bestond Nederland nog voor een groot gedeelte uit woeste gronden. Het grootste gedeelte van de woeste gronden bestond uit heide, zandverstuivingen, hoogveen en moerasveen. Te midden van die woeste gronden lagen de dorpen en buurschappen, waar boeren landbouw bedreven en vee hielden. Tongeren is één van deze buurschappen. De akkers (essen) werden op de hoger gelegen gronden aangelegd, waar niet voor afwatering hoefde te worden gezorgd. De bedrijfsvoering van de boeren werd beheerst door het produceren van mest. De productie van mest was belangrijk om de bodemvruchtbaarheid van de essen te behouden. Koeien en schapen werden op de heide en natte graslanden geweid. Hun mest werd in potstallen verzameld en vermengd met heideplaggen over de akkers verspreid.
Een groot verschil met andere Veluwse dorpen is dat in Tongeren vanaf de 18e eeuw vooral de grootgrondbezitter uitmaakte hoe landbouw werd bedreven en niet de afzonderlijke boeren. Hij kon puur om esthetische redenen het landschap aanpassen. Daarmee zette de landgoedeigenaar een krachtig stempel op de landschapsontwikkeling en de ruimtelijke karakteristiek van het gebied. Behalve vernieuwing bracht het landgoedbeheer ook een zekere conservering tot stand. Op Tongeren zijn daardoor en als gevolg van de lange ontstaansgeschiedenis veel cultuurhistorische waarden bewaard gebleven. De meeste zijn direct aan de ontwikkeling van het landgoed als unieke entiteit verbonden. Bijzonder is ook de aanwezigheid van vijf prehistorische grafheuvels. Ze stammen uit een tijd ver voor het ontstaan van de buurschap en worden als zelfstandige eenheden beheerd.
Een globale schets van de ontwikkeling van Tongeren is weergegeven in afbeelding 3.
Afbeelding 3: Ontwikkelingsgeschiedenis van Landgoed Tongeren - links 18e eeuw, midden 19e eeuw en rechts 20e eeuw. Duidelijk zichtbaar is de ontwikkeling en ontginning van de esgronden aan de oostzijde van de buurschap. De 'woeste' gronden ten westen daarvan worden pas later in gebruik genomen, maar blijken moeilijk ontginbaar. De ontwikkeling in de tijd laat zien dat de landbouw zich in de loop der tijd steeds meer aan de oostzijde van de buurschap concentreert.
bron: Adviesbureau Haver Droeze