| Plan: | Burgemeester Folkerts |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0230.bp0026-VST1 |
Het "Structuurplan 1995" geeft in hoofdlijnen de toekomstige ontwikkeling van de gemeente aan, met een "doorkijk" tot 2018. Het structuurplan dient als beleidskader voor de te ontwikkelen bestemmingsplannen en andere ruimtelijk relevante plannen. Aangegeven is hoe de ontwikkeling voor wonen, werken, natuur, recreatie en verkeer in de toekomst wordt voorgesteld. Nieuwe uitbreidingslocaties voor woningbouw in de kern Elburg/Oostendorp zijn voorgesteld aan de oostzijde van die kern.
Voor de beoordeling van de ruimtebehoefte wordt in het structuurplan nadrukkelijk gewezen op de inbreidingslocaties.
Bij de in aanmerking te nemen woningbouwlocaties wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
Zodra de nieuwbouwlocatie van de VMBO school aan de Rondweg in gebruik wordt genomen kunnen de oude schoollocaties als inbreidingslocaties voor woningbouw gerealiseerd worden. Bij de invulling van de locaties moet rekening gehouden worden met de groeiende behoefte aan voor oudere geschikte woningen met bijbehorende (zorg)voorzieningen. Ook starters hebben behoefte aan uitbreiding van het aanbod van etagewoningen en eengezinswoningen in de goedkope prijsklasse. De kwalitatieve ambities van de gemeente Elburg, opgenomen in "woonbeleid met kwaliteit", zijn de volgende: behoud en versterken van de identiteit van de afzonderlijke kernen; behoud van ruimtelijke kwaliteiten; bevorderen van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat; versterken van de relatie wonen en zorg; versterken van wijkgericht werken; realiseren van duurzaamheid/leefbaarheid en veiligheid; bevorderen van particulier opdrachtgeverschap. Bij de locatie "Burgemeester Folkerts" dringt zich een afronding op van de bestaande kleinschalige structuur, aflopend naar de rand van de kern dat op een goede wijze aansluit op het buitengebied.
Het beleid van Gedeputeerde Staten is nadrukkelijk gericht op het invullen van inbreidingslocaties. Inbreiding gaat boven uitbreiding. De bouw van een nieuwe VMBO-school was wat Gedeputeerde Staten betreft dan ook nadrukkelijk gericht op de onderhavige inbreidingslocatie. Als gevolg van actie van direct omwonenden is er door de raad van Elburg voor gekozen in te zetten op de realisatie van een VMBO-school op een uitbreidingslocatie nabij de Oostelijke Rondweg in Elburg/ Oostendorp. Om Gedeputeerde Staten hiervan te overtuigen is de nota "Locatie-PLUS" opgesteld. Deze nota heeft de openbare voorbereidingsprocedure doorlopen. Middels deze nota is duidelijk gemaakt dat de voorgestelde uitbreidingslocatie voor het onderbrengen van de VMBO-school een betere is dan de inbreidingslocatie Burgmeester Folkerts. De inbreidingslocaties zijn expliciet voor woningbouw in beeld gebracht. De nota is vastgesteld door de raad op 28 augustus 2003. Uiteindelijk heeft het college van Gedeputeerde Staten er op 2 december 2003 mee ingestemd op de uitbreidingslocatie een VMBO-school te kunnen bouwen met woningbouw op de voorgestelde inbreidingslocaties, waaronder de onderhavige locatie.
Bij de planontwikkeling en het opstellen van de overeenkomst, is voor de inbreidingslocaties VMBO conform de vigerende woonvisie gekeken naar een gedifferentieerd woningbouwprogramma. Zowel goedkope, middeldure en dure woningen zijn in het programma voor in totaal vier locaties in Elburg meegenomen. Uitgangspunt voor de invulling van het programma is het Kwalitatief Woningbouwprogramma (KWP) van provincie Gelderland, welke erop toe ziet dat de er een goede verdeling in woningtypen en prijsklassen plaatsvindt.
Met instemming van de provincie Gelderland is in 2005 gestart met de ontwikkeling van 163 woningen (bijgesteld naar 144) op de vier vrijkomende schoollocaties in Elburg. De locatie Burgmeester Folkerts is één van deze vier locaties. De samenstelling van het woningbouwprogramma voor deze vier locaties is conform het KWP en de gemeentelijke Woonvisie tot stand gekomen. In de oorspronkelijk opzet zou de locatie Burgemeester Folkerts bebouwd worden met 65 woningen; projectmatige bouw in een gemixte samenstelling van typen en prijzencategorieën. Hiervoor is op 16-6-2009 door het college van Burgemeester en wethouders een vrijstellingsbesluit op grond artikel 19, lid 1 WRO genomen.
Ten gevolge van de economische crisis is het woningbouwprogramma in 2009 aangepast. In een gewijzigde overeenkomst is vastgelegd dat het woningbouwprogramma wijzigt naar ca. 52 woningen, waarbij een deel van de woning projectmatig gebouwd zullen worden en een deel als vrije kavel op de markt zal worden gebracht. Het aantal van circa 52 bestaat uit 24 middeldure koopwoningen (tot € 250.000,-) en 28 dure koopwoningen (vanaf € 250.000,-). Het gewijzigde woningbouwprogramma past binnen de beleidskaders van zowel het KWP als de gemeentelijke Woonvisie, aangezien er meer keuzevrijheid geboden wordt met het aanbieden van vrije kavels en de verkoopprijzen verlaagd worden. Hierdoor zijn de projectmatige woningen bereikbaar voor meer doelgroepen (ook met een lager inkomen). In de gewijzigde overeenkomst is tevens ruimte geboden om de projectmatige woningen om te zetten naar vrije kavels, mochten deze meer en beter afzetbaar zijn in de woningmarkt.
Hierdoor wordt het mogelijk om de koper meer keuzevrijheid te bieden bij de invulling van de woonwensen. De gewijzigde overeenkomst heeft geresulteerd in een programma dat meer keuzevrijheid biedt voor potentiële kopers en de woningen voor een bredere doelgroep beschikbaar maakt door een verlaging van de verkoopprijs.
In aansluiting op datgene wat hiervoor is beschreven wordt verwezen naar 2.3.1.
Het project past goed binnen het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. Voor de inbreidingslocatie kan, in verband met de bestaande woonomgeving en in relatie tot de gestelde ambities voor het woonbeleid, het beste aansluiting worden gezocht in woningbouw in plaats van een schoolgebouw. Dit is een voorbeeld van het uitgangspunt in het overheidsbeleid; "inbreiding voor uitbreiding". Bovendien geldt bij een transformatie (functieverandering) in bestaand bebouwd gebied het aanknopingspunt dat hinderlijke/verouderde werkfuncties in de woonomgeving getransformeerd dienen te worden naar woonfuncties.