Plan: | 4e partiële herziening bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht (Nunspeterweg 15) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0230.PH4BESCHSTAD-VST1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan '4e partiële herziening bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht (Nunspeterweg 15)' te Elburg met identificatienummer NL.IMRO.0230.PH4BESCHSTAD-VST1 van de gemeente Elburg;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een beroep of bedrijf aan huis dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Onder een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wordt in geen geval verstaan het exploiteren van een seksinrichting in welke vorm dan ook;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bijbehorend bouwwerk, grenzend aan dan wel rechtstreeks toegankelijk vanuit het hoofdgebouw;
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
bestaand ten tijde van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, architectonische waarde wordt hieronder mede begrepen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt niet verstaan een afhaalcentrum;
de oppervlakte van het bouwperceel voorzover achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
een dak met een zekere helling;
een overkapping zonder eigen wanden behorende bij een gebouw al dan niet gesitueerd tegen één gevel van dat gebouw;
een commissie van advies en bijstand voor burgemeester en wethouders die bestaat uit onafhankelijke externe (monumenten)deskundigen, of een ander orgaan en/of persoon die daarvoor is aangewezen door het college en/of de gemeenteraad.
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;
de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;
indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (NAP) of een ander aan te houden waterpeil;
de scheiding tussen bouwpercelen die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de feitelijke indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Tuin' is aan een aantal regels gebonden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
het bepaalde in lid 3.2.1 in die zin dat andere bouwwerken, te weten pergola's, mogen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2,50 meter.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd en indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal regels gebonden.
een hoofdgebouw mag:
Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
bij een omgevingsvergunning is het in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.
Dit kan indien dit noodzakelijk is:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.2.1 onder a, winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in 5.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het bepaalde in de Erfgoedwet/Omgevingswet is het verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in lid 5.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.2.1 sub a, winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in 6.2.1 onder a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2 nadere eisen stellen met betrekking tot:
indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de de Erfgoedwet/Omgevingswet bepaalde is het verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in 6.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 7.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd en indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in paragraaf 5.2.3 van de toelichting en de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van dit bestemmingsplan, uitsluitend worden overschreden door:
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet voor bestaande situaties, waarbij de herbouw van een gebouw zonder functiewijziging wordt beschouwd als een bestaande situatie.
Bij een omgevingsvergunning kan met inachtneming van Bijlage 1 Parkeernota worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2:
Bij gebruikmaking van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 9.3.3 kan het bevoegd gezag een financiële voorwaarde verbinden aan de omgevingsvergunning overeenkomstig Bijlage 1 Parkeernota.;
Het bevoegd gezag legt in een nadere regel de bepalingen omtrent het parkeerfonds en de hoogte van de financiële voorwaarde vast.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het aantal parkeerplaatsen, de situering van de parkeerplaatsen en de situering van de laad- of losruimte ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan met inachtneming van bijlage 1 Parkeernota van de bijlagen bij de regels worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1:
Bij gebruikmaking van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 10.2.2 kan het bevoegd gezag een financiële voorwaarde verbinden aan de omgevingsvergunning overeenkomstig Bijlage 1 Parkeernota.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het aantal parkeerplaatsen en de situering van de parkeerplaatsen ten behoeve van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd en indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de '4e partiële herziening bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht (Nunspeterweg 15) van de gemeente Elburg.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Elburg in zijn vergadering van................
De voorzitter, De griffier,