direct naar inhoud van 4.4 Wegen en parkeren
Plan: Burgemeester Folkerts
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.bp0026-VST1

4.4 Wegen en parkeren

4.4.1 Wegen

Uitzichthoeken bij kruispunten. Binnen de kom mag binnen de lijn gevormd door het verbinden van de tangentpunten op 10 m1 geen obstakels incl. opstallen hoger dan 80cm worden geplaatst. Hetzelfde geldt voor de situering van parkeervakken t.o.v. de wegaansluitingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0230.bp0026-VST1_0002.png"

Het ontwerp van de woonstraten moet worden afgestemd op de baanbeschrijving voor een vuilnisauto. Trottoirs: minimaal 1,30 m1 obstakelvrije ruimte.

4.4.2 Parkeren/ uitwegen

Het plan dient te voorzien in voldoende goed bereikbare parkeerplaatsen met goede afmetingen. Concreet betekent dit dat:

  • uitwegen (inritten) van/naar percelen standaard 3 m1 breed zijn; maximaal 5 m1 breed zijn wanneer het perceel niet goed toegankelijk is met een standaard inrit;
  • uitwegen en parkeerplaatsen mogen zich niet bevinden binnen de uitzichthoeken van wegen (zie wegen);
  • de 'rijbaan' met toegang tot een haaksparkeerplaats tenminste 6,0 m breed dient te zijn, tot een langsparkeerplaats tenminste 3,0 m breed; bij zgn. 'gestoken parkeren' (d.w.z.: onder een andere hoek dan 90° [haaksparkeren] of 0° [langsparkeren] met de rijbaan) naar verhouding; ASVV 2004, blz. 898;
  • een parkeerplaats moet bij haaksparkeren tenminste 5x2,5 m en bij langsparkeren tenminste 6x2 m zijn. De vakindeling dient op straat te zijn aangegeven. (bij haaksparkeren tegen een trottoir mag het parkeervak met 0,5 m1 worden ingekort waarbij het trottoir met 0,5 m1 wordt verbreed);
  • achteruitrijden is redelijkerwijs geminimaliseerd, en wordt over een grotere afstand dan ca. 5 m niet toegestaan;
  • het aantal parkeerplaatsen dat aan alle criteria 2 t/m 5 voldoet, dient per wegvak tenminste gelijk te zijn aan het benodigde aantal parkeerplaatsen conform de landelijke richtlijnen (ASVV2004) of een onderbouwde afwijking daarvan.
    • 1. Goedkope sector: 1,7 P/woning.
    • 2. Middeldure sector: 1,9 P/woning.
    • 3. Dure sector: 2,2 P/woning.
  • Voor parkeren op eigen terrein mag het volgende worden gerekend:
      • a. garage met oprit/carpoort >5m van de weg: 1 P
      • b. garage met oprit/carpoort >10m van de weg: 1,3 P
      • c. dubbele oprit min. 5 m1 breedt: 1,8 P
      • d. wanneer dit wordt vastgelegd in contracten kan ervoor worden gekozen om de gehele P-norm van een woning op te lossen op eigen terrein. De P-plaatsen moeten dan vrij toegankelijk zijn (geen 2 achter elkaar).
  • Naast parkeervakken grenzend aan groenvoorzieningen moet een uitstapstrook van minimaal 30 cm worden aangelegd.
  • Bedrijven en openbare gebouwen dienen geheel op eigen terrein te voorzien in het onder 6 bedoelde aantal parkeerplaatsen.
  • Bij woningen dient (tenminste) 0,3 P/woning langs de openbare weg te worden gerealiseerd. Nabij een inrit mogen deze openbare parkeerplaatsen niet binnen 3 m van de inrit liggen aan de zijde van de inrit, en niet binnen 5 m aan de overzijde van de inrit. Dit om voldoende manoeuvreerruimte van/naar de inrit te waarborgen.